het kind zou vermoedelijk beter zijn geweest, zoo er geen poging tot repositie was verricht, doch zoo spoedig mogelijk versie, de uitdrijving dan verder aan de weeën overlatende. XIII. N°. 624 (1899), 33-jarige IY para. De vorige 3 partus zijn alle forcipaal getermineerd. Een kind is nog inleven, een ander werd 8 maanden oud, het derde heeft slechts enkele oogenhlikken geleefd. Patiënte was ongeveer 24 uur in partu , met weeën , die eerst inde laatste uren krachtiger en frequenter werden, toen het vruchtwater afliep. De semi-arts, die in consult ontboden was, constateerde uitwendig le pos. hoofdligging, harttonen niet te hooren. Bij inw. onderzoek werd gemakkelijk het promontorium bereikt (C. D. bleek 11—11. 5), —de pijlnaad verliep dwars bij de symphysis, hoofd buiten de weeën beweeglijk op den bekkeningang, ontsluiting 6 cM. De ontboden assistent constateerde behalve den asynclitismus post. een uitgezakte pulseerende navelstreng, welke hij te vergeefs trachtte te reponeeren. Onregelmatige harttonen frequentie van 60 prolapsus funiculi, het platte bekken en den asynclitismus, werd besloten versie te doen. De versie en navolgende extractie, in narcose, verliepen uiterst moeilijk. Het hoofd werd door Smellie—Yeit’s handgreep gecombineerd met expressie plotseling met kracht naar buiten gedreven. Er was geen ruptuur, daar de vrouw, dank zij de vorige moeilijke partus, geen perineum meer had. Het kind, dat groot was, leefde niet meer. Afloop voor de moeder goed. XIY. X°. 109 (1899), 33-jarige II para. De vorige partus werd wegens vernauwing van den bekkenuitgang en kruinligging foicipaal getermineerd. Er werd een dood kind van 4.35 IvO-. ter wereld gebracht, terwijl de vrouw een ruptura perinei completa kreeg, die tweemaal is gehecht. Yoor dezen partus werd assistentie gevraagd, daar 10 uren na ’t begin der weeën het hoofd nog beweeglijk op den ingang stond bij 3°cM. ontsluiting, afgeloopen vruchtwater met kruinligging le pos. Weeën waren zeer goed, harttonen evenzoo. 26 uur na ’t begin van den partus wordt het hoofd onbeweeglijk inden ingang gevonden. Diagnose: voorhoofdsligging, kin 1. v. Promontorium te bereiken. Daar het hoofd indaalde en vast scheen te staan werd besloten af te wachten. 32 uur na ’t begin van den partus was de toestand onveranderd en werd besloten tot aanleggen van de tang of, zoo dit niet gelukte, tot perforatie. In narcose bleek het hoofd nog terug te dringen en werd daarom liever versie beproefd. Deze zoowel als de opvolgende extractie waren moeilijk; vooral de extractie van het nakomend hoofd, dat met veel moeite volgens Smellie Yeit en expressie werd geboren, met een ruk naar buiten

30