F. 1062.

I

WOENSDAG 6 MEI.

1891

mmttmmm^mmmnm■>m«b0m\

Prrhblai» grmijb anti (l"l|ti(tfliiiic i|ilaut|ïi>jiif.

de wolken, en alle oog zal Hem zien, ook Redacteur: J. VAN 'T LINDENHOUT. FT^9 "™" h6bt ™ MÖ ^ SÖ

flegenen, die Hem doorstoken hebben; en alle geslachten der UitfleveP". P. J. MILBORN, Joh. 12 va. 3.

wrde zullen over Hem rouw bedrijven; jaamen. ^ ^ ^ NlJMEGEN.

Dit srJ^Krrr§i,« SiftSMs

De macht van hot Evangeiie.

En Hij zeide tot hen: Gaat heen 1 in de geheele wereld , predikt het ] Evangelie aan alle creaturen.

Mark. 16 :15.

Een verheven bevel, van de grootste beteekenis ligt in deze weinige woorden ' opgesloten, waarbij wij eenige oogenblik- 1 ken onze aandacht willen bepalen, om in 1 het bijzonder te letten a) op I lem, die het bevel geeft, b) op hen, aan wie de 1 last wordt opgedragen , c) op hetgeen die last in zich bevat en d) op hen, aan wie die heerlijke boodschap gebracht moet worden.

't Is zeker een post van groote beteekenis, de gezant te zijn van een koninklijk of keizerlijk hof, niet enkel om de betrekking, waarin hij staat tot de hoogstgeplaatsten in den lande, maar ook om de macht, die de regent te zijner beschikking stelt. De verschijning van een gezant bij gewichtige gebeurtenissen op staatkundig gebied brengt menigmaal groote beweging en ontroering te weeg. Wij herinneren ons nog, hoe een twintigtal jaren geleden de volkeren van Europa opeens werden opgeschrikt, toen de gezant van Keizer Napoleon III te Eins kwam en den Konini* van Pruisen verklaarde, dat de oorlog0beslist was. Ontroering greep aller harten aan; reeds lang leefde in de gemoederen het voorgevoel, dat, zoo het tot een uitbarsting kwam, het te vreezen stond, dat de macht van Napoleon III de Europeesche volkeren voor zijn ijzeren septer zou doen bukken; de herinnering aan den eersten Napoleon was nog niet uit het geheugen gewischt. Genoeg, om u de beteekenis duidelijk te maken van de zending van een gezant.

Maar wat zijn alle aardsche machten in vergelijking van dien Eénen, van AVien staat aangeteekend, dat Hij dood is geweest en nu leeft, om nooit meer te sterven. Wat zijn die machten, die wel dood en verderf hebben gebracht, maar geen enkelen doode het leven konden teruggeven , tegenover Hem, die Zichzelven vrijwillig gaf in den dood , maar Dien de dood niet houden kon en door Wiens levenskracht de zware steen van voor het graf werd afgewenteld, toen Hij uit de vallei des doods te voorschijn- en het leven weer intrad, tegenover Hem, die kon zeggen : Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde ! Wat is aardsche grootheid in vergelijking met de majesteit van Hem, die niet alleen de volken en natiën der aarde regeert, maar die ook den sterren aan het hemelgewelf met Zijne heilige vingeren de baan aanwijst, die zij volgen moeten;

Hij, de uit den dood verrezene en in het leven weergekeerde, die dood en graf heeft overwonnen, heeft nog een laatste bevel aan Zijne jongeren te geven. Had Hij Zijne discipelen, die Hij had uitverkoren, reeds met den merkwaardigen titel van apostelen begiftigd. en, toen Hij hen aan het meer van GaJilea tot Zijne volgelingen riep, hun gezegd: »Ik zal u visschers der menschen maken," thans heeft Hij nog een laatste woord aan hen, een woord van de grootste en heerlijkste beteekenis en dat is:^ Gaat heen in de geheele wereld, predikt het Evangelie aan alle creaturen. Gaat heen als Mijne gezanten.

Gezant te zijn van Hein, in Wien alle

macht zich vereenigt en voor Wien alle machten zich eens zullen buigen, is dat § geen groote, heerlijke taak? Is er ooit een < last toevertrouwd, zoo grootsch en ver- 1 heven als deze? Voorzeker, neen. '

En aan wie wordt die last opgedragen ? i Wanneer de wereld voor Christus gewon- < nen moest worden door de geleerden, die i elkander zoo gaarne den eerepalm der wetenschap uit de hand rukken, die voortdurend j ernaar streven den top van den Olympus te bereiken als het meest onbestemde, dat zich < denken laat, zoo zouden wij niet zonder : reden eraan wanhopen, dat de taak, hun op de schouders gelegd , ooit zou worden volbracht. De Ileere God , die het beter weet dan alle menschen, heeft die groote taak dan ook niet alleen opgedragen aan hen, die onderwezen zijn aan de voeten van Gamaliël, maar veeleer aan de eenzame, zoekende zielen, de taak, om de boodschap van genade en vrede , van redding en verlossing al den volkeren te verkondigen. De Heiland had het ook reeds vroeger gezegd, dat het verborgen was voor de wijzen en verstandigen, maar tevens toch zoo eenvoudig was, dat het den kinderkens werd geopenbaard.

Dit sluit niet uit, dat wetenschap en kennis niet een groot voorrecht zouden zijn voor den Christen; het tegendeel is waar. Waar zij met voeten worden getreden, is dweperij het gevolg, inplaats van dat een zuiver christelijk leven ontwaakt. Het christendom staat niet vijandig tegenover de wetenschap, maar wel de wetenschap buiten God tegenover het christendom, omdat zij de plaats van hetzelve wil innemen.

Die eenvoudige mannen, uit de lagere kringen der maatschappij geroepen, waren allen verschillende persoonlijkheden. Wat hen ook mocht vereenigen, de vloek der eenvormigheid rustte niet op hen; t waren allen verschillende personen, met verschillende karakters. Wij noemen u den vurigen Petrus, bij wien hart en lippen bijna nooit gescheiden zijn, die uitsprak wat hij dacht, die voor niemand terugdeinsde, maar straks weer zoo machteloos kon zijn als het schuddende riet. Wij wijzen u op den liefdevollen Johannes, die bij al den ernst zijner ziel toch nooit den geest der liefde miste; op Jakobus, die den nadruk legde op het eigen persoonlijk leven en bij wien woord en daad met elkander in overeenstemming j waren. Die mannen, hoe ook in karakter, aanleg en ontwikkeling van elkander onderscheiden , waren niet gescheiden; want Christus was voor hen het punt van vereeniging en zij nu worden door Christus tot dit groote en heerlijke werk uitverkoren. Daartoe had de Heere hen geroepen en waren zij Hem gevolgd en niet alleen getuigen geworden van de groote wonderdaden, die Hij verricht had, maar zij hadden ook mogen luisteren naar de woorden ' Zijner lippen. Zij waren bekend gemaakt met de verborgenheden van het Koninkrijk Gods en de Heiland hadhunniethetonderwijs van vroegere geleerden, maar persoonlijk Zijn eigen onderricht medegedeeld.

'Tot die mannen, zoo verschillend van elkander, zoo geheel ongeschikt en onbekwaam in zichzelf, wordt gezegd: Gaat s heen in de geheele wereld, predikt het s Evangelie aan alle creaturen. Wanneer wp t daar tegenwoordig geweest waren, toen dit - bevel door den grooten Meester hun werd i gegeven, zouden wij er zeker ernstig aan getwijfeld hebben, dat dit elftal ooit in ; staat zou zijn, die groote taak te volvoeren.

Wat toch zijn die elf mannen in ver- t gelijking met 'de machten dezer wereld; ( een paar romeinsche krijgsknechten kunnen { hen ter neder vellen. Wat zullen zij ver- ] mogen tegenover het godsdienstig stelsel, < met zooveel overleg en berekening in ' elkander gevoegd door de geleerde rabbij- 1 nen van Israël; wat uitrichten tegen het i Farizeïsme, dat zichzelf op den troon had ] geplaatst? Zullen zij in staat zijn den tem- i pel van eigenliefde en zelfverheffing in den vorm van het godsdienstige te doen ineenstorten? En al mochten zij dat ook tot stand brengen, wat zullen zij vermogen tegenover Griekenlands wijzen, tegenover de macht van de Cesars van Rome? Ware hier niet een Persoon, die Zich bewust was een macht te bezitten, grooter dan de geheele wereld, Zijn bevel ware de grootste dwaasheid geweest. Hoe ongeschikt moesten die mannen niet beschouwd worden voor dit hun opgedragen werk. Hoe zouden zij die last volbrengen, waar Griekenlands i wijsheid haar toppunt bereikt had, de macht der Cesars tot haar hoogste ontwikkeling gekomen was ?

Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde, zegt Jezus en Zijn almacht wordt volbracht in zwakke werktuigen, die in zichzelven de kracht daartoe missen, maar die daarom bij God zoeken. Voor achttien eeuwen, toen het Christendom zich moest opsluiten in een donkere kamer in Israëls hoofdstad en Christus' glorie was ondergegaan aan het kruis, toen niets dus een gunstigen uitslag kon voorspellen, sprak de Gekruiste en Opgestane dit merkwaardig bevel uit. En wat zien wij na achttien eeuwen? Is die last niet volbracht? De einden der aarde hebben de stem vernomen, die vrede verkondigt door het bloed des kruises, Kaffer, Moor en Indiaan bidden den Heiland aan.

Letten wij thans op hetgeen deze last des Heeren in zich bevat, wat in denzelven ligt opgesloten. Er lag niet in opgesloten, dat zij van Hem zouden scheiden, maar van elkander. Niets is gevaarlijker dan het samenwonen van vrome menschen, niets schadelijker voor het leven der ziel dan die geestelijke broeikassen, waarin door allerlei middelen het gemoedsleven wordt geprikkeld en opgedreven. Voorzeker is het heerlijk, als kinderen Gods samen te wonen, maar niets treedt het waarachtig geestelijk leven meer hinderend in den weg dan eenvormigheid. Zoodra vrome menschen bij elkander in vrede wonen, zullen zij spoedig hetzelfde gaan denken en spreken. Ik heb vrienden, die in hunne gesprekken altijd op een en hetzelfde punt neer komen , n.1. op de wederkomst des Heeren; ik heb andere vrienden, die deze begrippen voor dwaalleeringen houden en al den nadruk hierop alleen leggen, dat alles uit God is, Hij is de Souvereine, die het willen en het doen werkt naar Zijn welbehagen. In een anderen kring spreken zij uitsluitend over algemeene of over bijzondere verzoening; allerlei gedachten en meeningen treft men bij de verschillende [ christenen aan en wanneer nu deze geloovigen ■ zich immer samenbevinden, dan komen er al ; spoedig personen in die kringen, die niet t vragen: wat zegt het Woord van God, maar j wat zegt deze of die vrome? Ik zal nooit t tot de roomsche kerk bekeerd worden, omdat l ik nooit iemand in de plaats van den Heere ] Jezus dulden zal; maar evenmin als ik er i den paus in wil hebben, evenmin duld ik . S er een Luther of een Calvijn. Neen, Chris¬

tus in de eerste en de eenige plaats, Hij die Zijnen jongeren den last heeft opgedragen : Gaat heen in de geheele wereld, predikt het Evangelie aan alle creaturen. Gaat heen, scheidt van elkander met de verschillende karakters, u eigen, met uwe verschillende inzichten, met de verschillende mate van het licht, dat God u heeft medegedeeld, en predikt het Evangelie aan alle creaturen. Nu worden zij niet allen Paulussen of Johannessen of Thomassen, maar de verschillende waarheden der Heilige Schrift worden door die verschillende mannen, elk in hun eigen vorm gebracht, en waar zij weer met elkander geplaatst worden om het middelpunt Christus, leert men elkander waardeeren en opbouwen in het allerheiligst geloof en zoo is het Evangelie niet alleen een licht, maar ook een zuurdeeg, dat alles doortrekt.

Gaat heen en predikt, dat is de beteekenisvolle last, dien de Heere legt op de schouders van Zijne jongeren. De Heiland zelf heeft ons een voorbeeld gegeven, van wat wij onder prediken moeten verstaan. De Heere wil niet, dat wij daaronder alleen een prediking van kansel en katheder zullen begrijpen, neen, de prediking, waarvoor Jezus Zijne discipelen uitzond, was van veel omvattender beteekenis. Wat was de macht van Jezus' woord? Deze, dat Zijne woorden volkomen overeenstemden met Zijne daden. Wat was de kracht van het getuigenis der apostelen ? Dat hunne beljjdenis van den Christus geheel gedekt werd door hun handel en wandel. Een prediking van den kansel zal weinig invloed hebben, wanneer het leven van den prediker niet in volkomen harmonie is met hetgeen hij verkondigt, en waar de Heere Jezus zelf een van de grootste zegeningen had in Zijn nachtelijk gesprek met Nicodemus, daar ondervinden ook wij v.iak den grootsten zegen, niet waar wij geroepen worden het woord te voeren tot honderden, maar waar wij treden aan ziek- en sterfbedden. Meer zegen zou ongetwijfeld gezien worden op de prediking des Evangelies, wanneer zij, aan wie die taak is opgedragen, meer gedrongen werden door den nood der zielen en zij de menschen meer bezochten in hunne huizen. Ik houd mij verzekerd, dat verreweg de meesten der millioenen, die reeds juichen voor den troon des Lams, voor Christus gewonnen zijn beneden den kansel.

Predikt het Evangelie, niet een, maar het Evangelie. Was er sprake van een Evangelie, dan konden wij nog een tweede, een derde, enz. verwachten, en er is slechts een Evangelie. Wel lezen wij in de Openbaringen van Johannes van het eeuwig Evangelie, maar dat is geen ander dan het Evangelie van Gods eeuwige, onveranderlijke liefde.

Wat is het Evangelie ? 't Is dat wat de Heilige Schrift ons zegt aangaande den Christus Gods, als in één hoofdsom begrepen in deze woorden : Alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijnen eeniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die ■ in Hem gelooft, niet verderve, maar het i eeuwige leven hebbe. Het Evangelie is . [ Wij dan gezanten van Christus' wege : bidden u: Laat u met God verzoenen. • Het Evangelie is het kruis van Christus t en Hem, die gestorven is voor onze zonden t en opgewekt tot onze rechtvaardigmaking. j Het Evangelie is, dat het niet is de mensch, r die God, maar dat het God is, die_ den c mensch zoekt, die evenals de herder in de - gelijkenis zoekt het verloren schaap, als de