gevonden, het ostium met jodoformgaas was opgevuld of een kolpeurynter ingebracht en op deze wijze de haring was bespoedigd. "VIL N°. 906 (1900), 41-jarige XIII para. De vrouw, wier vorige bevallingen normaal waren geweest en die haar 13e bevalling verwachtte in Januari, voelde zich half December onwel en verloor stukken bloed, waarom ze obstetrische hulp inriep. Er werd toen geconstateerd dwarsligging, rug achter, hoofd rechts en placenta praevia. De portio, die voor twee vingers passabel was, was opgevuld door placentairweefsel. Weeën waren er nu en dan te zien, doch zwak. Er werd besloten een kolpeurynter door het ostium te brengen en door voortdurende lichte tractie hieraan de ontsluiting te bevorderen. De kolpeurynter werd echter onmiddellijk uitgeperst. Hij werd niet opnieuw ingebracht, doch met twee vingers de placenta doorboord en een voetje afgeha.ald. De bloeding tijdens deze nog al moeilijke bewerking was niet onrustbarend. De weeën werden spoedig krachtiger en frequenter, zoodat na ongeveer een uur de stuit geboren was. Het kind was intusschen gestorven en werd thans zeer langzaam verder geëxtraheerd; de geboorte van het hoofd geschiedde met behulp van den handgreep vanSmelli e-Y ei t onder gelijktijdige expressie en kostte veel moeite. De placenta werd na uur door lichten druk verwijderd. De moeder was zeer anaemisch geworden, doch werd spoedig beter na injectie van kampherolie en een subcutane infusie vaneen halven liter physiologische zoutoplossing. Het kraambed verliep ongestoord. In deze 7 gevallen was de placenta praevia dus 2 maal een totale: drie vrouwen bevielen nagenoeg op het normale einde der zwangerschap, de anderen vroeger. 5 kinderen kwamen dood ter wereld, waaronder één gemacereerd. Driemaal is in het geheel geen therapie toegepast, inde andere gevallen heeft deze bestaan in : breken der vliezen bij hoofdligging, uitwendige keering, gecombineerde keering op den voet, af halen vaneen voet. Hoewel het bloedverlies in enkele gevallen aanzienlijk is geweest, is daaraan geen vrouw bezweken. Het eenige sterfgeval, dat wij onder deze rubriek te betreuren hadden, was aan infectie te wijten , terwijl het bloedverlies van geen beteekeuis was geweest. (Zie blz. 74.) De andere 6 kraamvrouwen maakten het naderhand goed. Loslaten der placenta vóór de geboorte. Hoewel ineen paar gevallen bloeding vóór de geboorte aanleiding gaf te denken aan bovengenoemde afwijking, verliep de haring zonder eenige stoornis en zonder eenige therapie. Het volgende geval echter dient kort vermeld te worden.

62