jodoformgaas te tamponneeren en haar secundair te hechten na het verdwijnen van het oedeem, en nadat gebleken was, dat de vrouw vrij was gebleven van infectie. Immers, al is ditmaal alles goed afgeloopen, men moet erkennen, dat hierbij toch meer aan het toeval is overgelaten geworden, dan rnet een besef van verantwoordelijkheid in overeenstemming is te brengen. 19 Multiparae. IX. X°. 158 (1899), 28-jarige II para. De forcipale extractie geschiedde wegens asynolitismus anterior bij halve indaling van het hoofd, a. 1. terzij, volkomen ontsluiting, weeënzwakte eu lichte bekkenvernauwing. Patiënte leerde eerst op 4-jarigen leeftijd loopen; P partus ging spontaan, doch duurde zeer lang. Buiten narcose werd onder sterk trekken het achterhoofd naar 1. v. gedraaid en een meer dan middelmatig zwaar kind geëxtraheerd. Kraambed goed. X. X°. 467 (1899), 85-jarige IX para. Afloop vorige partus goed. ’s Avonds om 8 uur braken de vliezen bij een gulden ontsluiting, weeën den geheelen nacht zwak, den volgenden ochtend om 10 uur werd gediagnostiseerd asynolitismus anterior, geen fontanellen te voelen, zoo goed als volkomen ontsluiting, promoutorium met 3 vingers niet, met de halve hand wel te bereiken, groot kind. ’s Avonds om 6 uur toestand dezelfde. Moeder pijnlijk, kind goed. Besloten werd tot versie. Toen bleek er een te sterke rekking van de achterste helft van ’t onderste uterussegment te bestaan, en werd van versie afgezien en de forceps geappliceerd. Deze werd dwars aangelegd, het hoofd voorbij het promoutorium getrokken, de forceps afgenomen en thans opnieuw aangelegd inde r. sch. afmeting, (ld. font stond rechts) en ’t hoofd geëxtraheerd. Het kind, dat niet asphyctisch was, vertoonde een necrotisch plekje ten grootte van een dubbeltje op het r. waudbeen en een diepe deuk van ’t promoot, afkomstig. Het kind woog 4.4 K. Gr. Puerperium ongestoord. XI. X°. 605 (1899), 28-jarige II para. Bij den Pn partus werd spontaan een dood kind geboren, dat volgens de moeder onvoldragen, volgens den practicant voldragen was. Bij dezen 2“ partus werd ongeveer 8 uur na het begin der weeën door den practicant assistentie gevraagd. Er bleek toen te bestaan hoofdligging, hoofd beweeglijk op den ingang, asynolitismus posterior, kl. fontanel links, promontorium gemakkelijk te bereiken, vliezen gebroken. Daar de eerste partus spontaan was verloopen, de weeën krachtig waren, de toestand van moeder en kind goed, wordt besloten af te wachten. Hoewel op verschillende wijzen (liggen op zij, Walcher’sche ligging, uitwendige druk) beproefd wordt deindaling tot stand

28