zeer anaemisehe vrouw die voortdurend bloed verloor en eene ontsluiting had van 4 cM. Er werd duchtig getamponneerd en daar de vrouw Katholiek was, gezonden om den pastoor te Groede. Toen zij, 2 uren later bediend was, en de tampon begon dóór te laten, bleek, dat de ontsluiting tot 7 cM. was gevorderd. Er was hevige bloeding, waarom ik de versie deed, daarbij de placenta doorborend. De keering vlotte goed , evenals de extractie. Het kind leefde, terwijl de vrouw, van coll. de G., wiens kamferaether stabieler schijnt dan de mijne, een spuitje kreeg. De placenta was opvallend groot en dun. d. Placenta praevia centralis. Bekken vernauwing, voetligging, haring a terme met veel bloedverlies. Extractie. Kind leeft, moeder hersteld. N°. 976. Mej. v. A., Hoofdplaat, 29 j., M.-para. Yernauwd bekken (zie daarbij). Toen ik bij deze vrouw kwam, lag zij juist te bed, groote plassen bloed werden door grootje opgedweild. Ontsluiting 8 cM. pi. pr. centralis. In mijn haast om versie te doen verzuimde ik uitwendig onderzoek in te stellen. Tot mijn verrassing dus, stiet ik, zoodra de placenta doorboord was, op een voetje. De extractie was gemakkelijk. Het kind leefde en de vrouw, die zeer flauw was, genas voorspoedig. e. Placenta praevia marginalis. Tijdige haring met zeer groot bloedverlies. Yersie en extractie. Kind levend, moeder hersteld. N°. 1007. Yrouw V., Hoofdplaat, 34 j., M.-para. 7 Oct. 1901 liet zij mij roepen omdat zij vloeide Ik onderzocht haar nauwkeurig, doch stootte overal tegen den voorliggenden schedel. Er was geen merkbare ontsluiting, de vliezen schenen intact en er waren geen weeën. Ik liet haar te bed liggen met een tampon, die den volgenden dag werd weggenomen. Er lag een groot coagulum achter , er was geringe ontsluiting, nergens was de rand der placenta te voelen. Den volgenden avond 7 uur werd ik geroepen. De vrouw lag op een peluw op den grond, doodsbleek, zonder pols. Overal lag bloed en de geestelijke had haar juist bediend. Ik nam de vrouw dadelijk op en legde haar dwars op bed, zij was geheel bewusteloos. Nu, nadat de stolsels waren weggenomen, vond ik dan eindelijk ter zijde van het hoofd, dat inde bekkenholte stond, een randje placentairweefsel van 1 cM. breedte. Yersie en extractie a la minute. Nageboorte manueel verwijderd, injecties van kampherspiritus en ergotine. Druk op de aorta abdominalis, beenen hoog. Pols ongeveer onvoelbaar. Met een seruraspuit uit de medicijnkast, die ik er op na houd te Hoofdplaat, werd + 400 gr. warmwater met ’n spoor zout onder de huid gespoten. Na een uurtje kwam zij bij, kreeg toen alcohol. Na veel getob verliet ik de vrouw. Het kind leefde en zij herstelde, had ook geen hinder van de would-be

138