leven te houden, ofschoon het hart na de geboorte nog klopte. De placenta werd na 40 minuten geëxprimeerd. Kraambed goed. VII. N°. 950 (1900), 29-jarige V para. Bij deze vrouw, wier vorige partus alle goed waren verloopen, wordt door den practicant hulp ingeroepen wegens uitgezakte navelstreng. Br blijkt te bestaan K. a. r. a., volkomen indaling en ontsluiting, rechts vóór eenige lussen pulseerende navelstreng. Duidelijk zijn te voelen bv. de orbitaalranden en neuswortel, r. v. een oortje met den vrijen rand wijzende naar achteren, de gr. fontanel inde bekkenas, de kleine r. achter zéér hoog. Wegens de uitgezakte navelstreng bij diep ingedaald hoofd ia onmiddellijke extractie geïndiceerd. Daalde navelstreng rechts vóór ligt wordt er van afgezien het achterhoofd van r. a. naar r. v. te draaien, doch besloten het achterhoofd over het perineum te ontwikkelen. De tang wordt, zonder narcose, dwars aangelegd en het hoofd zonder moeite inde vulva getrokken, toen gelicht en tot groote verbazing komt niet het aangezicht, doch het achterhoofd onder de symphysis te voorschijn. Het kind was, zooals reeds uit het inwendig onderzoek bleek, klein; waarschijnlijk is het hoofd plotseling geheel naar voren gedraaid, toen de barende dwars in ’t bed werd gelegd. Het inwendig onderzoek was zóó duidelijk en zóó gemakkelijk. dat aan een error diagnoseos haast niet te denken valt. Nadat het hoofd geboren was, draaide het gezicht naar links. Het kind was niet asphyctisch. De placenta werd na '/, uur geëxprimeerd. Kraambed ongestoord. In 7 ongecompliceerde gevallen van prolapsus funiouli hebben wij dus slechts driemaal het geluk gehad het kind te kunnen redden , tweemaal door de tang, éénmaal door keering. Inde 4 andere gevallen kwam onze hulp te laat, hoewel wij nog eenmaal met den forceps, éénmaal door keering het stervende kind trachtten te behouden. Driemaal was dwarsligging gecompliceerd door uitzakking van de navelstreng; in alle 3 gevallen kwam het kind dood ter wereld; nl. N°. 642 (1899),'(b1z. 14). Het kind was reeds dood vóór de versie. N°. 87 (1900), (blz. 15). Het levende kind werd gekeerd en geëxtraheerd bij onvoldoende ontsluiting en kwam dood ter wereld. N°. 81 (1900), (blz. 16). Bij 7 cM. ontsluiting werd versie verricht en daarna de spontane uitdrijving afgewacht en ondersteund; wederom kwam het kind dood ter wereld. N°. 43 (1900), (blz. 18). Hier was een niet levensvatbare vrucht gediagnostiseerd in dwarsligging met uitgezakte navelstreng; er was geen therapie uoodig en dit geval blijft dus buiten beschouwing. In 4 gevallen bestond prolaps van de navelstreng bij vernauwd bekken. In alle 4 gevallen was er een hoofdligging; nl.

21