deeling van prof. Kou wer gehoord. Yoor een jaar of zes heeft hij zelf een artikeltje geschreven om de waarde van de pessarium-therapie in ’t licht te stellen. De referent, die dat stukje ineen Duitsch tijdschrift besprak, verbaasde zich daarover, en noemde het een stap inde achterwaartsche richting. Het streven naar een operatieve behandeling der retroflexie is misschien in dien tijd nog sterker geworden. Het krachtig pleidooi voor de pessarium-therapie van prof. Kouwet is spreker daarom des temeer welkom, Wat den invloed betreft, dien liggingsveranderingen op de psyche kunnen hebben, herinnert hij zich een sprekend voorbeeld. Bij een patiënte, die drie jaar steriel gehuwd was geweest, vond hij een retroversio uteri. Hij bracht een pessarium in. Ongeveer 5 of 6 md. later was er een begin van zwangerschap. Deze had een normaal beloop gedurende de vier eerste maanden. Toen begonnen er verschijnselen van psychische depressie te komen. Pat. meende, dat alles, wat zij in haar lichaam had, omgekeerd was. Ook de voorwerpen op straat zag zij omgekeerd. Bij den partus was patiënte ineen toestand van razernij, zoodat zij door meerdere personen moest worden vastgehouden. Na den partus is zij 8 md. lang krankzinnig gebleven. De familie dezer patiënte is geheel vrij van psychische afwijkingen; zij is de dochter vaneen medicus. Ten slotte heeft spreker aan prof. Kouwer nog een vraag te doen. Hij zou zoo graag een scherp omlijnde beschrijving hebben van de gevallen, waar prof. Kouwer een operatieve behandeling aangewezen vindt. Waar deze inde Alexander-operatie bestaat, kan zij natuurlijk alleen bij retroflexio mobilis worden toegepast, en de vraag rijst nu, wanneer deze boven de pessarium-therapie moet worden verkozen. Mej. van Tussenbroek heeft prof. Kouwer’s waardeering van de pessarium-therapie tegenover de operatieve richting onzer dagen met groote belangstelling en instemming gehoord. Ook verheugt zij zich over zijne waarschuwing tegen het behandelen van de retroflexio mobilis bij jonge meisjes. Yolgens hare ervaring en overtuiging geeft de retroflexie bij jonge meisjes, die meestal aangeboren is, bijna nooit bezwaren. Daarentegen kunnen dooreen niet geïndiceerde behandeling met pessaria ernstige stoornissen in het zenuwstelsel worden opgewekt. Er ligt haar een geval versch in ’t geheugen, waarbij de patiënte onder den invloed dier behandeling, door twee collegae toegepast, geheel tot zenuwlijderes geworden en zoozeer in haar voedingstoestand achteruit gegaan was, dat zij niet dan dooreen lange rust- en voedingskuur, gepaard met krachtige suggestie, er weer bovenop kon worden gebracht. Blijkens zulke ervaringen is het geen overbodig werk, dat in onze Yer-

194