INTERNATIONALE ARBEIDSCONFERENTIE

TE NEW YORK

Minister J. v. d. Tempel als leider van de Holiandsche delegatie

Een grijze kubus, ’n étage of tien hoog, dat is Stratton House. In. de geschiedenis van Nederland zal dit huis zijn plaats hébben. Men zal later zeggen, misschien wel zingen: “In Londen, staat een huis.”

Het had ook gekund, dat het er niet meer stond. Honderd met celophaangrijze borden gesloten ramen als doode schelvisch-oogen herinneren aan den bom met dien “ blast ” als een titanenadem, waardoor eenige meters ervandaan op een avond een vijftal Engelschen te pletter sloeg, een huis ten deele instortte en een van de stoelen van Jhr. van Lidth de Jende eenvoudig haar rugleuning verloor. Floep! Weg de rugleuning.

Hier in Stratton House zitten de ministers op de nog-heele stoejen, en bieden U er trouwens altijd een heele aan.

Dat deed vanmorgen dr. J. van den Tempel in zijn met wandkaarten (Europa, Indië, Halfronden) behangen dood-simpele hoekkamer. Ik vroeg hem: “U vliegt straks naar Amerika?” “ Dinsdag,” zei hij. “ U is ’t hoofd van de Nederlandsche delegatie? ” “Ja.” Ik heb den Heer Van den Tempel gekend, toen hij nog jong en. blozend op de volksvergaderingen optrad en zijn borstelig opstekend haar niet peper-enzout was, als nu, maar zijn goedhartige en schrandere oogen zijn achter de brilleglazen dezelfde gebleven.

“ Wat,” zegt hij, even den vinger verheffend, “ gebeuren gaat, nu op initiatief—let wel—van de Amerikaansche Regeering, is in. wezen een voortzetting en uitbreiding, midden in oorlogstijd, van wat we met één woord ‘ Genève ’ kunnen, noemen. Wij, d.w.z. alle democratieën over de geheele wereld verspreid, steken straks in New York de hoofden bij elkaar om te beraadslagen, hoe de nieuwe economische en sociale wereld zal moeten worden georganiseerd na de overwinning. Want dat moet zeer zeker een nieuwe wereld worden. Als er niet een wereld-omspannende organisatie komt van de heele economie en het sociale probleem (in zijn nationale verscheidenheden natuurlijk) zal er van de wereld, na alle aderlating en economische vernietiging, en verwarring, niets terecht komen.”

De heer Van den Tempel zegt zulke dingen rustig, bijna afgemeten. De vroegere organisator heeft altijd goed nagedacht voor hij* sprak.

“ U ziet,” zeggen wij, “ ‘ Genève ’ op de basis van deze Internationale Arbeidsconferentie “Met reden. Amerika nam het initiatief, maar de sinds Mei 1940 in Montreal gevestigde kern van het Geneefsche Internationaal Arbeidsbureau (dat in Genève zelf zooals U wéét, grootsch werk heeft gedaan, eerst onder Thomas, later onder den tegenwoordigen Amerikaanschen ambassadeur in Londen Winant) organiseert de New-Yorksche conferentie. E. J. Phelan is nu de acting directer van dat naar Montreal overgeplaatste Arbeidsbureau.

“in New York komen, kan men wel zeggen, alle deskundigen in arbeids-

quaesties uit de nog vrije gebieden op onze aarde bij elkaar; die zullen er, in ’t openbaar, zoodat men het ook in de bezette landen, hoort, onder woorden brengen, hoe volkomen de mislukking is van de z.g. sociale ordeningen, door nationaal – socialisme en fascisme uitgebroed, en zullen daar positief hun ordening tegenover stellen.” “ Hun sociaal faillissement zal dus, volgens U, in New York worden, uitgesproken? ”

Minister J. van den Tempel, die ais leider van de Nederlandsche delegatie Jg internationale Arbeidsconferentie te New York gaat.

“ Zoo is ’t,” zei. de minister. “ Want men weet nog maar half, L wat ’n wassen neus die “ hervormingen ” van hen zijn; zooals de met veel. lawaai vergezelde “ Winterhulp ”, “ Kraft durch Freude ” enz. Niets werkelijk nieuws hebben zij gebracht, noch in Italië, noch in Duitschlan.d, noch tijdens, noch voor den oorlog, en evenmin in de bezette landen thans. Een, schrikbarende armoede aan scheppingskracht op sociaal gebied wordt door hen onder drukke propaganda verborgen. . . .

“Wij hebben in de wetgevingen der democratische landen en in. het voorbereidende werk en de pushing van Genève reeds een monument van arbeid gesticht, waarop zij hoogstens nu en dan parasiteeren.

“ Maar de beteekenis van de arbeidsconferentie te New-York gaat nog ver uit boven het werk, in Genève verricht. Na de definitieve zegepraal van de democratieën—en daar, zegt minister Van den Tempel mij ern.stig aankijkend, gaan wij toch van uit, is ’t niet?—staan wij voor de taak van deij opbouw van een nieuwe, betere wereld. En dan ,is er een vraagstuk, dat alle andere overschaduwt: het vraagstuk van de zekerheid van bestaan voor de massa; ieder zonder uitzondering moet zekerheid van werk hebben en van redelijk loon. En dan komt de normalizeering (zoover dat gaat) van alle sociale wetgeving. Maar de bestaanszekerheid van eiken mensch is m.i. het allervoornaamste.”

Min. Van den Tempel heeft, als alle echte hervormersnaturen,, in den wortel van zijn wezen een zedelijk ideaal. Het geluk van “ den mensch ” m.a.w. diens recht op “ Lebensraum ” staat bij hem bovenaan. Wat hij na de economische

ineenstorting van 1929 heeft zien gebeuren, het beeld van de tientallen millioenen werkloozen over heel de wereld, heeft een diepen indruk op hem gemaakt. Hij ziet jn gedachten wat er gebeuren zal, als na de overwinning millioenen soldaten het geweer zullen neerleggen en naar huis terugkeeren. De levensproblemen van die, dan ontwortelde millioenen vormen tezamen het eene groote probleem, dat hem nu reeds in beslag neemt. Daarom is het begrijpelijk, dat hij warm werd in zijn uitdrukkingen: “Ik deel het brandende verlangen van de ontelbare massa’s naar orde, bevèiliging, bestaanszekerheid. De permanente werkloosheid, die de wereld na 1929 geteisterd heeft, is een van de groote oorzaken geworden, van de menschelijke en politieke ontaarding in Duitschland, waarvan het Nazi-bewind de uitdrukking is. Dat moet niet meer kunnen plaats hebben! ”

“In Uw geest, mijnheer Van den Tempel, zult U dus daarvoor in de bres staan in New York om eigenlijk Genève te zien verwerkelijken?”

“ Wij als Nederlandsche natie zijn steeds een trouw lid geweest van den Volkenbond, en bovenal vhn het Int. Arbeidsbureau. Onze delegatie naar New York is met zorg samengesteld. Wij hebben allen de schepping van een duurzamen stabielen toestand op economisch en sociaal gebied na den oorlog als ideaal voor oogen ”.

“Uw delegatie ... ? ”

“ Als tweeden gedelegeerde heb ik naast mij onzen Gezant te Washington Jhr. Dr. A. Loudon, met als zijn plaats-

(zie slot op pagina 367)