Terughlik op Ned. Elftal'-'Middleshrough

Fris voetballend Nederlands Elftal is 1* _ 1 – 1 dieptepunt kennelijk te boven

Middlesbrough spande zich te weinig in om goede wedstrijdpartner te zijn

(Van onze redacteur Herman Kuiphof.) Na de ontmoeting tegen Middlesbrough resteert een tweeledig gevoel: Vreugde over de verrassende, grote en volkomen verdiende zege met 4—l van het voorlopig Nederlands Elftal en teleurstelling wegens de ergerlyk-slappe tegenstand van het befaamde Middlesbrough, dat toch de 2e plaats inneemt op de ranglijst van de Engelse League (Iste divisie), maar uitgezonderd in de allerlaatste minuut'van de wedstrijd, toen de Britten hun tegengoal scoorden, geen moment de indruk gaf, een op volle of bfjna-volle kracht spelende ploeg te zijn. Het matte showvoetbal der gasten was een bittere pil voor die vele tienduizenden bezoekers, die vooral gekomen waren om kennis te maken met het peil der allerbeste Engelse eersteklassers en die een gastenelftal te aanschouwen kregen, dat zeer zuinig op zyn ledematen was, een enkel spectaculair moment had, maar zich verder in de aanval tot wat aardige, maar nogal onschuldige combinaties beperkte en in de verdediging af en toe lelijk blunderde. Eer wij de vele verdienstelijkheden van het Nederlands Elftal op de korrel nemen, dient geconstateerd, dat Middlesbrough met deze mentaliteit spelende een slechte sparringpartner was. Het moet ook voor de KNVB-autoriteiten een teleurstellende ervaring zyn geweest, dat deze ongeïnteresseerde ploeg niet meer capaciteiten bloot legde dan elke willekeurige Britse DERDE divisieploeg. Vit dit oogpunt bezien zijn de beren hun (vele) geld beslist niet waard geweest. Ook de beroemde Wllfred Mannion niet. Nee, hij zéker niet.

Zeer sterke Ned. Kalflinie

Intussen heeft dit voorlopig Nederlands Elftal zó goed gespeeld, dat het een agressievere, geestdriftiger, bezielder tegenstander verdiend had. Want de neiging bestaat nu, om de verdienstelijkheden van de Nederlandse spelers niet helemaal of helemaal niet ernstig te nemen, terwijl dat een onbillijkheid zou zijn. Althans voor de Uitblinkers van de winnende ploeg. Wil zijn ons bewust, dat middelmatigen als Piet Groeneveld, Van Melis en Van der Tuyn mede tot een behoorlijke totaalprestatie zijn gekomen, doordat het tegenspel zo vlak en onbezield bleef. Mede ook, doordat ons elftal een enorme ruggesteun kreeg, toen het na 10 minuten spelen al met 2—O de leiding had. Maar ook tegen feller tegenstanders zou een Kuneman hebben uitgeblonken, en een Jan van Schijndel, en een Schijvenaar. En niet te vergeten een Abe Lenstra. Om van Biesbrouck die even goed was als in Parijs tegen de Fransen maar te zwijgen, evenals van Kraak en Terlouw, die best zin hadden in meer en lastiger werk, maar het eenvoudig niet kregen, omdat de tegenpartij zich niet voldoende totgelding bracht.

Het is wel duidelijk, dat onze nationale ploeg haar dieptepunt gepasseerd is. Gelukkig! Een felicitatie aan Van der Leek en de K. en T.C. is ’t waard! Ook ai is ’t juist, wat Verlegh één dag vóór deze wedstrijd opmerkte, „dat de structuur van ons voetbal de ontwikkeling van onze prominente spelers remt” toch geeft de wedstrijd tegen Middlesbrough aanleiding tot verheugd commentaar op die ontwikkeling van enkele onzer topspelers. Een ontwikkeling, die ondanks deze remmen In een goede richting gaat.

Kuneman: steile vooruitgaande

Een duidelijk voorbeeld van een snel tot behoorlijke hoogte geklommen speler is Kuneman, die nota bene op de hem vreemde plaats van rechtsbinnen in zijn club speelt hij nimmer op die plaats een uitstekende wedstrijd leverde, zijn eerste verrichting in dit milieu. En een bewijs hoe een intelligent voetballer (volkomen tweebenig ook bovendien) ook op een hem onbekende plaats tot •u«U« aanpassing kan komen. Wat

Kuneman nog moet verbeteren Is zijn looptechniek. Het gaat bij hem alles nog wat zwaar en zwoegend en met de armen wordt nogal rijkelijk gezwaaid. Maar dat zijn kleinigheden in vergelijking met wat al bereikt is.

Ahe: productieï

Doordat Kuneman op uitstekende als schakelspeler fungeerde — en, zij het in andere stijl, de rol van Kees Kijvers overnam — kon Abe Lenstra in de voorste regionen blyven om tezamen met de buitenspelers en Van Melis voor de afwerking van vele, door Kuneman en de voortvarende en nitmuntend-stuwende en dekkende kanthalves van Schijndel en Biesbrouck opgezette aanvallen te zorgen. Lenstra deed dat speciaal in de eerste helft uitmuntend. Door zijn gladde techniek en zijn voortreffelijk spelinzicht kon hij steeds openingen maken o'f ervan profiteren. Daardoor ontstond de eerste goal — waarbij echter dient aangetekend, dat het (van onze plaats af gezien) verdacht veel op buitenspel leek — waarna Abe in de 2e helft nog eenmaal succes had, toen hij bij een snelle aanval en een fraaie pass van Van Melis op het juiste moment vlak voor doel was vrijgelopen om de Engelse keeper te kunnen passeren, zij het, dat zijn wat slappe schot niet onhoud-. baar was.

Vast staat echter, dat met Lenstra en Kuneman op de binnenplaatsen het Nederlands Elftal een duidelijke voorhoedeversterking heeft ondergaan. Zoner zouden wij t.a.v. Van der Tuyn en Groeneveld, de buitenspelers in deze oefenmatch, nog niet willen gaan. Groeneveld heeft een stuk beter gespeeld dan in Gent, maar zijn clubbeloften toch (nog?) niet ten volle ingelost. Er zat nog iets schuws in zijn spel. Waar tegenover staat, dat hij enkele malen zijn deel had aan handige combinaties en zijn schot een paar maal voortreffelijk was. Eenmaal leverde dat rechtstreeks een Nederlands doelpunt op (het 3e).

Van der Tuyn heeft in de eerste helft goed geprofiteerd van de exhorbitante vrijheid, welke de aarzelénde en gedesinteresseerde linksback Dicks hem bood, maar later kwam de kleine Schiedaramer in afnemende mate in het stuk voor. Hij is toch wellicht meer binnen- dan buitenspeler en het zoeken blijft nog naar een „echt«” vleugelspeler op de rechter-

wing. Ook voor de midvoorplaats blijft er nog genoeg te wensen over, al dient erkent, dat Noud van Melis met lofwaardige Ijver en ook met variatie in middelen getracht heeft, zijn plicht als midvoor te doen. Het zat hem niet erg mee bij enkele lofwaardige scoringspogingen, maar hij schoot ook wel in capaciteiten tekort.

O In onze defensie ging het wat men noemt „lekker”. Schijvenaar het zich geen ogenblik imponeren door de show der Britten en Terlouw dacht er precies zo over, terwijl de Jong goed assisteerde, al liet zijn wegwerken nog wel eens aan doeltreffendheid te wensen over. Kraak kreeg weinig gelegenheid zich te onderscheiden. Wat hij kreeg, behandelde hij foutloos.

MerlwaaTilige goals

Karei van der Meer bewijzende, dat ook top-scheidsrechters fouten maken annuleerde om, voor ons onverklaarbare redenen, een Brits doelpunt, gescoord, toen Nederland met 3—O de leiding had Ook overigens was hij niet feilloos, al ontglipte de leiding natuurlijk geen moment aan zijn geroutineerde handen. Na 3 minuten scoorde Abe, die een pass van de geheel vrij staande Van der Tuyn van dichtbij (in buitenspelpositie?) tegen doelman Ugolini opschoot en de terugspringende bal opspringend met de zool van z’n schoen in de touwen tipte. Na 10 minuten ontstond de fraaiste goal, een formidabel schot van Kuneman, die in één vloeiende beweging, de bal (gekopt door van der Tuyn) opving, vrijspeelde en met de andere voet schitterend en keihard inschoot. Daarmee kwam de rust. Wie een fel offensief van de Britten verwachtte, dat in de 2e helft zou losbarsten, kwam bedrogen tiit. In het veld bleef Nederland zeker niet de mindere en toen de Engelse defensie weer eens blunderde, scoorde Groeneveld 3—o. Ook bij de laatste goal van de onzen ging Middlesbrough niet vrijuit. Ugolini, de wel spectaculaire, maar niet geheel zekere keeper, liet een van dichtbij gelost, tam schot van Lenstra glippen (4—0). Het duurde tot vlak vóór tijd eer Mannion de eer maar dan toch maar zeer gedeeltelijk redde. Het eind kwam met 4—l voor Nederland. Mannion en Delapenha, de bekendste voorspelers der gasten, vielen zeer tegen. Hun goalgetter Alec McCrae (de geblesseerde Schotse linksbinnen) werd pijnlijk gemist. Maar, gesteld dat hij dezelfde slow-motion-tactiek had gevolgd als zijn ploeggenoten, dan zou ook hij de kans niet hebben doen keren.

reddende jiiló

– r Ditmaal niet en toch wel over^oetbal

Dit stukje gaat slechts zeer zijdelings over voetbal. Mag dat voo een keer? Deze rosé vellen papier bieden Ons iedere week zU‘ een welgevulde voetbalschotel, dat we het toch potdome wel e*” over iets anders mogen hebben. + Maar ik zie aan uw gezicht, dat u die schok niet opeens verwerken en daarom zal ik deze geschiedenis, die slechts zijdelings enz., toch maar met voetbal beginnen. Tenslotte zijn een voetbalblad. Nou dan. Mijn vriend James (ik bulk van de vrienden, maar dat is alt>J"’ als het je goed gaat, en het gaat me goed) is dol op voetbal. En doet het aardig ook, die James. Ik mag hem graag zien spelen. u}0? hij is het type, dat ik het liefst tussen de sprietjes aan het werk ' Omdat hij altijd speelt met kennelijk plezier, nooit vervelend vol geestdrift is en er de gang in houdt tot de laatste minuut. James is ook, en nu stappen we even van de voetbal af, als u nj tenminste de schok verdragen kunt, James is ook artist. Hij is van The Singing Fools, een kwartetje, dat met steeds stijgend optreedt. James zorgt voor de pom-pom, wat ik een geweldige tatie vind. Zegt u maar eens van 8 tot 10 uur achter elkaar en dan nog precies op de maat. Ter afwisseling zorgt hij voor andef’ geluiden en ik vind het fenomenaal, als hij in zijn neus knijpt en r zuiver een gestopt trompetje hoort. , — Hij ’s voor z’n zei hij, bij mij binnenschrijdend. Het contrO^^ is er door. Zes weken lang in het Kuurhuis. Morgenavond beginns we al. Hij wreef zich de handen, totdat ik er een van greep, om hem op recht geluk te wensen. Ik gun het de jongens, want ze werken beulen en dat gepompom valt om z’n dooiedood niet mee. — Maar eerst, en nu, beminde lezer en teergeliefde lezeres, korns we gelukkig weer even op voetbal, maar eerst spelen we morgen een fijn partijtje, zei hij. — Ik kom kijken, beloofde ik, en ik was er.

■ ■ Hef werd een big match tussen 2 partijen, die elkaar niets toegaven. f stand was O—O en bleef dat tot de historische ene minuut voor v» einde. Dit is een verhaaltje en dus speelt het beslist in die laatste ■ ''hinuut af. Een voorzet van links, om niet te gewagen van een S .,®wtstüingcTide inswinger, kwam voorlangs het doel gestoven. Ik zag -|C "OTnes, mijn James, nog fit als een hoen, aanstormen en zijn artistieke • onder de bal plaatsen. Tegelijkertijd — of was er een fractie ■ Verschil? — was de keeper er bij, om met uitgestoken vuist het leder S te werken. Vergeefs! S James raakte de bal en onhoudbaar suisde hij in de trillende ‘Ouwen. Goal! en alles, wat er was en dat was niet weinig, juichte S Uitbundig. S Gelukkig als een kind kwam James even later het veld uit. — Is-ie knots? zei hij. Ik had die keeper lekker te grazen. Maar hij mij, ■ Beloof ik, ook een beetje, want hij raakte mijn oog. ■ Ik zie het, zei ik, en toen hij even later voor het min of meer 'oerweerde spiegeltje stond, bewonderden we samen het kleurige ; 0‘oembollenveld, dat zich allengs rondom zijn oog ontwikkelde. ■ Hemel, zei James, en hij verschoot van kleur, hoe moet dat van-Bvond? T , hoe moet dat vanavond? Wie maakt er met zo’n oog zijn { "ebuut voor een volle Kuurhuiszaal als ’/J Singing Fools? James aan het piekeren. De trainer er bij. Maar de wonderspons, • ®wiedie tegen alle kwalen, faalde in dit geval. Zij deed de kleuren S fraaier uitkomen dan daarvoor. Toen ik aan het piekeren. En L was weer de flits. De reddingbrengende gedachte. f s Avonds in het Kuurhuis, voor een eivolle zaal, traden The ; Fools op in hun nieuwste creatie, vier keurige pikzwarte ■ pompomde dat het een lieve lust was. Ze hadden een nbundig succes. En van ’t blauwe voetbaloog was geen sikkepitje S ® ANTOINE. S

Voetbal- Journaal

Trevor Ford beboet. Het Is met de verkoop van Frevor Ford (ƒ 300.000) van Aston Villa naar Bunderland toch niet helemaal zuiver geweest, want na een onderzoek door de F.A. is Ford beboet met f 1000.—.

Weens voetbal bedreigd door staking. Er dreigt in Oostenrijk een staking der beroepsvoetballers, omdat zij protesteren willen tegen een verhoogde aanslag door het Ministerie van Financiën, welke hun zware geldsbedragen afhandig dreigt te gaan maken. Daardoor is meteen de interlandontmoeting Oostenrijk-Schotland welke op 25 Mei zou zou worden gespeeld op losse schroeven komen te staan, want als de Oostenrijkse spelers tot Mei a.s. van competitievoetibal verstoken blijven, zullen zij zeker niet tegen Schotland in het veld willen komen.

Argentinië wii met aile geweld de Spurs zien. Af en toe en met een zekere regelmaat, herhalen de Argentijnen hun aanbod aan Tottenham Hotspur om komende voorjaar Argentinië te bezoeken en daar een half dozijn wedstrijden te spelen. De Argentijnen zijn bereid, daar voor een garantiesom van ƒ 120.000 te storten. Een fantastisch bedrag! Engelands internationale kalender. In het volgende seizoen zal Engeland tegen Spanje spelen (in Londen, in November ’51.) Engeland—Frankrijk zal September ’5l of Maart ’52 worden gespeeld. Voor Mei ’52 staat er een Continentale tour op het program met wedstrijden tegen Zwitserland en Italië. In October ’53 ontvangt Engeland een FIFA-ploeg. Henri Govard naar Algiers. De bekende speler van de FC Luik, Henri Govard, vertrekt binnenkort naar Algiers waar hij voor • St. Eugene d’Alger gaat spelen. Na dagenlange onderhandelingen met een vertegenwoordiger van de Algierse club heeft het bestuur van FC Luik aan Govard toestemming gegeven om te vertrekken.

Gouden jubileum Velpse Voetbalvereniging Oprichtingsdatum: 5 Maart 1901

VORDERING OP NEC? VVO 2 speelde in de oudheid een thuiswedstrijd tegen Eendracht 2 (welke vereniging later een fusie aanging met Nijmegen en toen NEC vormde). Na afloop dronken de gasten voor ƒ1.50 aan limonade op en verdwenen vervolgens zonder te betalen naar de Waalstad. VVO draaide voor de kosten op. Bijgevolg hebben de Velpenaren nog een vordering op NEC, die nu wel eens betaald mag worden.

Vanzelfsprekend, voor de „Sportkroniek” hebben we altijd een uurtje vrij”, antwoordde dhr. J. Veenendaal op onze telefonische vraag, of we wegens het gouden feest van het Velpse WO niet een (voetbal)boompje konden opzetr ten. Maar, als de gang naar Velp samenvalt met een noodweer van de ergste soort, besluipen je de boze gedachten om maar af te bellen. Nee, zegt je betere-ik, denk aan de beperkte tijd van de VVOmensen. Zij bereiden een gouden jubileum v00r...,. ’k Heb geen spijt gehad van m’n bezoek aan Beekstraat 11. De deur stond reeds open en een met vertelstof geladen Veenendaal toonde zich een gastheer van de beste soort. Je weet, de jubileumscommissie heeft enorm veel werk verzet en nu zijn we klaar, en in afwachting van het feest. Het was anders een opdracht, die de Ju-Co van de algemene vergadering kreeg: Zorg voor de contanten, dat het Gouden Feest op waardige wijze gevierd kan worden! Er kwam een verloting, tuinfeesten, fancy-fairs, nederlaagwedstrijden, een oud-Hollandse Kermis, toneelavonden en het slot van het liedje is, dat de gelden voor een bescheiden viering inderdaad aanwezig zijn. En wat staat er nu allemaal te gebeuren, behalve de traditionele receptie?

Woensdag 28 Februari beginnen de feestelijkheden voor de kinderen, voor wie een paar sprookjes opgevoerd worden. Vrijdagavond 2 Maart is ér een reunie in hotel Naeff en heel oud-VVO waar ze zich in Nederland ook bevinden, zal hier aanwezig zijn. ’s Zaterdags, daarna, recipiëren we in De Vereniging en ’s avonds gaat de eerste opvoering van de révuè „VVO in ’t Goud”. Op Zondagmorgen Vindt de onthulling van een gedenkplaat op de Pinkenberg plaats en als slot op Zondag 11 Maart, weer in Naeff, een dinerdansant voor alle leden. Natuurlijk wordt de revue ook enige keren opgevoerd voor het Velpse en Rosendaalse publiek, net zoals we dat bij vroegere jubilea hebbén gedaan. Vroeger? We zaten meteen in de historie van VVO. Een kolfje naar de hand van Veenendaal, die immers jarenlang zelf in een der elftallen speelde en nu al weer 24 jaar het secretariaat waarneemt.

„ , „ vrienden Volgens de historie – stak hij van wal – is VVO als Olympia opgericht in de huiskamer van de familie v. d. Bovenkamp aan de Hoofdstraat door hoofdzakelijk

leerlingen van de kostschool Allan. Daarbij waren betrokken W. v. d. Bovenkamp, J. Buitenweg, F.

en C. Pantekoek, R. Erkelens, Wijlhuizen de gebrs. Heygewalt en R. J. baron van Pallandt. Di| clubje speelde op het terrein Dq Essop en behaalde in 1908 het al* gehele kampioenschap van de Gel* derse VB. In de zomer van 191 Q kwam VVO men had inmiddels de naam moeten wijzigen in ver? band met Olympia Gouda In het bezit van een behoorlijk speel* terrein op Rosendaal, dat baron F. van Pallandt (gratis) had lateQ aanleggen en waarvoor men tij* dens zijn leven nimmer pacht heeft behoeven te betalen. De beste jaren van VVO kwa* men omstreeks 1916: kampioen de# 2e klas. GVO werd voor de proe motie met I—o geklopt. Op he| Be Quick-terrein verloren de Vel* penaren met dezelfde (eigen doelpunt enkele minuteil voor het einde) van Enschede. 1919: opnieuw kampioen, docH Hengelo viel de promotie ten deel Helaas 1923 bracht degradatié. Heel wat serieuze pogingen cnl opnieuw de opgaande lijn te pak* ken te krijgen mislukten en n*( veel pech ging men zelfs in 193Ö naar de 4e klas. Na 27 jaar verhuisde de clulj van de Kapelleberg naar het schit* terend gelegen terrein in de nabij* heid van Rosendaal en Beekhui* zen. Voor alles Voetbalvreugd# In de 4e klasse Heeft VVO al* tijd een leidende rol gespeeld en je weet zelf nog wel van de span* nende duels met ESCA. Kort voo# en in de oorlogsjaren. Toen dq Enka-Sportclub in 1946. eenmaal promoveerde, volgden wij het volgend jaar. Zo staan de zaken eS dus voor. VVO is thans derde klasser en levert bevredigende prestaties. Het is een prettige ver* eniging met fiinke bestuursleden, die weten wat ze willen! Och, van* zelf is hun liefste wens: promotie van hun club naar de 2e klas, maar voor alles is hun principe Voetbal-Vreugde. VVO vijftig jaar. Wat zullen ze een plezier hebben, voorzittei? (Oom) Jan Koens, secretaris Jan Veenendaal, ere-voorzitter Henk Matzer, Gies Koens, oud-aanvoer* der van het eerste en thans 2e voorzitter, penningmeester K. Hagens, de tientallen reünisten en de honderden leden van de VVO-fa« mille. Wel, Velpenaren, ’t is jullie van harte gegund. En bij de stroom van felicitaties, die jullie ongetwijfeld zult ontvangen, voegt de Sportkroniek gaarne de hare. Proficiat, gouden jubilaris.

LEO DAALEMAN,

Over spelverruwing en nog wat

De maatregelen van het Bondsbestuur tegen ruw spel, juist nu ons spelpeil zo achteruit gaat, geven toch wel te denken. Er wordt gezocht naar de oorzaak van die dalende lijn; de één geeft de schuld aan „het systeem”, een ander aan onvoldoende lichaamstechniek. De laatsten zijn m.i. het dichtst bij de oorzaak. Spelverruwing is meestal geen opzet. Dikwijls heeft de speler zijn lichaam niet in bedwang. Zeker er zijn ook voorbeelden, dat spelers, opgezweept door „bloeddorstige” supporters bewust hun gebrek aan lichaamstechniek achter ruw spel verbergen of die niet tegen hun verlies'kunnen en zich door ruw spel proberen te handhaven. Ons spelpeil is slecht, ons spel verruwd, tegen beroepsvoetballers kunnen wij niet op, tenminste zo lang wij amateurs blijven, zegt „men”, maar is dat werkelijk te wijten aan het feit, dat wij amateurs blijven? Waarom konden onze amateurs voor de wereldoorlog wel aan beroepsvoetballers meer dan behoorlijk partij geven? Waarom toen wel en nu niet? Beroepsvoetballers moeten trainen, totdat zij èn lichaamstechniek èn systeem volkomen onder de knie hebben. Omdat deze geld verdienen, kan men hen d w i n g e n om te trainen, onze amateurs kan men dat niet. Nu niet, maar voor de oorlog blijkbaar wel. En die ama-

OgilriL • Be-Quick redt. Rechtsback ' iaC • U heeft zijn plaats ingenomen. (foto BoonstraJ

teurs, die zich in beroepsploegen in het buitenland handhaven? Is het na-oorlogse-begrip over sport niet de oorzaak? Wij moeten immers bij voetbal spreken van voetbalsport en niet van voetbalspel. Is het dan bij onze spelers niet meer zo, dat als zij spelen tegen tegenstanders, die beter voetballen dan zij hun sporteer geprikkeld wordt osn het ook zo te doen? Om het hoogste te bereiken is de gelegenheid thans beter dan voor de oorlog. Immers de verenigingen beschikken nu over betere velden, betere kleedlokalen, oefenmeesters. Dat de amateur geen tijd heeft, is onzin. Waarom kon Karei Lotsy ons voetbal destijds uit de put halen? Hadden die amateurs toen ook geen tijd. Is – 7 ’t Nederlands elftal of in t eerste elftal van een club te spelen ot om met clubgenoten het elftal hoger op te werken. _ . Kunnen wij met trainen en net zo goed voetballen als profs Ja, dat kunnen wij als wij onszelf afvragen waarom wij aan sport doen. Laten spelers, leiders, supportas ieder voor zmh afyragen of wij het woord SPORT begrepen hebben en met een kleine verandering het spreekwoord nazeggen 7* spelpeil, maar begin bij U zelt . CaTé.-Oefenme^stér.

Jaarverslag 1950 Amsterdams Bureau Mcdisclic Sportfceuring

Het record-cijfer van 8758 keuringen in 1949 werd met 707 overtroffen en bedroeg 9465. Hiertoe behoorden 5610 voetballers. Van hen werden 5048 goed- en 391 voorl. goedgekeurd; afgekeurd werden 89, voorl. af gekeurd 82.

548 i Personen lieten zich voor de eerste keer keuren; 3716 kwamen voor herkeuring. Er waren er, die zich reeds 10 en meer keren aan de keuring onderwierpen. Door een meer efficiënte indeling en door de zeer grote medewerking van de artsen vonden in minder zittingen een groter aantal keuringen plaats.

Op het verzoek aan B. en W. om subsidie is afwijzend beschikt, omdat de wethouder voor de Openb. Gezondheid van oordeel is, dat de sportkeuring door personen

en organisaties dient te wordeil betaald. Wel berichtte het Ge* meentebestuur, dat de huur vaf| het keuringslokaal, dat is geves* tigd in het gebouw van de G.G.D, in de Helmersstraat, met 15 pCt, werd verhoogd, zodat het bestuuê alle moeite heeft om de begroting kloppend te krijgen. Over 1950 i 9 er een nadelig saldo van ƒ 2.033,0d en de secretaris, dhr. Jac. v. Pa* reren, doet een beroep om het Bu* reau financieel te steunen. Juisll voor het afdrukken van het verslag ontving het bestuur eeij nieuw contract, waaruit blijkt, dat thans ook voor verwarming ƒ 265 meer moet worden betaald.

IZl) ICI TkAAD I?\T ff ITDOF A TkFM MilS UUUK ïilN ILiJddLAUIiJN

Bii ons vindt de jeugd meer gelegenheid voor voetbal- LfS4J T? I 4 Procentsgewps krügt in ons «or in Engeland. Voor f 0.10 wordt in Nederland de in de gelegenheid gesteld in clubverband te spelen. Tienduizenden jongeren profiteren hiervan en dit wordt moge- lijk gemaakt door ons amateurstelsel, Het gevaat van prestige voetbal etVelocitas) ei U./ lemand, die het weten kan, dat „levenskwestie voetbal geleid heeft tot de

twiststrijd, die ons men de Oostelijke clubs reeds de gel/iej( ofk ” foutfeTé handelwijze maaktf dat somi mise Oostelüken in het veld i t-» * varkentje zullen wij een eventjes wassen” tegenover zich ten onrechte superieur voelende Westelijken. Gevolgen: het Oosten zit met de slechte naam en het Westen met de geblesseerden, over en weer maar voetbar is we\r geworden .u. Bovenstaande mening die wlj slechts weergeven voor wat ze waard is, houdt een waarschuwing m voor de

liefhebbers, dat vlltbll Inder IbnormMe* lmstandigheden een gevaar kan '"'®'''deb. zeker ook voor het spelpeil. Laten wij tonen, dat amateur zich tegen deze bedreicinc on sportieve wiize kin verTettln verzeilen.

De dolkstoot

rjTttii vohldiß f' ®7 volledig amateurisme te wil‘7-™®ar toch te zijn van een openlijke bètaling. die dan tot doel zou hebben het echljnamateurlsme de kop in te drukken.

. ■iiriis i. Dflarna®® j t e»* \rav\ >lri|| iiNeull bet IW niet hinden IÏaÏiV luisteraars doet ïln ? rMdi balletje lüi wat » 'n een ®fVygp )Veji®tzner er werkeiu» '’"‘Bd. dat

er in de beroepsvoetbalwereld ell lllb''gaan”?“- Nee de clubs zullen hun kostbare installaties en velden niet meer laten vernielen door de zsi kamelen, die het nóóit leren. De ynllen ria« bü Ho ballltlgl ntet meer naar dl mini tuten „Wat'kèn die mensr is de dolkstoot in de rug van die duizenden kleine en grote jongens, die vol geestdrift de voetbalsport beoefenen. maar die het waarschijnlyk nooit tot een eerste of tweede elftal zullen brengen,

De overheid en de sport 'Clubblad Achilles)

Het is mii bij vele gesprekken over het amateurisme gebleken, dat de invloed van het in onze sport ingevoerde commercialisme zo groot is geworden, dat van een krachtig herstel van de oude geest van het amateurisme van binnen uit wel niets zal kunnen komen. Ik geloof, helaas, dat die oude geest de huidige voetbalgeneratie niets meer te zeggen heeft en deze niet meer kan pakken. Desondanks blijf ik van mening, dat slechts een op amateuristische leest geschoeide voetbalgemeenschap in staat is die functie te vervullen, die men terecht van belang acht, voor een zo goed mogelijke opvoeding van de Nederlandse jeugd.

Doch dat doel kan men slechts bereiken, als men die sportbeoefening zo zuiver mogelijk maakt. D.w.z. zonder bijoogmerken, die strijdig zijn met het w e z e n van de sport. Maar dan moet men zoda' nige sportbeoefening ook mogelijk maken. Kan de sportorganisatie zulks niet, dan zul' len anderen dit moeten doen. Is sportbeoefening belangrijk voor de Nederlandse ge■ meenschap, dan zorge die ge' meenschap er voor, dat deze sportbeoefening geschiedt. t De overheid biede hier de helpende hand. Zij kan niet I tolereren, dat een deel van de j opvoeding van de Nederlandt se jeugd afhankelijk is van en ■ beïnvloed wordt door het doen ’ en laten van de individuen, I welke niet verantwoordelijk voor deze opvoeding.