vertoonden ectrodac/ylie, syndactylie en spJeelvoeten, terwijl nog een aantal anderen uit dit geslacht met groote waarschijnlijkheid met dergelijke anomalieën behept waren. Juist dit feit dringt ons vanzelf de gedachte op dat althans voor erfelijke afwijkingen, zooals die zich bij dit geslacht hebben vertoond, zeker niet aan een exogene wijze van ontstaan doordruk of afsnoering is te denken, maar een endogene oorzaak is aan tc nemen. Toch zijn er, zooals ik reeds inden beginne vermeldde, en daaronder behooren b.v Kürnmel en Riedinger, die er niet tegen opzien om b.v. het ontstaan van de erfelijk voorkomende spleethand en -voet te verklaren door amniotische strengen of banden. Kürnmel b.v, neemt dan aan dat de middelvinger en zijn buur of buren tengevolge van vergroeiing met het amnion tusschen de andere vingers uitgetrokken zouden worden. Om verschillende redenen acht ik deze veronderstelling onhoudbaar. liet is toch een absoluut vaststaand feit, dat juist die afwijkingen, wier ontstaan met zekerheid door de amniotische strengen is te verklaren nl. de z.g. spontane amputaties nooit erfelijk voorkomen. De erfelijkheid van amniotische strengen is nog nooit door iemand bewezen en dit feit is m.i. een krachtig argument tegen de meening van hen, die exquisiet erfelijke afwijkingen op rekening van de amniotische strengen willen stellen, en waartegen nog zooveel theoretische bespiegelingen het moeten afleggen. Ook zou het toch al bijzonder vreemd zijn dat de verklaring b.v. alleen maarde plaats van den extremiteitenaanleg, waaruit zich de middelste vingers zullen ontwikkelen, zou treffen en dat juist onder deze erfelijk voorkomende afwijkingen nooit aangetroffen wordt een geval van spontane amputatie, welke absoluut zeker door amnionstrengen ontstaat. Aan den anderen kant zijn voorbeelden bekend van afwijkingen aan de extremiteiten, erfelijk voorkomende, welke met den besten wil niet door mechanische oorzaken kan verklaard. Zoo verklaarde Dr. Po 11 o n inde Société de Biologie te Parijs, vaneen dorp, gelegen in het Département dTsère wier inwoners bijna allen 6 vingers en 6 teenen hadden. Daar dit dorpje zeer moeilijk te bereiken was trouwden de bewoners onder elkaar, doch toen de inwoners tengevolge van de veel veel verbeterde communicatie ook met de bewoners van andere dorpen huwelijken konden aangaan, verdwenen de overtollige vingers en teenen langzamerhand weer bij hun nakomelingen. Een ander bericht van exquisiet erfelijke polydactylie deelt Dr. Beyfuss mede, die den broeder van den sultan van Pontianac om de een of andere ziekte behandelde. Bij die gelegenheid merkte hij op dat deze aan elke hand twee duimen had, waarop hij hem voor-

180