‘mî i‘ ï“ ‘iaìài â Í Í ‚u Ü =-l;'\\|1là‘ H î g}! ë Í-‘ig :=—_'„; u ' ‚ – ' ’ I HIJ Ì ' "H II! ‘B: hun e —- % _- I Í III '—I '— ’ % . H! n " " –

Een tafereel uit midden Februari 1941

Schietpartij op het Kwakerspiein te Amsterdam

Het kwakersplein te Amsterdam ligt in de Kinkerbuurt. Men ziet daar vaak groote wagens staan van de stadsreiniging. Het administratie-gebouw en de stallen van dezen gemeentedienst beheerschen de omgeving. Het was hier, dat zich een van de vele drama’s afspeelde, die bet gevolg zijn geweest van den Februari-opstand, welks verjaring nu nadert—maar, zoo gaat het in oorlogstijd, zelfs in een oorlogstijd, waarin men over vliegmachine en radio beschikt: het echte nieuws komt thans naar u toe met de snelheid Van een slak. Pas in ons numbier van 8 November konden we een eerste, aaneengeschakeld verhaal geven van fien opstand (want dat was het: een opstand) Van Februari, en nu, op den drempel van de Februari-maand 1942, vernemen we nog steeds ïiieuwe ons voorheen onbekende, treffende details. Wij zullen binnenkort over ’t begin en het verdere verloop van de woelingen nadere gegevens Publiceeren. Hier is alvast een tafereel uit de dagen, toen de dappere Amsterdamsche bevolking zich wat ging inbinden onder de hevigheid van het af-Weervuur der S.S.-formaties en de nietsontziende dreigementen niet totale vernietiging door het Huitsche commando.

De tram, de stadsreiniging, iiog andere gemeente diensten, tallooze particuliere bedrijven en groote fabrieken lagen stil in de eerste dagen van de week, volgende op de ■ uitbarsting van omtrent 12 Februari. De directie Van de Amsterdamsche stadsreiniging, die ongeveer 1100 man personeel had, en nog wel hebben zal, ontving op een oogenblik het bericht, dat in Amsterdam goedgeziene Joodsche inwoners (o.a. de hr. A. Asscher) hadden verzacht, om erger te voorkomen Weer aan het werk te gaan. De directie bracht dit bericht over aan eenige daar rondwandelende ■Werklieden, die het verspreidden, maar behalve de 15 N.5.8.-ers, die men als zoodanig kende, wat hooger personeel en zoo, luisterde niemand. Deze poging tot opheffing van de staking mocht buiten Amsterdam eenig succes hebben, in Amsterdam mislukte zij.

Inmiddels waren alle samen- I scholingen van meer dan drie z personen verboden. Zoogenaamd i om aan dit verbod de hand te 1 houden doorkruisten een tiental \ met S.S. gevulde legerauto’s in 1 colonnes de hoofstad. De met mitrailleurs gewapende lieden schoten overal, waar maar de kleinste opstopping te bekennen j viel, en ook wel zonder zoon aanleiding. Zij terroriseerden ■ de straat. Op de Bilderdijkkade ; b.v. slingerden ze ook nog hand- ' granaten naar het publiek. In de Weesperstraat werd een hoofdonderwijzer, die rustig op zijn’fiets voor een extra-les naar een leerling ging, recht door het hoofd geschoten. Dit en andere gevallen zijn aan onzen zegsman toevallig bekende bijzonderheden, maar er vielen véél slachtoffers en in Amsterdam, want overal in de stad hoorde men schieten, zelfs de droge knallen van anti-tankkanonnen.

Óp den morgen van denzelfden dag bereikte de directie der stadsreiniging een tweede dringend verzoek om te maken, dat, de menschen weer aan ’t werk gingen. Ditmaal ging het verzoek uit van burgemeester de Vlugt en van de Nederlandsche politie (welke, zooals ieder wist, vrijwel geheel aan de zijde stond van het volk). De directie liet nu haastig op strookjes papier vermenigvuldigde oproepen verspreiden, ditmaal om uit te noO’digen tot een samenkomst in de groote garage van de Bilderdijkkade. Er werd bij gezegd, dat de Amsterdamsche politie de Duitschers had medegedeeld, voor welk doel—n.1. opheffing der staking—deze vergadering in de garage was uitgeschreven.

Van de 1100 betrokkenen verschenen er ongeveer 350. Velen heeft deze oproep (gelukkig) niet bereikt. De directie sprak tot de werklieden. Zij deelde mee, dat de Duitschers hadden gedreigd met een herhaling van “ Rotterdam,” en wees op het uitzichtlooze van een blijvend verzet. Ook een paar werklieden namen het woord. De aanwezigen waren het er over eens, dat men den volgenden morgen aan het werk moest gaan. Neen, zei de directie, neemt dit verlies volledig, helpt de rust terugbrengen door direct

werk weder op te nemen. Dat Bal een kalmeerende werking iitoefenen op heel Amsterdam. Sa wat over en weer gepraat werd in het belang van de fcvolking hiertoe besloten. Het zal toen half drie in den middag geweest zijn. Op dat loogenblik zond de portier een i boodschap naar binnen; hij deelde dat er Duitsche legerauto’s het erf kwamen opgereden.' Het duurde niet lang, of men wist wat dit bezoek beteekende. S.S. stormde de garage in en begon meteen in ’t wilde op de vergaderden te schieten uit mitrailleurs, tommyguns enz. Het waren een man of veertig, kwade kerels, die het handwerk kenden. De menigte in de garage stoof in paniek uiteen, men borg voor het ratelend geweervuur het veege lijf waar men kon: achter en onder de stadsreinigingswagens en overal waar maar iets massiefs stond kropen de honderden weg. hield het schieten op. De S.S.-Imannen begonnen ieder, dien ze onder de wagens zagen, met geweerkolven daar vandaan te slaan. Voor iemand, die beestachtig optreden tegen ongewapenden kranig kan vinden, was het een meesterlijke praestatie. Men had hier inderdaad te maken met een voortreffelijk staaltje van “ terreurlmmers ... er was niet één doode. Slechts 14 meer of minder ernstig gewonden, 14 op de 350. Dan nog eenige twintigtallen, die er met schampschoten en schrammen of builen waren afgekomen. Er zat dus systeeio in deze schrikverspreiding. Toen men later de patroonhulzen verzamelde, vond men er 300, en vaß die 300 (dat is aan een patrooß te zien) bleek slechts een kleiS percentage met scherp geladen te zijn geweest . . . j

i Maar de operatie was nog niet ) afgeloopen. De S.S. beval de – eenigszins ernstig gewonden 1 buiten op het plein op een rij I neer te leggen. Men zag – Himmler’s edelgermanen ,nu ; van nabij: “ een troep moorder naars ”, zei onze zegsman, en hij 1 voegde er drastisch aan toe: t “ zulke tronies zouden allen zon, der uitzondering voor een Nedert landsche rechtbank 20 jaar hebt ben gekregen”.

Onder de oogen van dit geboefte in uniform moesten allen zonder uitzondering met het gezicht tegen den muur gaan staan, de handen omhoog. Hoewel tot de tanden gewapend, waren deze keurtroepen merkbaar zenuwachtig. Geen van die menschen, die in Nederland de orde kwamen bewaren, sprak een woord Hollandsch, en menig woord dat zij schreeuwden werd niet begrepen. Zij liepen rond te stelten, het geweer in den aanslag. Eerst na eenigen tijd stonden zij toe, dat enkelen hun kameraden op den grond een eerste hulp gingen verleenen. Verband, enz., leverden de brave S.S.-moordenaars zelf.

Nadat die paar honderd man een groot uur zoo met de handen omhoog hadden gestaan, kwam er een auto met Duitsche officieren aangereden. Ook wat nu volgde was geheel conform de Duitsche methoden. Men luistere slechts; Er stapte een van de officieren op de groep af en begon in perfect Nederlandsch tot de menschen te spreken: “Ik ben een Quitsch officier,” zei hij, “ maar,” voegde hij er ter vriendelijke introductie aan toe, “geen N.5.8.-er. U moet mij nu eerst zeggen, wie hier verantwoordelijk is voor de staking. . .”

lemand trad naar voren eh. legde hem rustig uit wat er eigenlijk gebeurd was, dat de Duitsche overheid gewaarschuwd was geweest, waartoe deze samenkomst dienen zou, n.l. tot het opheffen van de staking, en dat men inderdaad tot opheffing ervan om half drie besloten had. En dat toen de schieterij begonnen was.

De straks zoo mooi pratende officier keek even verbluft, maar, begrijpende, dat zijn eigen menschen een enorme fout hadden begaan, legde hij ineens alle gesimuleerde beleefheid af en begon zonder overgang te razen: “Ik heb met al die praatjes niets te maken, schreeuwde hij. . .

En de officieren reden weg. De driehonderd vijftig moesten maar voor hun vijftien gewonden zorgen. Zoo eindigde deze korte maar hevige episode. ★ ★ ★