JAN. JANNETJE EN HUN JONGSTE KIND

TAN IS DE REGERING, Jannetje de c J openbare zaak en hun jongste kind I is de propaganda. Jan, als goed huis- li vader, is zowel voor moeder de vrouw r als voor al zijn kinderen verantwoorde- h lijk. Maar iedereen weet, hoe het met s jongste kinderen gaat. Of ze zijn de s uitverkoren lievelingen, of ze hangen er j maar zo’n beetje bij. En als men in t gedachten zo eens de verschillende g Jannen de revue laat passeren, dan ziet 1 men dat het jongste kind maar in heel 1 enkele gevallen het lievelingskind is. c Integendeel: meestal loopt het in de afleggertjes van de oudere kinderen rond. Alleen in de huishoudens, waar j Hans en Giovanni en Ivan de scepter zwaaien, komt de jongste behoorlijk j voor den dag. In de Hans-Giovanni- , families wordt het echter helaas in leugen en kwaadsprekerij opgevoed; en alles goed bekeken, heeft eigenlijk alleen Ivan plezier van de jongste , bengel: maar Ivan heeft dan ook het nodige aan zijn kleinste spruit met de grootste keel ten koste gelegd . . . Alle andere jongste kinderen, die hem op de speelplaats der propaganda zien ronddartelen zien met afgunst hoeveel beter hij in zijn bullen zit. Daarom z'jn ze bezig een minderwaardigheidscomplex te ontwikkelen, dat thuis helaas aangekweekt wordt; want maar al te dikwijls doet vader Jan, alsof de jongste een buitenbeentje is, waar hij zich eigenlijk voor schaamt tegenover de andere kinderen. En als het wekelijkse zakgeld wordt uitgedeeld, wordt er verwacht, dat de Benjamin zich klein en bleekneuzig achter in de rij zal verschuilen, om dan heel blij met de losse centen weg te lopen die er overblijven wanneer de kwartjes en dubbeltjes gul aan de anderen zijn uitgedeeld. . , , . J-ïl»-TTT^VknvciTT Txro in np nin.ci-

Ja, hoe dikwijls horen we in ae nuishoudens van John en Jan niet fluisteren: “ Eigenlijk past die jongste toch helemaal niet in onze deftige familie . . . Dan doet de jongste maar, alsof zijn neus bloedt; maar soms wordt het hem te gortig, en dan wijst hij er even op, hoe kleine Hans, die met handenvm geld er op uitgestuurd werd, dan toch maar in een minimum van tijd een half dozijn huishoudens onderstboven gepraat heeft.

Inderdaad, om meteen van de beeldspraak af te stappen: handige Goebbels heeft een half dozijn landen per microfoon veroverd. Het artikel, dat Goebbels aan de man bracht, was verfoeilijk slecht; en daarom zijn er sommige brave zielen, die nu nog durven blijven beweren? “ Goede wijn behoeft geen krans ”: m.a.w.: alles, wat bij ons aan propaganda uitgegeven wordt, is verspild geld. Merkwaardigerwijze vrorden dezelfde personen, die U zo juist op stelligen toon hebben verzekerd: “Propaganda ligt ons eigenlijk niet” bijzonder boos, wanneer de Nederlandse zaak in bladen van bondgenoten niet het volle pond krijgt, zoals onlangs voorkwam, toen we tot onze stomme verbazing moesten lezen, dat Nederlandsch-Indië hulp aan de R.A.F. gevraagd had, terwijl er juist een aanzienlijk

ontingent van onze luchtmacht naar Jalakka gevlogen was! Een derge- z ijk geval bewijst alleen maar, dat we r liet genoeg aan propaganda gedaan h lebben, en dat wij er nog veel inten- t< lever aan moeten doen, zonder ons te \ toren aan deftige soliditeitsoverwe- e fingen, die in een vorige eeuw j huishoren, toen degelijke zakenlieden v itierven in het eervol bewustzijn, hun t deine firma in stand te hebben ge- I louden (maar meer ook niet) zonder c )oit een advertentie te hebben gepleegd, c Wij kunnen gelukkig met voldoening leggen, dat onze regering dergelijke ’ossiele inzichten niet deelt. Zij ziet ie noodzaak van propaganda terdege n, in theorie althans. Wanneer dit in ie praktijk soms anders is, dan komt ‘■ Jit, omdat sommige bewindslieden, om '' van hun ondergeschikte organen niet te spreken, een onjuist inzicht hebben omtrent de draagwijdte van propaganda ' en een onvoldoende besef van de wijze, ' waarop zij moet worden gevoerd.

Waarachtige propaganda moet het juiste midden houden tussen bluf en valse bescheidenheid. Het is haar taak, om op waardige en tevens aantrekkelijke wijze de feiten in het juiste daglicht te stellen, ter meerdere ere van de nationale zaak.

Let wel: waardige en aantrekkelijke wijze. Van officiële zijde wordt maar al te dikwijls gemeend, dat waardigheid voldoende is. Maar de beste kruimige aardappelen blijven zonder jus in de keel steken. T 1 _ _ t J1 LDm y"V

Laten we eerlijk zijn. Er worden omtrent onze Regeringsvoorlichtingsdienst klachten geuit; en velen in commerciële kringen, die het reclamevak op hun duimpje kennen, voelen hun vuisten jeuken om zelf de hand aan de propagandaploeg te slaan. Het is de moeite waard dit thema uit te werken. Onze R.V.D. is een erfenis uit vredesdagen. Ze was toen zeer bescheiden, en is nu, ondanks haar groei, nog veel te bescheiden van omvang. Dat ze zo klein werd opgezet na het verhuizen der Regering, is te wijten aan een uit vredestijd geërfd gebrek aan “propaganda-mindedness ”; verschillende departementen zijn verder nog steeds niet tot het inzicht gekomen, dat het een buitengewoon voordelige ruil zou zijn, om het aanschaffingsbedrag van een paar Spitfires en tanks voor een uitbreiding van de R.V.D. te besteden, die thans helaas moeilijk is, omdat men met weinig beschikbare krachten moet woekeren. Verder vergeet men wel eens, dat voor doeltreffende propaganda een berg materiaal nodig is; en sommige ambtenaren, van hoog tot laag, in officiële en semi-officiele lichamen, blijven daar met statige geheimzinnigdoenerij breeduit pp zitten; in ’t onschuldigste geval is het doodgewoon gebrek aan besef dat men kostbaar propagandamateriaal in handen heeft. Waar bleef b.v., toen het geld voor de nieuwe Jan van Galen in verbluffend korten tijd bijeen was, de prachtige dramatische foto van de roemruchte oude Jan van Galen, genomen een paar

seconden voor zijn ondergang? Ze zweefde ergens in maritieme kringen rond, die, dit moet er bij gezegd, de laatste tijd een prijzenswaardige activiteit in de goede richting vertonen. Waar bleef de foto van de Isaac Sweers en van den kapitein, toen deze torpedojager de Italianen een geduchte por verkocht? De kapitein kan bezwaar tegen publicatie van zijn foto gehad hebben; toegegeven. Maar toen het er om ging, dit te weten te komen, was hij onbereikbaar. Laat men dit in zijn oor knopen voor volgende gelegenheden; want vooral het gebied der onderscheidingen wordt van hogerhand zoveel mogelijk verduisterd. Het heeft op onze oorlogs- en koopvaardijvloot onderscheidingen geregend; maar de na veel strijd vrijgegeven initialen zeggen voor propagandadoeleinden zo bitter weinig. We hebben (lacht niet!) heus zo snel mogelijk een archief nodig van eventuele helden, die geen bezwaar hebben tegen openbaarmaking. Men dient te beseffen, dat er in het bezette vaderland letterlijk gesnakt wordt, meer dan naar brood, naar alle levende details omtrent de activiteit van vloten en leger. En een stuk méér snelle en levendige propaganda kan onze zaak ook binnen het bondgenootschappelijk verband enkel maar goed doen. En zonder het zakelijk apparaat van wereldomvattende ondernemingen te gebruiken, dat uiteraard geheel anders gericht is, kan men toch van de kostbare ervaring der particuliere reclame gebruik maken, nl. dat propaganda voor alles snelheid en vlotheid vereist, plus een goed uitgerust apparaat, waarop niet beknibbeld mag worden. Er wordt b.v. sinds lang geweeklaagd over gebrek aan typisten. Ik maak mij sterk, dat die “ergens in Engeland” heus wel te vinden zijn. Indien dit zo is, dan horen ze niet op het kampfront thuis, maar in de propagandalinie. De herrijzenis van Nederland hangt heus niet af van tien militairen meer of minder, die echter als burgers voor de propaganda onontbeerlijke diensten zouden kunnen bewijzen. .

Men vergete ook de toekomst niet. Propaganda moet altijd vooruit werken. Allereerst komt nu Nederlandsch-Indië middenin de wereldwijde belangstelling; een sterke, goed gedocumenteerde propaganda moet in staat zijn, deze belangstelling op te vangen en te versterken. En dan ten slotte diene men te werken voor de terugkeer maar het vaderland. Daar zal men later willen zien en horen wat er hier en in Indië voorgevallen is. Helaas zijn er belangwekkende gebeurtenissen, die niet vastgelegd worden, of, omdat pers, radio en film te laat gewaarschuwd wórden, of omdat dit gemaks- of geheimzinnigheidshalve helemaal niet gebeurt. Dit is verkeerd. Ons aller plicht is tezamen de nationale zaak te dienen. De landverraders nj Nederland hebben zoveel bedorven, dat wij geen gelegenheid moeten verzuimen ons van onze beste zijde te laten zien-Wij hebben een licht te vertonen; men zette het niet onder de korenmaat! . A. DEN Doolaard.

Deze ruimte is aangeboden door de N. V. Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Nederlandsch-Indië