navelstreng een eindweegs uit. Er werd een poging tot repositie verricht door den practicant en tegelijk om hulp gezonden, die echter te laat kwam; de navelstreng hield op met pulseeren en het kind kwam dood ter wereld. 111. Yan een ander geval (X°. 30 1899) vermeldt het poliklinisch verslag geen bijzonderheden. Kind dood. IY. N°, 655 (1899), 39-jarige IY para. De 2e partus werd forcipaal getermineerd, de overige verliepen spontaan. Bij 'dezen 4eQ partus werden gemelli gediagnostiseerd. Het H kind kwam spontaan in K. a. r. v. ter wereld. Daarna werden voor de diagnose van de ligging van het 2e kind de vliezen gebroken. Er bleek toen te bestaan een afgeweken hoofdligging, en aangezien de navelstreng dreigde uitte zakken, werd terstond een voetje afgehaald en de, overigens niet geïndiceerde, extractie onmiddellijk aangesloten. Beide kinderen levend. Puerperiura tebriel; er bleek 14 dagen post partum een salpingitis te bestaan , waarvoor patiënte verder inde kliniek werd verpleegd. Y. X°. 471 (1899), 36-jarige XI para. De vliezen waren gebroken, vóórdat er weeën waren en terwijl pat. nog rondliep, Eenige uren daarna bemerkte zij, dat de navelstreng buiten de vulva hing. Bij onderzoek werd uitwendig de rug r. gevoeld. Harttonen 40 —IBO. Inwendig voelde men de pulseerende navelstreng hangen uit het ongeveer 3 cM. wijde ostium; behalve de navelstreng werd op den ingang ook het hoofd gevoeld. In narcose werd keering volgens Braxton Hicks beproefd. Dit mislukte en daarom werd langzaam met de halve hand inden uterus gedrongen en versie verricht. De terstond aangesloten extractie bleek groote moeite te kosten, vooral van ’t hoofd, dat na veel moeite met den handgreep van Smellie-Veit gecombineerd met expressie werd geboren. Het zeer groote kind was diep asphyctisch en niet bij te brengen, In ’t puerperium temperatuursverhooging tot 39.5° zonder duidelijk aan te toonen oorzaak. YI. N°. 830 (1900), 33-jarige XI para. De afloop der vroegere bevallingen , waaronder 3 miskramen, was goed. De practicant vond bij staande vliezen en 6 cM. ontsluiting het hoofd voorliggen met den pijlnaad dwars (indalingp). Daar er weinig of geen weeën waren, meende hij de barende wel voor een poos te kunnen verlaten ; hij werd echter na uur weer ontboden, daar de weeën sterker waren geworden. Hij vond toen het vruchtwater afgeloopen, het hoofd niet ingedaald en de pulseerende navelstreng uitgezakt. Hoewel er spoedig assistentie ter plaatse was, bleek de navelstreng niet meer te kloppen; toch werd onmiddellijk zonder narcose overgegaan tot forcipale extractie. Het gelukte echter niet het kind in

20