is bepaald, dat ieder is door te werken, tot het oogenblik dat er een luchtaanval komt. En officieele hringen verzekerden reeds vóór den val van Singapore, dat *ndië den strijd zal voortzetten, ?nk als het alleen zou staan, 'ngeval de geallieerden moch|®n besluiten Java als basis te laten vallen. Ondertusschen is de Vrijwillige Luchtvaart in werkelijken dienst keroepen.

guerilla

Wat wij in deze overzichten *"6eds van meet af aan hebben dat onze Ambon- Oeesche, Menadoneesche en Andere Indonesische soldaten on oud-gedienden den strijd zouden opgeven, wordt ten volle door de feiten bevestigd. Ofschoon voor een kroot deel bezet, vecht Ambon, brie weken na den aanval, nog door.

Van Pontianak, van Band•iermasin en van Balik Papan bereiken ons berichten over de felheid waarmee onze uit hun 'Verband geraakte troepen dan atrijd blijven voortzetten. Niet niets hebben onze soldaten hun handwerk in de felle hlewangaanvallen op Atjeh keleerd. Aanvallen waarin den vijand in seconden op het lijf zit en even spoedig Weer verdwenen is.

Geeft Acht, het lijfblad van ons leger, beschrijft hoe deze niannen doorvechten. Hun Jeven is elk oogenblik in bevaar. Winnen kunnen zij niet, maar zij blijven vechten, biggen met hun geweer in den aanslag achter boomen, in kreppels en struiken, om den vijand, die hun land binnenviel, afbreuk te doen. Een Indonesisch sergeant wacht steeds tot hij Japansche officieren ziet en <lan kiest hij er dengeen uit die <ie meeste sterren en strepen heeft. De anderen volgen haarna.

Onlangs volgde hij het spoor drie vijandelijke, officieren. Zij gingen een huis binnen. De keek uit het venster. De Inheemsche sergeant schoot hem dood. De -tweede ging kijken er gebeurde en de Ned.- Indische sergeant nam hem op den, korrel en schoot hem dood. Toen kwam de derde ook nog lïijken en hij volgde denzelfden ■Vreg. Dat was een record-reeks Van treffers. |

treners. Maar ook de Britsch-Indische Soldaten'in Borneo doen mee aan dezen “kleinen oorlog”. Ze zijn op de meest fantastische wijze Uitgedoscht in een allegaartje Van Inheemsche kleedij en Nederlandsche uniformstukken. Ook zij hanteeren sabels en mes-

sen. Een patrouille van deze vechters ontmoette een veel sterkere Japansche patrouille, maar ondanks hun kleine aantal'was de vei'leiding te groot. Zij doodden 26 Japanners en verloren zelf maar één man. Opgejaagd, slecht gekleed en gevoed vechten zij door. En onze Hollandsche guerilla-strijders behouden hun humor.

Tien dagen door het oerbosch

Een dezer troepjes van soldaten, onder-officieren en officieren van Balik Papan sloeg zich door den vijandelijken kogelregen heen en bereikte na een marseh van tien door het oerbosch een post, waar ook hun commandant met een deel der troepen aankwam. Tien dagen door het oerbosch ... na dagen van strijd tegen een twintigvoudige overmacht. Te Balik Papan alleen zette de vijand in korten tijd 7.000 a 8.000 man aan land. Ook in de omgeving van Pontianak strijden onze soldaten verder in den “ kleinen oorlog ”. Te Pontianak, thans eene,ruïne en verzameling van bomkraters, zette de vijand 3.000 man aan land, gewapend met automatische geweren en handgranaten. Maar de onzen laten hun geen rust, zij besluipen nachtkwartieren, bespringen de slapenden en verdwijnen als geesten in de rimboe. De Japanners volgen hen daar zelden, maar als zij het doen, dan wordt hun spoor een lijn van in allerhaast gegraven kuilen voor hunne dooden. Een Soendaneesch kanonnier, vechtend met Britsch-Indische soldaten, werd van zijn groep af gesneden, omdat hij het in Hindustani gegeven bevel om terug te trekken, niet verstond.

Geen "enkele klacht

In al deze berichten uit Indië vinden we geen enkele klacht, geen enkele zucht, slechts een geest van verbeten volhouden en dat in het eind alles goed zal komen. Groote aantallen geëvacueerden, vrouwen en kinde-

ren meest, zijn van Singapore en van Bandjirmasin en andere plaatsen op Java aangekomen. Zij zijn Europeesch, Chineesch en Inheemsch. Een oorlogscorrespondent van Sumatra meldt, dat de bevolking zich onder de bombardementen heldhaftig gedraagt. Datzelfde bericht komt van Celebes en van Java. De Inheemsche bladen spuwen vuur en vlam tegen den vijand, die op dezelfde laaghartige wijze als de Hun over bevrijding en bescherming sprak. |

I Niemand van ons, die Indië kennen en die de bevolking heeft gadegeslagen onder rampen en tegenspoeden, heeft ooit anders gedacht. Rustig, zwijgend gaan zij huns weegs en doen hun werk. Taqdir Allah! Zij weten nu, hoe de Japansche vliegtuigen theepluksters in Pengalengan, veehoedende katjongs in Zuid-Malang, vreedzame landbouwers op de sawahs met hun mitrailleurs bestookten. Elders werd zelfs een kudde schapen gedecimeerd. |

Zij vertellen ook hoe de vrouw van den gouverneur van Oost-Java een Inlandsch kindje uit het puin eener ingestorte woning redde. De kokki van een Europeesche familie in Soerabaja, die bij een luchtaanval aan beide handen gewond werd, wilde niet naar het hospitaal, maar keerde na verbonden te zijn, naar het huis haar mevrouw terilg. On mevrouw en sinjo te h.elpen.

De vele Indonèsische jongelui van de Buitengewesten, die op Java studeeren, worden door het “Acht December fonds” geholpen, nu zij van geldzendingen van thuis, in bezet gebied nu, verstoken zijn.

Critiek

Toch is er critiek. Natuurlijk is er critiek.. Om volledig te zijn moeten we doen uitkomen hoe b.v. de Java Bode ernstig critiseerde, dat generaal Wavell’s gezag beperkt is tot

tactische beslissingen door de oorlogsraden te Londen en Washington, die de strategische besluiten nemen. Het blad is bang voor vertraging door bureaucratie. Ook andere bladen spreken de vrees uit, dat overwinningen onder een hoop papier bedolven, zullen worden. Gezaghebbende kringen verzekeren echter, dat Wavell’s volmacht zeer ruim is en dat er geen reden tot vrees is.

In al deze duisternis weet Indië nog woorden van troost tot Nederland te richten. Het zegt, dat het zich, nu hetzelf het leed van den oorlog en den strijd ondergaat, nog veel nauwer met Nederland verbonden voelt, en Nederland nog veel beter begrijpt dan tevoren. En het had een afzonderlijk woord voor de jeugd van Nederland en. zijn houding tegenover den vijand en tegenover landverraad.

De slotsom luidde: “Het is beter met Oranje te lijden, dan met tyrannen te feesten.” Eh Indië weet nu wat lijden is. En het weet, dat er nog meer zal komen.

Zoo zag Pladjoe.de oliehaven bij Palembang, aan de breede rivier de Moesi, eruit, voordat alle voorraden en installaties er door de eigen technici volkomen werden verwoest.

INGENIEURS-BUREAU Ingenegeren-Vrijburg Hoofdkantoor : BANDOENG, Dagoweg SI Bijkantoor : SOERABAJA, Palmenlaan 54 tel. adres I IBIV INGENIEURS EN ARCHITECTEN, TECHNISCH HANDELSBUREAU

Ler\"6- v,t H

NEEMT u v v ENOS “km