Een onzer duikbooten aangekomen

torpedeerde een tankschip 'n de Javazee

Pen nederlandsche . onderzeeër is dezer dagen een geallieerde haven aangekomen, na een opwindende en gevaarlijke tocht uit de Javazee, door de zoo scherp bewaakte Piraat Soenda. Deze onderneming is des te merkwaardiger daar de duikboot beschadigd "'as door dieptebommen, die een lek in de brandstoftanks Veroorzaakten, waardoor de noot een oliespoor achterliet. Varend in de Javazee ontdekte de duikboot des ochtends een groot Japansch tankschip, negeleid door een kruiser, drie V>rpedobootjagers en twee duikdootjagers. Twee vliegtuigen Verleenden bescherming in de Incht.

Ofschoon deze vijandelijke Schepen met. anti-duikboot- uitgerust waren, jaagde de duikboot erin lusschen de tankboot en het Escorte te komen en een torpedo te schieten.

Een zware ontploffing

, Met het oog op de aanwezigheid der vliegtuigen dook de hPikboot onmiddellijk daarna haar groote diepte, maar ter"'ijl ze dit deed, hoorde de bejhanning de zware ontploffing, ''Oen de 14.000 groote tankboot betroffen werd. Bijna gelijktijdig werden de PPtploffingen van verscheiden hommen gehoord, hetgeen aan*oonde, dat de vliegtuigen de hpikboot ontdekt hadden. Toen de Japanners in een iacht, die drie uur duurde, de haikboot te treffen. Alle 4 tot 7 minuten voeren de torpedohootjagers over de onderge-P9ken duikboot, dieptebommen Uitwerpend. De meeste onthioften dicht bij de boot en de deden haar slingeren en beschadigden haar. Be meeste schade kon echter ?irect hersteld werden, door de bemanning, die zoowel uit Nederlanders als Indonesiërs bestond.

De commandant, luitenant-ter-zee Iste Klasse F. J. van Duim, wenscht den leden van de bemanning van zijn onderzeeboot, die ook werden onderscheiden, geluk. De officier kreeg het D.S.C. (kruis) en de andere twee het D.S.M. (medaille) voor “’Dlstinguished Service.” De decoratie geschiedde door den Britschen Commandant voor den Onderzeedienst, admiraal Sir Max Horton

dieptebommen

, Niet minder dan 67 dieptebommen ontploften in de nabijheid van de ondergedoken duikboot, ongerekend de talrijke bommen, waarvan de ontplofhflgen minder duidelijk te ohderhoheiden waren. .Toen men gedurende een uur Piets meer van schroeven of bommen gehoord had,.kwam de huikboot naar de oppervlakte, boch men was nog 20 meter onder de oppervlakte toen opnieuw een ontploffing gehoord "'erd. , Bat was vermoedelijk van bommen, daar geen schroeven

gehoord werden. En daar het water niet helder was, maakte men op, dat de plaats van de boot door oliedekkage verraden werd. Na opnieuw zoo diep mogelijk gedoken te zijn, wist de commandant zijn vervolgers af te schudden. Hij wachtte tot donker en toen stelde zijn groote kennis van het vaarwater hem in' staat door Straat Soenda te slippen. Hij slaagde erin zijn schip veilig over de ondiepe riffen en tusschen de gevaarlijke rotsen door te manoeuvreeren en den oceaan te bereiken.

Zoo ontkwam hij de sterke vijandelijke macht, die zoo dichtbij was, dat de commandant op een gegeven ooaenblik meende, dat de boot door den vijand gezien was.

* Geen Duitsche waardeering voor Nederlandsche gastvrijheid

De commandant van de Nederlandsche onderzeeboot, die in-de Middellandsche Zee de U 95 tot zinken bracht, heeft nog eenige bijzonderheden verteld over dit succes, dat hem een gesp bij zijn D.S.O. opleverde en eenigen van zijn mannen andere onderscheidingen (zooals in een vorig nummer van Vrij Nederland reeds vermeld). De commandant van dezen oorlogsbodem is de luitenant-ter-zee Iste klasse F. J. van Duim, een man met veel gevoel voor humor, hetgeen zijn Duitsche ge-

vangenen echter niet bleken te waardeeren. In zijn hut, bijvoorbeeld, hing een portret van Churchill, en dat benam zijn gast, de Duitsche commandant van de U 95, allen eetlust. Die Duitsche officier bleek trouwens een goede leerling van Hitler en Goebbels te zijn, want zoodra hij met de overlevenden van zijn schip aan boord van . onzen oorlogsbodem was opgenomen, wilde hij, nog buiten adem van het zwemmen, zijn mannen toespreken! Daar kwam echter niets van in: de heeren werden onmiddellijk beneden dek gezonden en onder bewaking gesteld. Eerst werden zij gefouilleerd, en hun werden daarom de zwemvesten afgenomen. Dat veroorzaakte een hevig protest! De Duitschers verklaarden dat zij vreesden als krijgsgevangenen naar Canada te worden gezonden “en op weg daarheen zouden zij zeker getorpedeerd worden, zoodat zij de zwemvesten absoluut noodig hadden . . .” “Ik vertelde hun toen,” aldus onze commandant, “ dat zij netjes met een Britsch convooi naar Canada zouden worden gezonden, en dat zij dus hun zwemvesten zeker niet noodig zouden hebben. Dat maakte hen heel kwaad! ” De commandant vertelde ook nog dat er twee torpedo’s waren afgevuurd. Een moet langs de U 95 zijn gegleden, maar het Duitsche schip moet door de tweede torpedo precies zijn geraakt.

Zooals men weet zijn duizenden leden der Indische weermacht in Australië aangekomen, om daar gereorganiseerd te worden voor voortzetting van den strijd. Hier ziet men een detachement Indische troepen met Nederlandsche officieren bij het oorlogsgedenkteeken van Melbourne