beweeglijk inden bekken-ingang, 5 c.M. ontsluiting, vruchtwater zou vóór 2 uur afgeloopen zijn, goede weeën, moeder en kind goed. Bij herhaald onderzoek blijkt, dat bij druk op den fundus het hoofd iets indaalt en de pijlnaad naar voren komt. Er wordt besloten af te wachten. Sedert 3 uur n.m. beginnen de weeën te verminderen. ’s Avonds 8 uur wordt gevonden A. a. r. dw., doch thans bijna half iugedaald bij volkomen ontsluiting, terwijl de asynclitisraus opgeheven is. Wegens de onvoldoende weeën en den langen duur der haring bij de bestaande bekkenvernauwing wordt besloten tot forcipale extractie. In narcose wordt de linker lepel 1. v., de rechter r. a. ingebracht. Het kind, van iets meer dan gemiddelde grootte, was weinig asphyctisch, en kwam spoedig bij; is echter na 3 dagen overleden (oorzaak?). Placenta na J uur geëxprimeerd. Het hoofd van ’t kind was tengevolge van de haring zeer asymmetrisch. Het cap. succ. was op ’t 1. parietale; het r. par. en front, waren geschoven onder de linker dito; er was een iufractie van ’t r. parietale en een lichte decubitus 2 vingers achter de sutura coronalis (promontorium). Bekkenmaten der moeder ontbreken. De temperatuur steeg in ’t kraambed een enkele maal tot 38.°2. Afloop overigens goed. XIX. X°. 389 (1900). 35 jarige 111 p, De vroedvrouw verzocht hulp, daar het hoofd niet wilde indalen. Beide vorige haringen hadden een goed, snel beloop, hoewel er flinke kinderen geboren werden. Deze partus daarentegen had reeds ongeveer 2 dagen geduurd, toen de praoticant onderzocht en vond A. a. r. dw., nagenoeg volkomen ontsluiting, promontorium te bereiken, weeën goed, het kind groot. C. D. 11.25; spinae ant. sup. 25, cristae 29. Het bekken was dus plat vernauwd. In aanmerking genomen de afloop der vorige haringen en de goede weeën wordt besloten tot afwachten en rechter zijligging. Na een paar uur bleek de toestand nog onveranderd, behalve dat een duidelijke contractiering aanwezig was, vier vingers boven de symphysis; er was echter geen gevaarlijke rekking van het onderste uterussegment. De harttonen waren goed; meconium liep reeds sedert verscheidene uren af. Het was duidelijk, dat hier geen spontane haring zou plaats vinden. Yoor keering was het te laat; de afloop der vroegere haringen deed hopen, dat een forcipale extractie niet al te moeilijk zou wezen. Tot dit laatste werd dus besloten. In narcose werd de tang dwars aangelegd; de tang was sterk naar beneden gericht; het slot stond inde vulva. Na krachtig trekken passeert het hoofd den bekkeuingang; de tang wordt inde bekkenholte afgenomen en

32