eigenaardige afwijkingen kunnen tot stand gebracht worden en'wij herinneren ons hoe experimenteel aan amphibieënlarven, polydactylie b.v. kan tot stand komen. Wij herinneren ons verder den invloed die door de zoogenaamde amnionstrengen of Simon ar t’sche banden op de extremiteiten kan worden uitgeoefend. Zonder twijfel bestaan deze banden en moeten aan dezen ook de bij den foetus aangetroffen defecten aan de extremiteiten met name de spontaanamputaties geweten worden. Reeds in 1812 beschreef Chaussier en in 1824 Watkinson, een geval waarbij na de geboorte van het kind het afgesnoerde handje resp. voetje in het amnion en de vagina werden gevonden. Martin vond na de geboorte van het kind in het bloed den geamputeerden voorarm de hand en Titsch deelde een geval mede, waarin de geamputeerde voet reeds eenige dagen vóór de geboorte van het kind was uitgedreven. In al deze gevallen was de grootte der geamputeerde extremiteiten overeenkomstig het vroege stadium, waarop deze amputaties het best tot stand kunnen komen, veel kleiner dus dan die vaneen voldragen kind en overeenkomstig de grootte vaneen foetus van + 3 maanden. Er bestaan voorts tal van afbeeldingen o. a. in het zooeveu geciteerde werk van Klausner, voorts in diverse leerboeken b.v. van v.d. Meij-Treub, waarin de verbinding tusschen amnion en extremiteiten en andere lichaamsdeelen niet alleen, maar ook de gevolgen der omsnoering duidelijk te zien zijn, en ook Dr. Westerman vertoonde in voornoemde vergadering een praeparaat, waaraan de amnionstreng reeds een diepe voor met atrophie van het daar beneden gelegen stuk der onderste extremiteit had veroorzaakt. Zonder twijfel meen ik dan ook dat inde beide door mij eenige jaren geleden inde kweekschool waargenomen gevallen van spontane amputatie op de zooeveu genoemde wijze moeten verklaard worden. Het eerste dezer twee betrof een kind dat den 21sten Juli 1899 inde kweekschool werd geboren. Omtrent den partus kan ik mededeelen, dat daarbij opviel de zeer geringe hoeveelheid vruchtwater , en dat een kind van 2900 gr. geboren werd dat aan de linker bovenste extremiteit een stomp vertoonde, waaraan geen vingers, en dooreen gewricht verbonden met den onderarm. Met Röntgen stralen onderzocht, bleek de stomp te zijnde carpus en metacarpus. Aan de placenta waren geen strengen of sporen daarvan te vinden. Inde familie zijn deze afwijkingen nooit voorgekomen. Het tweede geval van spontane amputatie nam ik verleden jaar waar en collega Meijers had de welwillendheid van deze patiënte evenals ook van al de anderen welke hier nog zullen volgen, eene

176