zulk een ver om zich grijpend, benauwend rookend, lang smeulend vuur, wordt dikwijls ook aangestoken door een booze lastertong. Dat doet pijn en het meest nog hem, die het goed meent en zich onschuldig gevoelt; die zich met den apostel Paulus oefent om een goed geweten te hebben, beide voor God en menschen. Maar ik kan u toch ook weer een troost aanbieden uit onzen psalm, namelijk: Troost er timede, dat gij kruisgenooten hebt; denk er aan, zoo is het anderen en beteren dan u van oudsher ook gegaan; er staat: „Hij is als scherpe pijlen, als vuur in jeneverstruiken", zoo klaagt toch in dezen psalm een onbekende vrome reeds voor duizenden jaren. En is het geheele psalmboek niet vol van zulke klachten? Zegt ook niet de meester van het N. Testament tot Zijne jongeren: „Hebben zij den heer des huizes Beëlzebub genoemd, hoe veel meer dan zijne huisgenooten ?" En is er ook slechts één pelgrim Gods van oude tijden af ooit ongemoeid en onbesproken door de wereld gekomen? Daarom zegt een beroemd man:

Belastert men uw goeden naam,

Wil toch niet moedloos klagen. Het zijn de beste vruchten meest Waaraan de wespen knagen.

Daarom zegt ook een oud prediker: Moeten wij ook door de benden van lasteraars gaan, wij hebben veel voorgangers op dien weg. Wij zien Mozes en achter hem de lasterende bende van Korach, Dathan en Abiram ; David en achter hem Simei', die hem vloekt en hem met steenen werpt; wij zien Jezus en achter hem de woedende Joden, die roepen: weg met Hem, kruisig Hem! Na Hem zien wij nog zooveel duizend martelaars; wij willen met hen gaan :

Hier door spot en hoon,

Daar de eerekroon.

Hier is 't hopen en vertrouwen.

Daar bezitten en aanschouwen Want de eerekroon Volgt op spot en hoon.

Daar de eerekroon. Daarom zeg ik u tot troost:

3). Verheug u in het vooruitzicht van het Vaderland.

Vs. 5. „Wee mij, dat ik een vreemdeling ben ik Mesech, dat ik in de tenten Kedar's woon."

Vs. 6. „Mijn ziel heeft lang gewoond bij hen die den vrede haten." Mesech en Kedar, dat waren ruwe barbaarsche volken, daar waar nu Turken en Tartaren huizen. Het is den psalmist onder de pijlen van laster, die om hem snorren, bij de booze tongen, die als scherpe zwaarden tegen hem uitgetrokken zijn, alsof hij onder wilde barbaren leefde. Waarlijk, het kan ons ook soms te moede zijn, alsof wij onder Turken en Tartaren leefden, wanneer er onder de christenen zooveel gelasterd en gescholden wordt. De tijd kan ook lang vallen onder

hen, die den vrede haten; men zou vteubegeeren als de duiven om zich boven allen strijd dezer aarde op te heffen tot de eeuwige tenten des vredes. Maar dan, mijn ziel, als het u zwaar valt, om een vreemdeling in Mesech te zijn, omdat weinigen u recht verstaan, weinigen u liefhebben in deze vreemde wereld; zeg dan tot troost tegen u zelve: Godlof, ik ben slechts een vreemdeling en heb mijn vaderland ergens anders ; elke dag brengt mij daar naderbij ; daarop wil ik mij zooveel te hartelijker verheugen, hoe meer de wereld mij ontzinkt. Dan hef ik, vol van heilig verlangen het pelgrimslied aan:

lk ben een gast op aarde

En voel mij hier niet thuis, Den schat van groote waarde Vind 'k eens in 't Vaderhuis.

Hier moet ik werken, strijden

'k Ben moe van 't zwerven vaak, God zal mij daar verblijden Doen rusten van mijn taak.

Ondertusschen:

4). Jaag den vrede na. Dat is de vierde raad, die uit onzen psalm voor een pelgrim Gods te putten is.

Vs. 7. „Ik ben vreedzaam; maar als ik spreek, hebben zij oorlog." Dat is de laatste bekentenis van den psalmist. Nu laat zij dan oorlog hebben, als zij niet anders kunnen; als gij maar niet begint, noch tegen, noch voor hen; houd u er aan: Ik bewaar den vrede. Zalig, die dit van zich zelf betuigen kan. Zalig zijn de vreedzamen, want zij zullen Gods kinderen genaamd worden. Ja, kinderen van God: bewaart gij ten minste den vrede. Als zij strijd beginnen, begint gij niet! Als zij schelden, scheldt niet weder. Als zij lasteren, lastert niet. Als het mogelijk is, zooveel in u is,

houdt vrede met alle menschen, zoo vermaant de apostel. Zoover het een christen mogelijk is, laat ons met ieder in vrede en vriendschap leven — dat bidt de vrome. En als ons dat menigmaal zwaar valt, zien wij dan op het Lam Gods, tot den grooten Vredevorst, die niet wederschold als Hij gescholden werd, niet dreigde als Hij leed ; maar gaf het over aan Hem, die rechtvaardig oordeelt.

Onder Zijne vleugelen willen wij een schuilplaats zoeken; tot Hem willen wij bidden, dat Hij ons vervulle met Zijn geest des vredes; en door strijd en moeite, als Zijne pelgrims, voere tot den eeuwigen vrede:

Jezus, Gij hoofd van des vredes heirscharen, Koning des vredes; dat G' ons voorbeeld

steeds zijt! Dat wij den vrede standvastig bewaren Op wegen des vredes U volgen altijd.

Amem,

Kroniek der Weesinrichting.

Nu steller dezes voor de tweede maal tijdens de afwezigheid van den directeur der Weesinrichting de aandacht vraagt van de vrienden der weezen voor eenige mededeelingen over hetgeen hier deze week gebeurde, zweven hemde woorden van den

best met betrekking tot de appels en peren, zoodat er een overvloedige oogst kon worden binnengehaald : niet minder dan 160 mud, waarvan natuurlijk al dadelijk ruimschoots werd uitgedeeld. Een heele pret is de reeds sedert jaren gevolgde gewoonte om na den pluk met verlof en onder niet al te streng toezicht nalezing te gaan houden in de boomgaarden. Deze week waren groot en klein een uurtje onder de boomen en zoo'n zelf bemachtigde appel is natuurlijk meer waard dan twee die gegeven worden, afgezien nog van het genot zich ongehinderd te kunnen bewegen op een plaats, die anders tot bet verboden terrein behoort.

Maandagmorgen hield Dr. De Blécourt in gezelschap van zuster Nolkeden gewonen maandelijkschen inspectietocht door zalen en werkplaatsen, waarbij alle weezen zich moeten vertoonen en als 't noodig blijkt worden aangewezen voor extra-voeding, voor heilgymnastiek, voor een dagelijkschen tocht naar het ziekenhuis of een nader nauwkeuriger onderzoek. Gelukkig levert zoo'n omgang doorgaans, en ook nu, een zeer bevredigende uitkomst op. Een gevolg van het geregeld inspecteeren, waardoor ook geringe afwijkingen spoedig worden geconstateerd en kunnen worden verholpen eer het erger wordt.

Dinsdag was een der onderwijzers jarig. Voor de leerlingen zijner klas bracht dat een vrijen dag met een wandeltocht 's morgens en 's middags. Ook dit is een

ONZE TWEEDE TOCHT,

met Neerbosch' Zang- en Muziekgezelschap.

LEMMER: Maandag, 9 Oct. des avonds te 7 uur,'in de Ned. Herv. Kerk.

WOUDSEND: Dinsdag, 10 Oct. des avonds te 71j2 uur, in de Ned. Herv. Kerk.

SNEEK: Woensdag, 11 Oct. des avonds te 8 uur, in de Concertzaal „Amicitia".

WORKUM: Donderdag, 12 Oct. des avonds te 7 uur, in de Ned. Herv. Kerk.

PURMEREND: Vrijdag. 13 Oct. des avonds te 71/» uur, in de Ned. Herv. Kerk.

Apostel Paulus aan de Korinthiërs voor den geest: Want ook indien de bazüin een onzeker geluid geeft, wie zal zich tot den krijg bereiden ? Met betrekking tot de kroniek der Weesinrichting komt het hem voor dat deze woorden een aansporing bevatten om te doen uitkomen, dat te Neerbosch inderdaad een werk Gods wordt verricht, waaraan, zal 't goed zijn, ieder die van denzelfden apostel geleerd heeft wat de zuivere en onbevlekte Godsdienst is, kan mee doen. Moge hem dat dezen keer gelukken.

Na een regenachtigen Zondag — altijd een teleurstelling, vooral voor onze jongens, waarvan de meesten als 't eenigszins kan toch liever buiten zijn dan in de gezelschapszalen, ook al zijn die zoo goed ingericht als de Emma- en de Koninginnezaal te Neerbosch — hadden we deze week dag aan dag prachtig herfstweer. En die aardappel-zomer of kraan-zomer, zooals men de mooie dagen in 't laatst van September en begin October wel eens noemt, kwam op Neerbosch uitstekend te stade, zoowel voor den aardapp&l-oogst als voor den pluk der boomvruchten. Sedert een paar jaren zijn de vruchtboomen tusschen de gebouwen der Inrichting en in de onmiddellijke nabijheid daarvan alle omgehakt en vervangen door bladrijke loofboomen. Een uitstekende maatregel met het oog op de i" oeilijkheid voor een Hollandschen jongen om weerstand te bieden aan de verleiding, die voor de hand hangende appels en peren opleveren. En kwam er ook nu nog wel eens een enkele jongen in den boomgaard, dan was er voorbedachten rade in 't spel en alleen wie niet opzag tegen diefstal zou zich zoover vergeten. De Neerbossche jongens hielden zich

reeds lang gevolgde gewoonte, dezen keer bijzonder op prijs gesteld omdat het de tijd is dat de beukenootjes rijp zijn, die op eenigen afstand van de Inrichting, in de prachtige lanen die Nijmegens omstreken sieren, in overvloed onder de boomen voor 't oprapen liggen.

Jammer dat Meester Van der Schuur, wiens gezondheid reeds zoo vaak te wenschen overliet, gedurende eenige weken de school niet bezoeken kon omdat hij, hoewel niet bedlegerig, toch aan huis was gebonden. Wijl hij zelf geen klasse heeft kon het onderwijs intusschen geregeld voortgaan en kon hij ook op zijn kamer allerlei schoolzaken behandelen, die geen uitstel konden lijden. Een spoedig en volledig herstel zij hem van harte toegewenscht. De benoeming van een nieuwen onderwijzer, wenschelijk geacht om het aantal leerlingen der tegenwoordige titularissen wat te kunnen verminderen, is nog niet geschied, maar zal denkelijk na den terugkeer van onzen directeur wel spoedig plaats hebben.

Het groote huisgezin te Neerbosch vermeerderde Woensdag met een meisje, dat uit Rotterdam tot ons werd gebracht. Lena van Bart werd opgenomen door bemiddeling van geachte vrienden, aan wie de Weesinrichting reeds veel te danken heeft. Haar verblijf te Neerbosch strekke niet alleen tot haar tijdelijk welzijn, maar diene bovenal om haar te brengen dicht bij den Heiland op wien de jongens en meisjes hier vaak zoo ernstig worden gewezen en van Wiens liefde ze hier zooveel ondervinden. Gornelis Former, een jongen van 11 jaar, kwam nog voor haar en begint al te wennen aan zijn nieuwe omgeving.

Donderdagmiddag vertoefden drie leden van het Bestuur, Ds. Pijnacker Hordijk, benevens de heeren Haspels en Bosman geruimen tijd op de Inrichting. We hopen dat ze een goeden indruk kregen van den gang van zaken ook al ging het oog van Ds. Schrijver en Mevrouw nu niet over alles. Natuurlijk overtuigden ze zich ook of er goeden voortgang werd gemaakt met het bepleisteren van het Ziekenhuis, een heel stuk werk, dat aan de zijden, die 't meest te lijden hebben van wind en regen, al aardig opschiet.

Op de boerderij was deze week weer beweging genoeg. Het oogsten duurde voort. Een van de 34 knorrepotten schreeuwde deze week voor 't laatst en verschafte aan de bewoners van Neerbosch een goede hoeveelheid van „het witte vleesch der vette zwijnen," zooals een onzer Vlaamsche dichters zich eigenaardig uitdrukt. Een eigen gefokt jong paard van 1V2 jaar, dat op een markt in de buurt werd te koop geboden, verschafte aan de kas der Inrichting een bate van ruim f 300. Wel een aansporing om voort te gaan met het fokken van paarden. Dezen zomer werden we drie veulens rijker waarvan een jammer genoeg slechts kort leefde maar de beide anderen voordeelig opgroeien.

Maar genoeg over het boerenbedrijf, dat hoe vaak en hoe veel en hoe algemeen er ook bij geklaagd wordt, toch gewoonlijk niet onvoordeelig is.

Met den tocht, dien het zang- en muziekkoor hoopt te ondernemen is alles in orde. Een paar onderhandelingen sprongen af en daarna werd over nieuwe plaatsen gecorrespondeerd.

Op een andere plaats in dit blad vindt de welwillende lezer de juiste opgaven. Een zachten drang om de samenkomsten bij te wonen is voor onze vrienden in en rondom deze plaatsen zeker overbodig. Wie er anderen toe aanspoort doet stellig een goed werk en verleent de Weesinrichting zeer gewaardeerden steun.

Bij de gaven kon deze week weer een groote gift worden geboekt: de verrassing uit den brief die de vorige week op het postkantoor moest blijven liggen. Met duizend gulden kan ook te Neerbosch heel wat worden gedaan en al worden ook de kleine giften voor de weezen op hoogen prijs gesteld, in de groote gaven zien allen hier telkens weer een liefderijke beschikking des Heeren, die de harten Zijner kinderen beweegt om er ons mee te verblijden.

De verzamelaars van den Neerboschcent beschaamden de verwachtingen niet. Wie de lijst der gaven inziet kan zich daarvan overtuigen. En al dat geld wordt verzameld door tal van jeugdige vriendjes en vriendinnetjes. In den Weezenalmanak en den Almanak voor de Jeugd, waarvan deze week enkele exemplaren, geheel afwerkt, op de binderij te zien waren, kan ieder die er belang in stelt een fraaie

plaat vinden, waarop een groot aantal van die ijverige jeugdige weldoeners van het Weezendorp zijn afgebeeld. Sedert Juli zijn er echter al weer verscheidene busjes geplaatst en als de eersten en allen nu trouw blijven en niet verslappen, dan worden die busjes een bron van inkomsten voor Neerbosch.

Met Hendrik Hendriks en Dina Sas gaat het niet vooruit. En stilstaan zijn wij menschen altijd geneigd als achteruitgaan te beschouwen. Toch is het in deze gevallen reden tot dankbaarheid. Behalve een jongen die den voet had verstuikt en een ander die last had van een klier aan de kin, werden er in 't Ziekenhuis geen nieuwe patiënten behandeld.

De dankstond werk Zaterdagavond geleid door Ds. Steehouwer uit Wychen, die reeds op zijn vorige standplaats, Buitenpost in Friesland, zich interesseerde voor de Stichting te Neerbosch en bij wiens intree te Wychen de bewoners van de Weesinrichting, gelijk vele lezers van de kroniek zich ongetwijfeld zullen herinneren, niet ontbraken. De dienst in de Weezenkapel werd Zondagmorgen waargenomen door Ds. Slotemaker de Bruine, gelijk de vorige week door den Evat gelist Douma uit Nijmegen. Ook in dit opzicht heeft ons dus gedurende de vacantie van den directeur niets ontbroken. Ds. Slotemaker sprak Zondagmorgen over den tekst uit Galaten 6:7 en 8. Dwaalt niet, God laat zich niet bespotten, zoo wat de mensch zaait, dat zal hij ook maaien. Want die in zijn eigen vleesch zaait zal uit het vleesch verderfenis maaien, maar die in den geest zaait zal uit het eeuwige leven maaien. Z.Eerw. vond een aandachtig gehoor voor z|jn ernstige prediking. Mochten we allen niet alleen hoorders zijn maar ook daders des Woords.