sen inde eerste plaats. Wat onze competitieleider voor ons, polöspelers, beteekent hebben we onlangs pogen vast te leggen in ons lettertje over B. Pielersen, en daarmede hebben we toen geen woord teveel gezegd. Men moet hem van nabij hébben zien werken om te beseffen, hoeveel arbeid hij verzet en op welke wijze hij dat doet. Dan moet ieder een onverholen bewondering krijgen voor de motor van dit geheèl, deze stuwkracht van ons geheele Nederlandsche pololeven; B. Planjer. Daarmee zij niet tekort gedaan aan de talrijke overige U.Z.C.-commissieleden die hun tijd en werkkracht hebben besteed ten gerieve van het genoegen onzer polospeelsters en spelers. – Tot zoover, waarde lezers, onze algemeene beschouwing. Als we dan thans komen tot meer feitelijke verslaggeving, dan willen we inde eerste plaats melding maken van de zeer goede opkomst der clubs, gezien de omstandigheden. Per saldo zijn 113 zeventallen aan den start verschenen. En als wede eerste pagina van het programma zien, dan heeft ons de goede bezetting van dit tournooi gezien van geo■ grafisch standpunt. Sas van Gent, Veendam, Venlo en Alkmaar, Breda en Vlissingen om enkele „uithoekers” te noemen. Friesland, Groningen en Limburg hadden wat beter vertegenwoordigd moeten zijn, maar zoo dit te wijten is aan de tijdsomstandigheden willen we dal graag excuseeren! Een zeer groote aanwinst willen we noemen de jeugdafdeeling, waarin wede U.Z.C.-jongens zonder meerde besten vonden. Dat de Schelde (Terneuzen) hier een ploeg te water bracht was een voorbeeld voor alle andere clubs! Bravo Zeeuwen! In totaal zijn er, als we goed geleld hebben, 87 wedstrijden gespeeld. De dames namen een zeer goede plaats in met 24 partijen. Nu we toch aan de cijfers bezig zijn, zij vermeld, dat er circa 225 jongens in het Stadion hebben overnacht. Het was daar de „normale” gang van zaken, d.w.z. 100% vroolijkheid. Natuurlijk zijnde meeste gastën daar waf slaap te kort gekomen. Geen wonder, als we U vertellen, dat vak X legen vak Yieen invasie ondernam, maar dat vak Z daaronder niet neutraal wenschte te blijven en ingreep met alle kracht van middelen. Ja, dat logies heeft wel hoofdbrekens gekost! Geen hotelkamer waste krijgen en velen hebberig met minder comfortabele kamers genoegen moeten nemen. Zoo belandde de ploeg van Borculo (dooreen manoeuvre van hun Hengelosche sportvrienden) ineen gelegenheid, waar men normaliter liever niet had gelogeerd. Maar het was er ook gezellig en ook zelfs daar werden kussengevechten en wat dies meer zij geleverd. lot het programma van den Zaterdag behoorde ook de stamppot-maaltijd, die, al zat er dan geen vleesch in, zooals F. Luisteraar meende te heben vernomen, allen voortreffelijk heeft gesmaakt. Notabene 1 % liter per persoon! Meer dan voldoende voor een gezond, hongerig polospeler, zelfs a! beschikte hij niet over de zoo fel begeerde substantie als die de zeeuwsche gasten meenden er door te moeten doen! Na verloop van die Zaterdagmiddag en -avond, toen allen eindelijk in volkomen rust waren, kwam de hierboven reeds genoemde Pluvius op de proppen en begon inde loop van den nacht een offensief tegen organisatoren, gastheeren, gasten en bezoekers van een zoodanige omvang, dat we Zondagmorgen mét angstig hart opstonden en het allerergste vreesden. Slechts zij, die de Kromme Rijn op deze Zondag,mid-" dag hebben bezocht, kunnen zeggen hoe erg het was. In het bijzonder de leiding en de scheidsrechters hadden het zwaar te verduren. Zoo zagen voorzitter Hansen, en Planjer, totaal doorweekt hun werk doen; zoo zagen we onzen bondsvoorzitter een paar geleende droge sokken aantrekken; zoo zagen we van Bavel, ineen badjas en onder een bereidwillig opgehouden parapluie een wedstrijd B.Z.Z. 1 tegen H.P.C. 2 leiden. Zoo zagen we ook op een gegeven oogenbiik een totale catastrophe naderen. De wedstrijdleiding (waarover U elders meer zult lezen) dreigde te bezwijken, en Hansen vertrouwde ons later toe, dat hij het niets bijzonders had gevonden als hij ineen zenuwinrichting was terecht gekomen. Op dat kritieke oogenbiik was echter de nood zoo hoog, dat de redding nabij moest zijn en inderdaad, dank zij de voorbeeldige houding van de deelneemsters en spelers heeft men de crisis kunnen voorkomen, heeft men het tournooi lot een goed einde gebracht. Moeder Triebels hebben we dit jaar in Utrecht moeten missen als gevolg van het haar overkomen ongeval dat haar nog steeds aan huis bindt. Haar geheele hart was echter deze dagen bij haar kinderen; zij deed aan het U.Z.C.-bestuur een hartelijke boodschap toekomen, waarin zij haar grooten spijt over haar afwezigheid uitdrukte. Helaas zagen we op de Zaterdagmiddag weinig brigadémenschen inde Kromme Rijn. We betreuren dal, want er was een goede gelegenheid hier om te toonen dat de wil tot een goed functionneerende fusie er was. Zoo vertelde onze „geheime dienst" bijv. dat de Heer Meijerink op het tramstation in Laren is geweest; wat hadden we hem liever bij onze poloWedslrijden gezien! In totaal werden beide dagen nog 15 scheidsrechters voor hoogere klassen beoordeeld. Ook daarvoor zijn deze dagen zoo uitstekend geschikt. Men heeft me al toegefluisferd één ster te hebben ontdekt, die dan ook prompt, naar de 2e kl. is verhuisd. Volgend jaar zouden we grag zien, dat louter te examineeren scheidsrechters deze wedstrijden floten.

Zwemmers« Redden

7. Neptunus Arnhem kwam Zondag naar Utrecht, zonder te weten of ze wel moesten spelen. Wal enthousiast nietwaar? HENK. Vanuit den Uitkijktoren Er zijn in tofaal 26 Polodagen geweest. In aantal betrekkelijk weinig, doch gerekend naar de overleveringsverhalen rijk aan geschiedenis. Er zijn dagen bij geweest, die het vermelden niet eens waard zijn, zoo gewoontjes verliep alles. Maar er waren er ook, die zóó fantastisch waren, dat ze nu wel weer even voor het voetlicht mogen worden gehaald. Wie herinnert zich nog dien dag nu alweer jaren geleden -- dat de temperatuur van het water nauwelijks 141/; graad Celsius was?. En dat het toen soms drie kwartier a één uur duurde vóórdat een ploeg goed en wel „aan de lijn" lag, om er drie minuten later, zoo goed ais geheel verstijfd weer uitgetrokken te worden? En wie weet het nog, dat er zulk een tropische hitte over het zwembassin hing, dat de geteerde planken aan je voeten bleven plakken en velen een zonnesteek vreesden? Er zijn dagen bij geweest, dat alles en iedereen in taxi's, bussen en auto's zich op weg begaf naar het toen al beroemde bad aan de Vossegatsche laan. Wie langs den weg stond tusschen Amsterdam en Utrecht zag heele slierten bussen met vlaggen en joelende menschen aan zich voorbij trekken. Dat was inde vette jaren. Herinneringen uit de magere jaren zijn nog zóó versch, dat het helaas nog niet eens herinneringen zijn. Drommen loopende zwemmers, die opgewekt van het station vertrokken om een uur later met de tongen op de versleten schoenen de wapperende vlaggen op de torens van het bad als een verlossing van veel ellende te begroeten. Er waren dagen bij, dat de koeken, spritsen, choc. reepen, nougablokken en wat al niet, voor iedereen voor vijf cent voor het grijpen lag. Maar we weten ook van andere dagen te praten. Dat er geen snars te krijgen was dan wat surrogaat-limonade, een beetje waterig ijs en koeken z.b., die niet te eten zijn. Er is zulk een groote verscheidenheid in Polodagen, dat geen den ander gelijk is geweest. Telkens weer belichtte het lot een andere facet van deze parelende steen. Het lot – zoo men wil noodlot – bracht Polodag-1943 ineen onafgebroken bedding van koud-stroomend water. Het was een uniek verschijnsel, laten we dat bij alle droefheid, die er heerschte, met een gerust hart vaststellen. En toen eenmaal duidelijk werd, dat deze Polodag er één van regen moest worden, is dal ook consequent volgehouden. Geen seconde is het droog geweest. Want nadat hel Preludium des Zaterdags pianissimo verliep, bracht de ouverture op Zondag ons een plens è forto. Meedoogenloos striemden de felle slagen publiek en spelers van de perrons. Het is een Polodag geworden .... om nooit te vergeten. Inden springtoren zat de wedstrijdleiding, ineengedoken als aangeschoten vogeltjes. Koud en nat was alles waf je aanpakte. Blijmoedig klopte „het hart” van dezen polodag, toen de wijzers van de klok over elkaar vielen; vol optimisme werd de taak begonnen. Er waren grapjes van het Meiregentje en een lekker buitje voor de groenten, maar om één uur werden dergelijke lugubere uittingen niet meer geduld. Om twee uur stond v. Bavel een wedstrijd te fluiten in zulk een dicht regenscherm, dat zelfs de spelers hem niet meer herkenden en automatisch hun eigen fouten corrigeerden, Het was weer een uur later, toen B. P. in allerijl naar den toren kwam gerend om te hooren of het hart nog wel klopte. Zwak en lusteloos gaf hel toch nog eenig teeken van leven. Zóu de patiënt het halen? Met ingehouden adem werd stil-an gewacht. Zou een injectie nog redding kunnen brengen? Niemand geloofde het. Tusschen drie en vier uur kwamen echter hulpcolonnes uit alle hoeken en gaten van ons land den patiënt bijstand verleenen. Wat was dat? Wilde de wedstrijdleiding het kletsnatte bijltje erbij neergooien? Dat nooit, riep Sas van Gent, we zijn hier niet gekomen om zonder te spelen weer te vertrekken. Vooruit, geef ons een veld, een scheidsrechter en een bal. Wij gaan te water Wij gaan te water, wij gaan te water! Alom weerklonk die roep. En al ook waren er verscheidenen, die zich ontmoedigd terugtrokken, de meesten verstonden dien historischen roep van den 6en Juni. Zoo was de Poiodag-1943, bezien vanuit den uitkijktoren. Hns.

Menschen die mij bezochten.

A, J. MEIJERINK. met veel ambitie gewerkt en heb in mijn werk veel voldoening gevonden. Vanzelfsprekend kwam ook voor mij het tijdstip, waarop ik het werk moest neerleggen. Ik ben echter heel blij, dat ik buiten mijn officieelen werkkring nog zooveel ander werk heb, tvaaraan ik mijn tijd kan besteden, want voor epn i mensch die gezond is, is arbeid het grootste geluk en ik zou niet weten wat ik moest beginnen, .indien ik mijn werk voor den Bond niet had. Juist werk, waarvoor je niet wordt betaald, in het belang van de gemeenschap, dat doe ik zoo graag. Wat dat betreft, heb ik ook aan mijn vrouw zoon enorme steun gehad. Zij was ook een sociaal voelend mensch, altijd stond

Belangrijk waren 2 maatregelen, die door de leiding werden genomen. Inde eerste plaats het inde 2e terugbrengen van de speeltijden van 6 op 5 en van 4 op 3 minuten en 20. de bepaling dat zoo wenschelijk de finales op een latere datum zouden kunnen worden gespeeld. Het is een bewijs voor de bereidheid tot samenwerking, dat in 11 van de 20 afdeelingen niettemin de finale is verspeeld. We kunnen niet alle opofferingen gaan opsommen, daarvoor zijn het er teveel geweest, maar nog een staaltje van sportiviteit willen we noemen en dan moeten we H.V.G.B. een pluim geven, dal 15 min. na den strijd tegen D.K.R. alweer te water ging voor de finale tegen Merwede 1. Een groote handicap was ook, dat inden loop van den middag de draden van de geluidsversterkingsinstallatie zoodanig hadden te lijden van den regen, dal de „speaker” zijn werk wel kan staken. Men begrijpe ongeveer voor welk een bijzonder zware opgave U.Z.C. werd geplaatst. Dat ondanks dat alles tot een goed einde is gebracht wat voor onzen Jan de Vries aanleiding was ’s avond aan een meer intiem dinertje woorden van extra dank te spreken tot hei bestuur van U.Z.C., lof, die ten volle was verdiend, getuige het luidde applaus, dat des voorzitters woorden onderstreepte! Zaterdagmiddag kan Indermaur een nog vrij behoorlijke recette inde brandkast brengen, maar we vreezen da! hij voor den Zondagsche ontvangst wel met portemonnaie en portefeuille heeft kunnen volstaan. Wel totaal anders dan in '42 toen de deuren moesten worden gesloten voor de rijen toeschouwers die buiten stonden en niet meer konden worden binnengelaten.- Sluiten we hiermede dit verslag af, dan willen we resumeeren: een verregend U.Z.C.-tournooi 1943, dat echter niettemin van groote waarde was voor ons Nederlandsch waterpolo, omdat het heeft laten zien hoe’de zaken er inde diverse clubs voorstonden. Al is de propagandistische waarde dan niet zoo hoog geweest, ais we dat graag hadden gezien en ais ze ook vorige jaren was, niettemin hebben we in Utrecht 2 leerzame sportieve en prettige dagen gehad. Tot 1944! De volledige uitslagen luidden; DAMES. Afd. 1: A.D.Z. 1 (na strafworpen gewonnen van .H.D.Z. 1). Afd. II A; Haarlem 1. Afd. II B; finale te spelen tusschen Neptunus (Amersfoort) en Nereus 1. Afd. II C: finale te spelen tusschen H.D.Z. 2 en U.Z.C. 2. Afd. II D; finale ie spelen tusschen Z.A.R. 1 en Aa. Afd. II 1: Otter 2. HEEREN: Afd. I. finale te spelen tuschen H. P.C. 1 en ZJ.A.N. 1. Afd. II A: finale te spelen tusschen Nereus 1 en Meeuwen 1. Afd. II B; finale te spelen tusschen H.P.C. 2 en U.Z.C. 2.- Afd. II C; H.V.G.B. 1 (na loting gewonnen van Merwede 1). Afd. II D: A.Z.P.C. 1. ' Afd. 111 A; finale te spelen tuschen U.Z.C.-jeugd en Robben-jeugd. Afd. 111 B: finale te spelen tusschen Neptunus 1 (Amersfoort) en D.J.K. 1 (Zutfen). Afd. 111 C; Bubble 1. Afd. 111 D: Rotterdam 1. Afd. 111 E: D.W.V. 1 (Doesburg). Afd. 111 F: D.A.W. 1. Afd. 111 G: V.Z.C. 1 (Veenendaal). Afd. 111 H: Merwede 2. Afd. 111 J: Brandenburg 2. De uitslagen van de wedstrijden zullen we volgende week publiceeren. N.B. 1. De heer Planjer sprak in Z. en R. van vorige week over één surrogaat-hoofdklasser. In het Z.1.A.N.-kamp werd daarover erg gemopperd! 2. Koek zonder bon was uitverkocht in Utrecht! 3. D.A.W. stapte Utrecht binnen met een fraai bewerkte parapluie, die allerwegen de aandacht trok! 4. Om 18.15 signaleerden we op hel Stationsplein een heer in badjas met een doodernstig gezicht. 5. Het slotdiner was prima, maar leverde aan den kop van de tafel veel bommengescharrel, waarbij Uw scribent niet het ongunstigst „af” was. 6. Alle eereleden van U.Z.C. waren present.

Nu U hier toch bent, mijnheer Meijerink, kunnen wijde gelegenheid mooi benutten voor een klein interviewtje voor „Zwemmen en Redden”. Och, mevrouwtje, zoo’n oude kerel als ik ben is daarvoor in het geheel niet van belang, / Daarin, vergist U zich, mijnheer Meijerink, oude menschen kunnen belangrijk zijn om hetgeen ze hebben gepresteerd, van de jongen moeten wij maar afwachten wat ze ooit zullen presteeren, en ik ben er van overtuigd, dat U in uw leven veel nuttig werk heeft geleverd, begint U dus maar. —■ Over mijn eigen leven kan ik kort zijn. Ik heb als gymnastiekleeraar, heilgymnast en masseur altijd

90