ZWARE JAPANSCHE VERLIEZEN TER ZEE

Het Japansche convooi van naar schatting een kleine honderd oorlogs- en transportschepen, dat in de Straat van Makassar door Nederlandsche en Amerikaansche strijdkrachten is aangevallen, heeft wellicht 46 vaartuigen van alle soort verloren. De Japanners hebben een hevigen aanval op Ambon gedaan, een vlootbasis in de Molukken, en zijn daar geland. Pontianak, de hoofdstad van Borneo, is waarschijnlijk bezet. In de Minahassa (Celebes) duurt de guerilla nog voort. Java is uit de lucht aangevallen.

IN DE EERSTE 54 dagen van den oorlog tusschen Nederland en Japan, die op 8 Daceihber uitbrak—dus tot en met 81 Januari,—hebben onze strijdkrachten 54 Japansche schepen tot zinken gebracht of door zware baschadiging buiten gevecht gesteld, dus een schip per dag.

Hier volgt de lijst van successen in den zeeslag in de Straat van Makassar, die volgens de meening van marine-deskundigen een van de grootste overwinningen was, die ooit in een enkele gevechtshandeling zijn behaald. De slag . begon op Vrijdag 23 Januari. Een Japansch convooi van troepentranspo-rtschepen, voorraadsschepen, e.a., alle krachtig beschermd door groote en kleine oorlogsschepen, voer de Straat van Makassar in, die ongeveer 250 km breed is. Het is onwaarschijnlijk dat het convooi bestemd was voor Balik Papan. Daarvoor was het te sterk. Het is mogelijk dat het bestemd was voor een aanval op Java, maar waarschijnlijk wilden de Japanners er Makassar mee veroveren, de hoofdstad van Celebes, een belangrijke haven in een strategisch belangrijke positie. Hoe het zij, verder dan Balik Papan zijn de Japanners niet gekomen, want dien Vrijdag en de daarop volgende dagen werd hét convooi onder zoo heftig' vuur genomen door Nederlandsche en Amerikaansche strijdkrachten, dat van de kleine honderd schepen van het convooi ongeveer de helft in den grond werd geboord of buiten gevecht werd gesteld door zware beschadiging.

Op den eersten dag den besten zorgden de Nederlanders reeds voor een slagschip, twee kruisers, een destroyer en een aantal transportschepen. En in den loop van de volgende dagen, toen Amerikaansche vliegtuigen en oorlogsschepen gingen meedoen, werden er weer de noodige kruisers, destroyers en transportschepen, en wellicht een vliegkampschip getorpe•deerd of met vliegtuigbommen geraakt. Het is niet precies bekend hoeveel schepen het convooi heeft verloren en welke de Nederlanders en welke de Amerikanen naar den bodem van de zee hebben gestuurd, maar naar zoo nauwkeurig mogelijke schatting hebben de Japanners in totaal 46 schepen verloren, waarvan zeker de helft op rekening van de Nederlandsche strijdkrachten gesteld kan worden.

Aanval op Ambon TNTUSSCHEN hebben de J- Japanners een aanval ingezet op Ambon, onze tweede vlootbasas in de Molukken. Reeds geruimen tijd was onzen verkenners opgevallen dat de Japanners druk bezig waren in de Moluksche zee. De actie tegen Ambon werd Vrijdagmorgen 30 Januari ingezet met een luchtbombardement, waarbij weinig schade werd toegebracht en dat klaarblijkelijk gericht was op terroriseering van de bevolking. Om één uur in den middag kwam een vijandelijke transportvloot in het zicht van de haven en onmiddellijk werd aan den wal order gegeven de voorbereide vernieling van belangrijke punten ten uitvoer te leggen.

Tegen den avond begon de vijand den eigenlijken aanval. Uit kruisiers werd kanonvuur geopend, terwijl aan den wal nog de opzettelijk aangestoken vernielingsbrariden woedden. Zaterdagochtend donderde het Japansche geschut nog, en begonnen nieuwe luchtbombardementen. Daarna begonnen de landingen, onder hevig verzet van onze troepen, die echter voor de overmacht moesten wijken. Zondag werd van Australische zijde gemeld dat de Japanners doorgedrongen waren tot het vliegveld op Amibon, dat in gebruik is van de Australische luchtmacht. Wie de Ambonneesche kent, weet ijat de Japanners nog heel wat verliezen zullen lijden, voordat zij het eiland kunnen veroveren. Het zelfde geldt voor Minahassa, waar ook de beste soldaten van het Indische

Zigzaggend en wendend en keerend snellen deze de zee De foto is genomen tijdens een’ manoeuvre, doch thans is het ernst «worden en zullen onze torpedobootjagers zich zoo moeten beschermen tegen torpedo’s van Japansche onderzeebooten. die m de Indische wateren zijn doorgedrongen.

leger gevonden worden, en waar de guerilla volgens de laatste berichten nog voortduurt. Pontianak, de hoofdstad van Borneo, schijnt nu in handen van de Japanners te zijn. Er is ook geen nieuws meer ontvangen uit Kendari en Balik Papan.

De Japanners hebben_ de laatste dagen groote bedrijvigheid in de lucht ten tooh gespreid in de buurt van het tineiland Banka, tegenover het olie – rijke Palembang op Sumatra. Ettelijke ver verspreide plaatsen in den archipel zijn bestookt met bommen, zooals Sabang en Emmahaven (Padang) op Sumatra; , het vliegveld van Bandjermhissin (Zuid-Borneo) werd gemitrailleerd. Telkens waren er weinig slachtoffers en de schade was gering.

Vernielingen volgens plan VELEN ZULLEN ZICH afgevraagd hebben, hoe het mogelijk is geweest de vernielingen op Tarakan en in Balik Papan uit 'te voeren op de volkomen doeltreffende wijze waarop dit is gebeurd, zonder dat er echter menschenlevens verloren gingen. Van gezaghebbende zijde is

verklaard dat dit in de eerste plaats een gevolg is van nauwkeurige voorbereiding en van zorgvuldige oefening. Zoowel de vernieling op Tarakan als in Balik Papan was moeilijk uit te voeren. Op Tarakan moest zij om zoo te zeggen onder vuur van den vijand geschieden. In Balik Papan had men meer maar er was daar zooveel te vernielen, dat het inderdaad een wonder mag heeten dat alles zoo vlot is verloopen. Tienduizenden tonnen aan diverse petrpleumproducten voor een groot deel opgeslagen in tanks, op heuvels gelegen, en aan den voet waarvan de fabrieken in een rij moesten vernield worden, met en benevens tallooze installaties. Dit is geschied volgens een nauwkeurig plan, dat precies is gevolgd en waarvan geen onderdeel is overgeslagen. Elke ploeg wist precies wat zij moest doen en hoe haar handeling in het geheel paste. Van improvisatie kon geen sprake zijn en is ook geen sprake geweest. _|

In Taraian en Balik Papan, werden reeds dadelijk na het uitbreken van den oorlog in September 1939 de al eerder' aangevangen oefeningen van de vernielingsploegen intensief ter hand genomen, zoodat het geheel met de regelmatigheid! van een uurwerk ging, toen het noodlottige uur sloeg. DoclÉ miet alleen voor deze maar voor alle groote en klein® olie-centra en voor andere bedrijven, die vernield zullen worden, zijn minutieuze plan-- nen opgesteld en overal zijn d® vernielingsploegen volkomen! berekend voor hun taak.

Hier is ook de plaats in te gaan op geruchten dat de plaatselijke bevolking onder deze vernieling zou lijden. Dat is onjuist. Wij volgen niet de methode van den “ verschroeiden bodem ”, zooals de Russen die toepassen. Aan voedselvoorraden of voedingsmiddelen wordt niet geraakt, ofschoon bekend is dat de vijand dat wel doet. Die rooft en steelt alles.