N°. 1772.

Woensdag 14 December.

1904.

Weekblad gewijd aan Christelijke Philanthropie.

HIT OOSTII.

^y^^l/^WVWMV^ft^l^i^l^^AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA^^

Doet recht den arme en den wees, rechtvaardigt den verdrukte en den arme.

Psalm 82 : 3.

ORGAAN

van de WeesinricMing te ^eerbosch,

De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en den Vader is deze: wee zen en weduwen bezoeken in hunne verdrukking, en zich zeiven onbesmet bewaren van de wereld. Jakobus 1 : 27.

Aangesloten bij den Centraal-Bond van Christelijke Philanthroplsche Inrichtingen in Nederland.

Onder redactie van den Directeur.

LB3DB1T "V^-lNr HET BESTTJUE:

Ds. A. PIJNACKER HORDIJK, Voorzitter, te Nijmegen. — Ds. .T. SCHRIJVER, Pred.-Directeur, te Neerbosck — D. J. HASPELS, Penningmeester, te Nijmegen.

A. BOSMAN te Nijmegen en Mr. A. Baron VAN HEECKEREN VAN KELL te Angerloo, Leden der Comm. van Financien. — E. J. GRIEFIJN te Arnhem. J. VAN ZWET Wzn. te Rotterdam. C. W. Graaf VAN LIMBURG STIRUM te Arnhem. — Ds. A. VOORHOEVE te Amsterdam. — Ds. B. TEN KATE te Rotterdam. — Ds. J. D. VAN ARKEL te Ellekom.

Mr. E. Baron MACKAY te Arnhem.

Dit blad verschijnt eiken Woensdag. Abonnementsprijs per halfjaar ƒ 1.50. Afzonderlijke nummers 10 Cent. Prijs der Advertentiën: van 1—10 regels ƒ1.— , elke regel meer 10 Gent. Advertentiën gelieve men franco te zenden aan het Bureau van Het Oosten; ingezonden Stukken aan de Redactie en Gelden aan de Commissie van Financiën te Neerbosch.

Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel.

bij een paar komen de waterlanders voor den dag .... stil zijn ze allen. Jannetje kijkt Gerritje met een veelzeggenden blik aan, en wil zeggen: zie je het nou, dat er een echte Sinterklaas is. Ze zijn allen verbaasd. Wat ziet die oude man in zijn lang rood kleed, met myter en kruisstaf, er deftig uit. Onbewegelijk zijn echter de trekken van zijn gezicht, en indruk maakt die baard, zoo lang, zoo wit. Hij groet vriendelijk, en nu wordt hij onthaald op de liederen voor dezen avond, die ze goed hadden geleerd, de kleinen. Dat ging alles mooi.... „de maan scheen door de boomen," en de vrees week; maar daar kijkt hij eens rond, de goede oude, en vraagt aan de juffrouw hoe de kleinen zich gedragen , of ze zoet zijn, of ze niet in bed ... en daar kwam de gard. Ze beloofden echter voortaan meer zorg te zullen hebben voor hun broek en hun bed, en vluchtten gauw naar mijn vrouw, die haar opwachting ook maakte bij Zijn Eerwaardigheid, of bij de bekenden in hun buurt. Kindertranen verdwijnen echter zeer gauw, en in minder dan geen tijd, wemelde en krioelde alles dooreen op den grond, om de zoetigheden machtig te worden die uitgestrooid werden. Dan nog een uitdeeling van lekkers aan ieder nog eens een lied, een groet, een zucht, een blik op den buit, een druk gepraat: wat had ie dit en wat deed ie dat .... om ten slotte te droomen van een schoorsteen. — Neen, die heele kleintjes denken niet aan het ouderlijk huis, zij denken aan den goeden Sint, die gezegd heeft aanstaande jaar, bij leven en welzijn, weer terug te komen.

Nu naar het Elim der kleinen,

De illeeslen zitlen klaar oiri met koperen keel aan te heffen „Vol verwachting klopt ons hart", enkelen kijken vreesachtig naar de deur. Wij waren er eerder dan de Spaansche reizigers, en gingen nu met de dappersten Oome Sint door den schoorsteen toeroepen om vooral niet voorbij te gaan.

Sommigen waren niet bang' ottï er vlak onder te gaan staan, maar anderen draafden naar hun plaatsen terug, niet afwachtend of er ook verrassingen uit kwamen vallen. Eindelijk, daar stampt de bisschopsstaf op den grond, zijn deftige schreden komen nader, de deur gaat open,

die nog school gaan en waar ook de kleine werkmeisjes wonen. Wij kwamen dus bij een grooter geslacht, en zouden ze straks met vaste stem aanheffen: „ Zie de maan schijnt door de boomen" , ja , werd hier met groote beslistheid ver¬

zekerd, dat het uitzicht was op de „koek'' en dat niemand angst had voor -den zak", toen het

er op aankwam, was er toch de noodige ernst tegenover Zijn bisschoppelijka Eerwaardigheid. Statig kwam hij de eetzaal door en achter hem kwam „de zwarte" aanschrijden, de armen vol met het meest begeerde. In de stop- en breizaal werd nu een kring gevormd, werden eenige inlichtingen gegeven, en bleek het dat er

t=- Kroniek -=■ der Weesinrichting.

Belofte maakt schuld .... en daarom zal ik verder gaan met het onderwerp, dat ik in het vorig nummer nog wel even aanstipte, maar toch liet rusten. Dat doe ik ook hierom, wijl mij dikwijls gevraagd wordt: en gaat het met de kinderen op Neerbosch nu net zoo als met andere kinderen? Zoo bijvoorbeeld nog pas een kleine kerel in een Zeeuwsche pastorie... en komt Sinterklaas er dan ook? een heusche? Natuurlijk laten wij de kinderen hier zooveel mogelijk terugvinden , wat in het huisgezin bestaat. Geloof het maar vrij, dat een ouderlooze, al vindt hij nog zoo'n gastvrij dak boven zijn hoofd, al treft hij nog zulke eerlijke pleitbezorgers en liefdevolle verzorgers aan, geloof het maar vrij dat hij dikwijls oogenblikken doorleeft van bange eenzaamheid, tijden waarin het geleden verlies diep, zeer diep wordt gevoeld. Dan zoekt men een stil plekje en peinst, dan ligt men wakker op bed en denkt aan woorden door vader en moeder eens gesproken en die niet vergeten worden, dan loopt men zonder vreugde te midden der uitgelatenen en gaat gebogen onder zijn lot: er is niets, niets meer aan te veranderen. Zie, daarom moet het huiselijke zooveel . mogelijk worden bevorderd , waar in massa wordt opgevoed. En dat moet geschieden naar de gewoonten van het tand waarin men leeft.

Welnu, de grijze Sint is op Neerbosch geweest en hij had zijn zwarten knecht bij zich. Ja, hij had veel bij zich: zakken vol met moppen om te strooien en borstplaatjes met suikergebak in overvloed. En daar keek groot en klein met blijde oogen naar. Maar naar dien gard en naar dien zak... ach, daarnaar werden benaauwde blikken geslagen. Was het wonder? Bij u zijn eren bij ons. zijn er ook, die wat op hun kerfstok hebben staan en

dan bij zoo'n gelegenheid niet al te zeer op hun gemak zijn.

Kom, laat ons echter eens uitloopen , misschien komen we de eerwaarde reizigers tegen en dan gaan we hier en daar eens kijken. Daar gaan ze al, od weg naar het

Moederhuis. Allen zitten in de speelscliool.