geheven, dooA de zaal. Dit lied sloeg in, en verscheidene malen in den loop van den avond noodzaakte het publiek de hoeren muzikanten tot het spelen daarvan.

De heer Van Wouden liet nog! door de zaal onder de aanwezige dames ci reu loeren bet npmmer van ons orgaan „Allen Weerbaar” van Vrijdag 2 December, waarin een foto- is opgenoinen van een verp fee gsters af deel in g. Door zijn rondwandeling tijdens de pauze in de zaal, wist hij een aantal dames te winnen om een onderafdeling als zoodanig op te richten. Hiertoe zal overleg: worden gepleegd met de hier bestaande vereeniging „Eerste Hulp bij Ongelukken”. Zoo spoedig mogelijk zullen alle léden tot een algemeen© vergadering worden opgeroepen, waarop de reglementen zullen worden vastgesteld, benevens de verkiezing van een definitief bestuur; de behandeling; der zaken berust thans voorloopig bij de bestuursleden der sc h e rpschu tter svereeniging.

Na de pauze gaf de onderafdeeling van de scherpschuttersvereeniging, de tooneelclub „Prins Hendrik”, ©enige verdienstelijke nummers; deze werden uitstekend uitgevoerd. Mede had bet bestuur zorg gedragen, dat er uitstekende muziek was.

Dit begin beeft den voorzitter der vereeniging moed gegeven, en hiji wil dan ook trachten in de omliggend© plaatsen afdeelingen te stichten.

Korfbal te Amsterdam,

U. D. I—A. W. I. 5—2.

U. D. II A. W. 11. o—ls,

J.l.'Zondag weerden le leden van de onderafd. „Allen Weerbaar” zich ferm. Het Iste 12-tal speelde ’s morgens, onder leiding van scheidsrechter Funckler tegen ’t geduchte U. D. I en verloor eervol met 5—2. Stand rust 3—l.

„Allen Weerbaar” II speelde ’s middags tegen U. D. 11, onder de vertrouwde leiding van scheidsrechter Van de Cappelen. Stand rust o—9 voor A. W. 11. Eindstand o—ls.0—15. Een overwinning welke wijst op. grooten vooruitgang, dank zij onvermoeid oefenen.

Het 3de 12-tal hoopt Zondag 18 Dec. S. I. O. S„ V. W.-leden afd. Uitgeest, op A. W.’s terrein, Gonst. Huygensatraat, Amsterdam, te ontvangen, tot ’t spelen van een vriendschappelijken wedstrijd.

Een uitnemende oefening.

Wederom zijn in Frankrijk groote manoeuvres gehouden; dit keer echter niet, als in September, met legerkorpsen, doch met boeren en burgers, n.l. intendance-ocfeningen. Elk jaar wordt, in, ©enig gedeelte van het, land, een mobilisatie gehouden van alles en allen, met de voeding van het veld- en vestingleger in verband staande.

In elk kanton, is een burger-commiaaaris a.angeisteld, héïast iiiet de verzameling en betaling van allé voorradige voedingsmiddelen.' Elk departement heeft zijn comité,-, onder voorzitterschap' van den 'prefect, bijgestaan door een Vcrplegingsofficier; het comité zorgt voor de goede werking van het samengestelde raderwerk, dat bij mobilisatie in werking wordt gesteld om do op e c n plaats samengetrokken troepen, te kunnen voeden, met ' hetgeen het over i g e Frankrijk opbrengt.

Dit juar heeft de gewone mobilisaitie-oefonihg • plaats gehad in de departementen, Gers, Tarn-et-Garonne, en Lot-ot-Garoime, waar gedurende eenige dagen, het koren, graan, hooi, stroo enz., bijeen gebracht is, in magazijn opgelegd, uitgezócht en, in verband met een onderstelling, verzonden.

De landbouwers verleenden gewillig hun medewerking aan deze 'oefening, hoewel zij hierdoor van don dagelijkschon arbeid op akker en erf werden afgehouden.

Hoe liet lotingsgif in ons volk doorkankert.

Historisch.

Een jongmensch, hoewel vrijgeloot, had zich ; voor het reservekader op gegeven. Bij het examen bracht een der officieren der examen-commissie toevallig op de een of andere wijze ter sprake, cliait de geëxamin,eerden militieplichtig waren, waarop de jonge man zeidei, dat hij dit volgens de wet niet was, want dat hij had vrijgeloot. Algemeen© verbazing bij de commissieleden.

„Maar,” vroeg, de voorz., „wat kom je dan eigenlijk hier doen?” Zoodanig beeft de loting het natuurlijk weerplichtsbesef verslapt, dat men iemand, die gezond en krachtig is, met verbazing aankijkt, als hij zegt maling aan yle loting te hebben en hem toevoegt,: „wat kom je eigenlijk hier (dat is: in de organisatie die aangewezen is om de burgers tot weerbare mannen op te leiden) doen?” omdat hij een vrijbrief je uit die onzedelijke loterij trok. Alsof dat iemand; die ,gezand is, van de 'zedelijke verplichting ontheft, om zich weerbaar te maken, ten einde in tijden van nood het vaderland te kunnen helpen verdedigen! ■

En dan zijn er nog Nederlanders, die, hot overigens goed met hun land meenen, die beweren, dat de verslappende gevolgen van de loting op den volksgeest zoo erg niet zijn, en dat algemeen© die natplicht met scherpe keuring, aedelijk niet hooger staat en geen Veraterkender invloed op het weerplichtsbesef en de volks-peyohe zal uitoefenen!

De werkelijkheid leert ons wel anders! !

Draukbestx’ijding.

11 e Po 11 a r d-m. etho d e.

Het is zes jaren geleden, toen de Amerikaansche rechter W. J. Pollard te St.- Louis (Miasouri) zijn methode nog niet zoo langen tijd toepaste, dat daarop in ons vaderland voor het eerst de aandacht werd gevestigd.

Sedert heeft deze methode meer en meer de aandacht getrokken,.

Uit» Amerika deed zij baar intocht in Australië (Victoria) en in Groot-Brittannic.

Toen verleden laar te Londen het, twaalfde internationale Congres tegen het Alcoholisme gehouden werd, was onder de bezoekers* Ook rechter Pollard, die in een toespraak zijn methode nader verklaarde.

Hij zei onder anderen:

„Aan de rechtbank van de stad St. Louis in Missouci begon ik, vóór een aantal jaden reeds, stelselmatig die personen in vrijheid te stellen, van wie bewezen was dat zij zich hr een toestand van dronkenschap aan ©enig vergrijp hadden schuldig gemaakt, op voorwaarde dat zij openlijk voor de rechtbank op hun woord van eer de verplichting op zich namen., zich geheel van bedwelmende dranken te onthouden. Ik eischte dat zij óf deze, belofte hielden, óf hun straf ondergingen. Deze methode gaf aan don veroordeelde de gelegenheid aan zijn eigen redding te arbeiden, gal aan den Staat een nuchter en beter burger, en beschermde een onschuldig gezin. Ik sprak met den, beklaagde af, dat hij na afloop van zijn dagwerk mij aan mijn woning zou komen opzoekon, om mij mede te doelen hoe ’t met hem ging. Zoo was ik het .zelf die toezicht op hem hield.

Door deze methode ben ik in staat gesteld, 05, percent van hen,, die zulk ©en verplichting op zich namen, voor een nieuw vergrijp te bewaren. De onderteckening der gcheelonthoudingsibclofte door een aangeklaagde is een zichtbaar teeken van zijn belofte, dat hij een nuchter én‘ heter burger wil worden, en zij werkt’ als een iriorëele aansporing mee met de rem der wet, 'daar, als de belofte verbroken wordt, de straf niet uitblijft.”

Op het Londen,schè Congres maakte de rede van den Amerikaanschen rechter een diepen indruk. Meer dan vierhonderd deelnemers uit verschillende landen ondertóekenden persoonlijk het volgende besluit:

„De ondergeteekenden,, leden, en gedelegeerden van het Internationale Congres tegen het Alcoholisme te loonden, Juli 1909, wenschen uit te spreken hun instemming met en waardeering van de in Groot-Briltannië, den Staat Vermout, (U. S. A.) en den Staat, Victoria (in Australië) uitgevaardigde wetten, welke ten opzichte van gelegenheidsdrinkers do voorwaardelijke veroordeel!ng invoerden (bekend als Pol-

lard-meithcde). De mogelijkheid om door deze methode van voorkomen in Vele gevallen de drankzucht te helpen genezen, is zóó groot dat de ondergeteekenden de invoering voor de gansche wereld aanbevelen.”

Wie bedenkt, hoeveel kwaad vaak de gevangenisstraf vooral den Voor de eerste maai veroordeelde doet en hoe weinig ze bij machte ie den schuldige te Verbeteren en den door drank gevallene;tot nuchterheid te brengen, zal het hierboven meegedeelde besluit toejuichen.

In Duitachland is bereids een „Comité voor de invoering der Pollard-methode” opgericht, dat ijverig aan het werk getogen is en door vlugschriften aan do zaak bekendheid tracht, te geven.

Velddienstoefening op den Tweeden Kerstdag.

Het Gooi blijft dit keer voor de oefening aangewezen. In het geheel hebben zich de volgende af (leidingen aangemeld: Gouda, Nijmegen, Rotterdam en. Vreeswijk, die per spoor tot Hilversum gaan en zich aldaar op het Stationsplein .aansluiten bij de daarheen marcheerende afdeelingen Buasum, ’s-Graveland, Hilversum en Vinkeveen.

Verder de, afdeelingen’ Amsterdam, Bloemendaal, Haarlem, Uitgeest en Zaandam, die per spoor naar Bussum gaan en zich aldaar aansluiten hij de daarheen marchoerende afdeelingen Huizen en Naarden,

De volgende week ontvangen de deelnemende afdeelingen alle noodige gegevens. Alsdan zal ook worden opgegeven,, wie als leider en als partij-commandanten zullen optreden.

Voorloopige opgave:

Gouda vertrekt 8.52; Rotterdam vertrekt, 8.28 (Maas); Vreeswijk vertrekt van Utrecht (Station de Bikltstraait) 10,33. Deze drie afdeelingen komen te Hilversum aan om 10.48.

Nijmegen vertrekt om 9.39 en i,s 10.52 te Hilversum.

De afdeelingen Bu,ss u m, ’s-G rav eland, Hilvc r s u m en Vinkeveen treden aan op het Stationsplein te Hilversum om 10.45.

Vervolgens;

Amsterdam vertrekt C. S. 9.27; Zaandam, Uitgeest idem lem en Bloemendaal vertrekken uit Haarlem 8.55. Deze afdeelingen komen, alle te Bussum aan om 10.04. De afdeelingen Huizen en Naarden treden om 10 uur aan op het Stationsplein te Buasum,.

Patronen No. 4 zijn dit keer niet aangevraagd, omdat vorig jaar gebleken Is, dat de meeste afdeelingen zelf nog over voldoende patronen beschikken en de voorkeur geven die te gebruiken.

Een padyindersvereeniging.

(BOY-SCOÜTS.)

Een woord aan de Nederlandsche jongens en aan ouders on opvoeders,-door Dr. G. W. S. LINGBEEK, oud-leider der eerste Nederlandsche ambulance in den Zuid-Afr. oorlog, en GOS. DE VOOGT.

I.

Onze jongenslectuur is in den laatsten tijd een boekje rijker geworden, getiteld „Op! Hollandsche jongens, naar buiten !”„ door W. J. v. Hoytema geschreven voor den Nederlandschen Bond voor lichamelijke opvoeding, en ingeleid met een woord van dank aan Z.Exc, Ltnt. Geul. Sir R. S. Baden Powell, den bekenden verdediger van Mafeking in den Boeren-oorlog, thans, chef van het noordelijke leger in Engeland, aan wiens werk „Scouting for Boys” een groot gedeelte werd ontleend.

Baden Powell had in Mafeking een korps van die Boy-Scouts opgericht, die daar enorme diensten bewezen, dapper, vlug en vindingrijk waren, zich met alles en overial konden redden en door heen konden slaan, Ziooals alleen, de geboren en vetogen Zuid-Afrikaners dat kunnen. Hü zag, bil terug– O' • O keer in het vaderland, hoe zijn Afrika.nerfjes in elk opzicht gunstig afstaken bij de jeugd in de groote steden. Natuurlijk had hij ook, evenals wij, kunnen opmerken, hoe weinig

de Europeesche in casu de Engelachesoldaat geschikt is voor het veldleven en hoe hij, ai is hij onder leiding nog zoo dapner, onbeholpen is, zoodra hij voor zich zelven moet zorgen.

Ik heb daarvan zelf de ervaring opgedaan in 1898, toen ik als’ een „groene Hollander” meetrok naar de Limpopo, waar de Transvaalsche grens,boeren vochten met de Kaffers van Khama en ik heb in den laat-

sten grooten oorlog in Z.-Afrika, gezien hoe O O <—’ spoedig de gemiddelde Europeaan „verloren” is, zoodra hij voor zijn onderhoud cn voortkomen op zich zelven is aangewezen.

Toen wij im 1895 Jameson tegemoet trokken (de Boeren hadden hem al te pakken, vóór wij er konden zijn), stonden wij ver baasd over de minachting van de Boeren voor de „Johannesbürgers”. tl. w. z. de Eagclschc mijnwerkers, die beloofd hadden, Jameson tegemoet te trekken, en te zullen helpen. „Hulle het die dorp nog niet uit die gezig, dan verloor hulle die pad al”, heette het. En ze lieten Jameson dan ook leelijk ia den steek.

Men herinnert zich, dat ou-oom Pleasis een troepje van een twaalftal „rooies” die in Transvaal in den laatsten oorlog den weg hadden verloren en al 24 uren in het boschveld hadden rondgedoold, verhongerd en verdorst, gevangen nam en bij den generaal bracht, na hun de wapens te hebben af-

genomen,. Deze vroeg aan den ouden, zwakken en kreupelen boer: „Maar, oom Jannio, hoe ter waereld hè jij dit, gemaak?” „Ik het hulle ge-om,singel en, onverwach „handsop” geskreeu”, was het antwoord.

Die soldaten waren eenvoudig „groen”.

En zoo groen zijn of waren wij allen, als ’t er op aankomt.

Overal in de wereld is men thans gaan inzien, dat de ontwikkeling die de school en bet huisgezin ons geven, in de meeste gevallen onvoldoende is en het komt, mij voor, dat Ba dén Powell een heerlijk werk hoeft gedaan, om nu ©ens praktisch aan te toonen, hoeveel kostbaar menschenmateriaal verloren gaat door die gebrekkige of verkeerde leiding. En wat er onder goede leiding van kan worden gemaakt door het vormen van een korps van Boy-Scouts, padvinders, op de wijze, door hem aangegeven,.

Ltut. Van Hoytema hooft ook door het geven van „Wenken voor het houden van wandelingen, vacantietochten en jongenskampen”, daarvoor iets willen doen en ook de Bond voor „Lichamelijke Opvoeding” streeft in die richting. Maar of dit zal leiden tot het eigenlijke doel: het vormen van karakter, indien men n.l. niet, vormt een over ons geheele land en over onze koloniën verbreide organisatie in den geest van Baden Powell, betwijfelen wij ten zeerste.

Een van ons *) heeft deze vraag reeds ingeleid naar aanleiding van het bezoek van een patrouille van Engelache Boy-Soouts aan ons land, in de hoop, dat men daartoe ook ten onzent zou komen en, dat er ©en Nederlands,che Baden-Powell zou opstaan om dat te organisceren.

Maar Baden, Powell’s groeien alleen onder buitengewone omstandigheden en wij moeten dus Wel „al doende keren”, ter school gaande bij de padvinders, wier daden de geschiedenis ons heeft overgeleverd en bij mannen als den stichter der Engelache organisatie.

Geen soldatenspel doch vrede-Scowts.

Het zit wel in de lucht, immers voor een paar maanden is te Tilburg ,al een verkennerskorps opgericht op initiatief der Weerbaarheidsvereeniging „Prins Hendrik”, uit jongens van alle rangen en standen bestaande, thans reeds meer dan 100, met het doel, niet alleen flinke militairen te vormen, maar nog meer, en ih hoofdzaak, degelijke, lenige Hollandsche kerels, te verkrijgen, die alle moeilijkheden en gevaren, die het leven hun zal bieden,, onder de oogen durven zien en die zich met geringe hulpmiddelen kunnen redden,, als ooit de nood aan den man komt.

*) De Voogt in de „Telegraaf” van 3, 4 en 16 Aug. 1910.