NEDERLANDERS in krijgsgevangen schap

L Zetten thans onze serie verlen over Nederlanders in krijgs''ïngenschap voort met mededeel- over politieke propaganda der |j,kitschers in de kampen, waar officieren na den gevangen gehouden y omdat zij weigerden een te teekenen, dat zij niet Ij®®'' aan den strijd tegen Duitschyzouden deelnemen. De gege'''v®''den ons verstrekt door een jj ®®flandsch officier, die in een terT pogingen tot ontvluch- P deed en thans weer actief deel- aan den strijd tegen de Nazi’s

'M’oubliez pas ORAN ” ej. ' (Vergeet Oran niet) stond p] kp een Duitsche propaganda-1( kt, (Jie in een krijgsgevangenwas opgehangen, waar Engelsche, Fran- Belgische en Poolsche waren ondergebracht, plaat was een Fransch i)l kroos afgebeeld met een belank gezicht, die stervend omdgk zakt, met zijn arm nog om Pi * k ransche vlag geklemd. Een % H kennelijk bedoeld was Vipjke reeds bestaande, door de veroorzaakte, Ofkp. kacht onder de Fransche eieren te vergrooten. De Franschen waren niet dii! <l€rgelijke propaganda gep| kd en ettelijke malen werd de <:Q|.kt in haar geheel afgescheurd, ilg.kat een vernuftig Franschman toL kyoord “ Oran ” wegkrabte, ®k voortaan met vlampaJk.kk letters stond: “ N’oubliez ’ (Vergeet niet.)

onder de Belgen werd Bch ®®®tookt door de Duit- die alles in het werk stelom de Vlamingen van de te vervreemden. In een der had men zelfs een prik- dwars door kamp aangebracht, om de van de Walen te Vjg ken. Later mochten de reservisten naar hun terugkeeren, terwijl de len werden vastgehouden.

kaM Nederlandsche kamp, °kter uit beroepsofficieren 'vrijwilligers van anderen t)kg bestond, konden de niets uitrichten op Dit zal er ten over- toe meegewerkt hebben het moreel op bijzonder peil te houden. De geest k Verzet was zoodanig, dat de er dikwijls verbluft Waren. Toen de Duitschers fgkmaal bij een brandweeroe(j king zoo onvoorzichtig waren y S'tralen ook door de ramen (Je kamer der Nederlanders kichten, hetgeen het verblijf zeer veronaangenaamde, jj kd spontaan besloten den kiujyyeerlieden, als ze toch zoo g kag oefenden met de brand(jkkiten, ook iets behoorlijks te . kn te geven. In een ommezien g.kken de stroomatrassen opeenkoopt en in brand gestoken, j) • Nadien gingen de L kitschers wat voorzichter met ■ kn brandweermaterieel om.

bewaking der krijgsgevan- was zeer verkillend. In het laatste kamp.

waaruit onze zegsman eindelijk, na viermaal te hebben gefaald, het land der vrijheid wist te bereiken, en waar men de gevaarlijkste “ uitbrekers ” bijeen had gebracht, stonden 380 man klaar om 400 krijgsgevangenen het ontvluchten te beletten.

Doch er was meer. .De Duitschers vertrouwden blijkbaar hun eigen soldaten en officieren niet. Zij hadden althans zoogenaamde “partijsoldaten ” tusschen de bewakers ingeschoven en een “ Abwehroffizier ” aangesteld, die in laatste instantie zelfs boven den plaatselijken kampcommandant stond, onverschillig of deze een hoogeren militairen rang bekleedde. De gewone soldaten wisten drommels goed, wie hunner “ partij soldaten ” waren, die dan ook met een scheef oog werden aangekeken. Daarbij deed zich het onaangename feit voor, dat de krijgsgevangen ook in hun eigen, sfeer de noodige voorzichtigheid moesten betrachten, aangezien eenige krijgsgevangenen van vreemde nationaliteit, om bij den Duitscher in de gunst te komen, met hen heulden. Zoo kon het gebeuren, dat een bewaker een Nederlander waarschuwde voor een buitenlander.

die blijkbaar inlichtingen aan de Duitsche autoriteiten verstrekte.

Vooral in het laatste kamp waren de ontvluchtingspogingen legio. In drie weken tijds werden niet minder dan 23 pogingen tot ontvluchten gedaan, maar helaas alle zonder succes. Bij een dezer poingen had een Poolsch officier een fiets, die hij ergens had zien staan, meegenomen om een voorsprong op zijn achtervolgers te krijgen. Toen hij tenslotte gegrepen werd, wilden de Duitschers hem voor diefstal van de fiets voor den krijgsraad dagen. Doch de verdediger van den Pool —het is namelijk krijgsgevangen, toegestaan een eigen verdediger aan te wijzen speelde een troef uit, die de Duitschers indertijd zelf hadden gebezigd om von Werra vrij te pleiten.

Von Werra, de befaamde escadrillecommandant, die boven Engeland werd neergeschoten en vervolgens naar Canada werd overgebracht, had bij zijn geslaagde ontvluchtingspoging gebruik gemaakt van een roeibootje om de St. Laurensrivier over te steken. De Canadeesche -re-

geering had daarop zijn uitlevering verzocht wegens diefstal van de boot. In het blad van de Luftwaffe “Der Adler ” is toen een vlammend betoog gehouden, waarin verklaard werd, dat een krijgsgevangene van alle middelen gebruik mocht maken om te ontsnappen, zoodat het wegnemen van een roeiboot geen diefstal was, maar een tijdelijk gebruikmaken van een middel tot ontvluchting, dat in dit geval aan de ander'e oever weer was achtergelaten. De verdediger van den Poolschen officier las eenvoudig het betoog uit “Der Adler” voor, waarna den krijgsraad niet anders overbleef dan den Poolschen vluchteling vrij te spreken.-. . .

Maar, toen von Werra na .zijn geslaagde poging weer in Duitschland terugkeerde, werd door geen der Duitsche bladen daarover gerept. En daar had men en goede reden voor: von Werra had zijn eerewoord gegeven niet te zullen ontsnappen, zoodat de Duitschers feitelijk met een uiterst pijnlijk geval te doen hadden. Dat de Duitschers er blijkbaar twee verschillende “ eerewoorden ” op na houden, is reeds uit ons vorige verhaal duidelijk geworden, tijdens het verhoor van den ontvluchten Nederlandschen officier door den Gestapo-man, waarbij laatstgenoemde over een “ klein ” en een “ groot ” eerewoord sprak.

★ Kapitein Tepas gedecoreerd

TEPAS, ge hebt deze onderscheiding te danken aan het feit, dat gij u onder moeilijke omstandigheden op zoo uitstekende wijze van uw plicht gekweten hebt. Maar deze onderscheiding is tevens bedoeld om uw geheele korps de K.L.M. te eeren, dat met een 95 procent regelmaat den dienst op Lissabon onderhoudt. Gij zelf hebt als verkeerspiloot een groote reputatie verworven. Uw groote capaciteiten als zoodanig worden door allen bijzonder gewaardeerd. Gij hebt u niet alleen een bekwaam, njaar ook een zeer tactvol piloot" getoond. Gij bezit tevens de gave om uw passagiers veilig en wel en zonder dat zij luchtziek worden te brengen, waar zij wezen moeten.”

Aldus sprak de Britsche minister voor Luchtvaart, Sir Archibald Sinclair, den K.L.M.- piloot Q. Tepas toe, alvorens de hertog van Kent hem het gouden kruis van de Order of the British Empire op de borst spelde.

De plechtigheid vond plaats in het ministerie voor Luchtvaart, waar, behalve de hertog van Kent en Sir Archibald Sinclair,- van Nederlandsche zijde aanwezig waren, ir. J. W. Albarda, minister van Waterstaat en van Financiën en jhr. mr. E. F. M. J. Michiels van Verduynen, minister zonder portefeuille, terwijl de K.L.M. vertegenwoordigd was door de heeren captain H. Spry Leverton, H. Nieuwenhuis en W. D. van Os. Voorts zagen wij Sir Charles Portal, chef van den staf der luchtmacht en Sir Nevile Eland, de voormalige Engelsche gezant te ’s Gravenhage.

Kapitein Tepas zal spoedig een nieuwen gesp op het lint van zijn medaille voor trouwen dienst ontvangen, aangezien de thans 48-jarige piloot reeds op zijn 25ste jaar bij de K:L.M. in dienst trad. Hij ziet er veel jonger uit dan zijn jaren aangeven, hetgeen nog eens extra werd belicht, toen alle schijnwerpers op hem geconcentreerd werden, om de fotografen in de gelegenheid te stellen dit voor hem zoo belangrijke moment uit zijn diensttijd te vereeuwigen.

Kapitein Tepas zal ongetwijfeld aan zijn vrouw en kinderen gedacht hebben, toen de hertog van Kent hem de 0.8. E. op de borst spelde en vooral op dat oogenblik zijn gezin gemist hebben, dat noodgedwongen deze

plechtigheid heeft moeten ontberen. Ook de hertog van Kent had dit gevoeld, want Z.K.H. vroeg dadelijk belangstellend naar het gezin van kapitein Tepas, om vervolgens inlichtingen van louter technischen aard in te winnen, waaruit bleek hoe groot zijn belangstelling voor den arbeid der K.L.M. was.

Het was een groóte dag voor kapitein Tepas en een groote dag tevens voor de K.L.M., want, zooals Sir Archibald Sinclair dit zoo terecht had opgemerkt, het gouden kruis van de 0.8. E., dat thans zoo fier fonkelde op het donkerblauw van de K.L.M.- uniform, was een eerbetoon, een onderscheiding voor beider prestaties. En daarom: bravo Tepas en bravo K.L.M.!