„DE ZWEMKRONIEK” OFFICIEEL ORGAAN VAN DEN NEDERLANDSCHEN ZWEMBOND,

NEDERLANDSCHE BOND TOT HET REDDEN VAN DRENKELINGEN. Inde Zwemkroniek van 13 Mei zag ik Uwe vriendelijke verwijzing naar het adres van onze Secretaresse, Mej. A. Claus, Ceintuurbaan 362, Amsterdam-Zuid. De prettige samenwerking van N.Z.B. en onzen Bond doet ons goed en dat de belangstelling van Uw zwemmers en zwemsters in ons werk en streven toeneemt, verheugt ons zeer. Mag ik U enkele ervaringen uit den laatsten tijd meedeelen? Kort geleden was ik op verzoek van het bestuur der zwemvereeniging te Uithoorn. Onmiddellijk na afloop der voordracht met lichtbeelden werd besloten tot oprichting eener Reddingsbrigade, met aansluiting bij den Bond. Even later kwam een uitnoodiging vaneen drietal zwemvereenigingen in Friesland. De Maandagavond was bestemd voor een voordracht in Gorredijk. De belangstelling voor het te behandelen onderwerp: „Het Redden van Drenkelingen” was buitenT gewoon groot, want, droeve bijkomstigheid, juist dien dag verdronk een 6-jarige jongen voor de woning der ouders. Spelend was hij inde vaart gevallen. Een flinke brigade werd opgericht met aansluiting bij den Bond. Dinsdag was Akkrum aan de beurt. Ook daar voldoende belangstelling en animo. Juist zou ik Akkrum verlaten, toen k’ gelegenheid kreeg om Eerste hulp te bieden aan een motorrijder, die bij een botsing met een auto een beenfractuur opliep; de dokter ter plaatse was naar Oldenboorn. Woensdag in Bolsward wederom een groote belangstelling. Ook hier moest ik kennis nemen vaneen droevig ongeval; juist denzelfden middag verdronk een Bolswarder schipper inde Sneekervaart. De schipper kon natuurlijk niet zwemmen; de kapitein van de boot was. tot zwemmen onmachtig. Onder groot enthousiasme der vergadering werd een Reddingsbrigade opgericht. Dr. Beekhuis verklaarde zich bereid tot het kosteloos geven vaneen medischen cursus. De brigade sloot zich ook direct aan. Haarlem, Mei 1933. A. J, MEYERINK. ZWEMBOND VOOR ROTTERDAM EN OMSTREKEN. Kring Rotterdam van den N.Z.B. Op 15 Juli a.s. worden te Ridderkerk kringzwemwedstrijden gehouden; t.z.t. ontvangen de betrokken vereenigingen het voorloopige programma. Aan het zwemprogramma zijn toegevoegd polowedstrijden ter samenstelling van het kringzevental. De polocommissie heeft, behoudens goedkeuring door den N.Z.8., de kringcompetities als volgt ingedeeld: Dames, afd. 1: D.Z.C. I; R.D.Z. III; O.D.Z. I. afd. 2: Gore. II; O.D.Z. II; Merw. 11. Heeren, afd. 1 A: Corc. II; Merw. 11, D.Z.C. II: R. 111. afd. 1 B: S.Z.C. II; S.V.H. III; V.Z.C. II; M.Z.V. I. afd. 2 A: Gore. III; Merw. III; Ridderkerk I. afd. 2 B: S.V.H. IV; Maas IV; Charlois I; S. 111. Tusschen de zeventallen van de afdeelingen 1 A en 1 B resp. 2 A en 2 B zal een tweetal beslissingswedstrijden worden gespeeld om het kampioenschap.

INGEZONDEN STUKKEN. Een doorn in ’t oog vaneen springer. Het is nauwelijks drie weken geleden, dat we in Arnhem bijeen waren om ter gelegenheid van de opening van het Sportfondsenbad te demonstreeren. Een bad, dat in alle opzichten schitterend is: waar ’t heerlijk is, te zwemmen, zonnebaden te nemen, een kopje thee of koffie te gebruiken, maar waar 't verschrikkelijk is om te springen, om nog niet te spreken van „schoon’ -springen. Was het nu niet mogelijk geweest om in dit mooie groote bad ook een behoorlijken springtoren te bouwen met een plank van behoorlijke lengte, en niet zoon akelig, miserabel ooievaarsnest? Wat een motor is voor een motorrenner en een renpaard voor een jockey, dat is een springgelegenheid voor een springer. Als ’t beestje niet goed is, kunnen er ook geen successen geboekt worden. Ik hoorde enkele Westerlingen de namen mompelen van dubbele en salto. Zij zijn niet anders gewend dan alleen moeilijke sprongen te zien maken. Maar hier was ’t een onmogelijkheid die sprongen van deze plank te maken. Jammer was het daarom, dat we de Arnhemsche zwemwereld niet konden laten zien, wat schoonspringen eigenlijk is. Nu bleef het bij een hoekduikje en een salto-tje en we moesten al spoedig overgaan tot komische sprongen, die voor het publiek misschien wel aardig, maarden echten schoonspringer minderwaardig zijn. Waar nu Arnhem door middel van dit bad in staat is gesteld een belangrijk wedstrijdcentrum te worden, is het te betreuren, dat de springgelegenheid er zoo slecht is; want dit heeft tot gevolg dat er geen springers zullen komen springen en er dus ook geen propaganda voor het springen zal kunnen gemaakt worden. Was het nu noodzakelijk geweest, met het oog op de ruimte en breedte van de perrons, dat er een niettige springtoren werd geplaatst, maar neen, om ruimte hadden we ons hier niet te bekommeren, ’t Perron is breed genoeg om er een behoorlijken springtoren te plaatsen en dan blijft ’t hooger gelegen perron nog vrij. Ware dit zoo geweest, dan waren de Nederlandsche springers (sters) in hun nopjes geweest er een goede springgelegenheid bij te hebben gekregen: nu is het hun een doorn in ’t oog. Laten we hopen, dat wanneer de eerste nationale wedstrijd in het Sportfondsenbad gehouden wordt en er een nummer schoonspringen op het programma voor komt, dat we dan springen vaneen behoorlijken springtoren, waarop een plank ligt, waar een behoorlijk lange aanloop op te maken is. JOOP STOTIJN. OPROEP. Wil Jhr. Goeree van Overflakkee mij zijn adres geven? RTHE SOCIETY SHOP HEERENMODES VAN BAERL. ESTRA AT 20 HOEK P. C. HOOFTSTRAAT AMSTERDAM- TELEFOON 9 1 25 3 LEDEN VAN ZWEMVEREENIGINGEN 10 % KORTING G. VOOGD

21