roepen. Bij zijn komst waven er heftige weeën. Nadat hij zich gedesinfecteerd had, zag hij dat de evolutio spontanea was begonnen. De rechter arm was totaal uitgezakt. Naar links was de sterk gekromde borstkas zichtbaar. Daarna kwam de buik voor den dag, met de navelstreng, topn volgden de billen, en daarop konden armen en hoofd gemakkelijk worden ontwikkeld. Het kind bleek een meisje te zijn van 52 cM. lang en bijna 3 kilo gewicht. Het was diep asphyctisch; blauw. Na huidprikkels kwam het geheel bij. De vrouw heeft een rhachitisch bekken met typische verkrommingen aan de ossa ilei. Er bestaat een zeer lichte ingangsvernauwing inde rechte afmeting. Vooral de linker bekkenhelft was gemakkelijk af te tasten. Merkwaardig was, dat de ontwikkeling van thorax en abdomen geschiedde langs de linker zijde van het bekken, die het meest vernauwd was. Bekkenomtrek 83 c.M., Dist. crist. 29, Spin. 26 c.M., Conj. inclin. ± 12 c.M. Prof. Treub demonstreert hierop een sectie-praeparaat, bestaande inden uterus van eene patiënte die wegens plac. praevia volgens Bonnaire was behandeld. Do patiënte, die reeds 11 kinderen had gehad, was a terme van haar 12cle. Er bestond plac. praevia centralis. Spreker heeft zelf de dilatatie volgens Bonnaire verricht, en ook de keering, die gemakkelijk ging, gedeeltelijk zelf gedaan. Na de uitdrijving der placenta volgde bloeding; ten deele een uitwendige, die door tamponnade waste stillen, maar hoofdzakelijk een inwendige. De vrouw bezweek. Er bestond een inscheuring aan den rechter kant die opliep inde uterus-musculatuur en zich als een diepgaande verscheuring van’t parametrium voortzette. Dien ten gevolge was er een kolossale bloeding in ’t retroperitoneale bindweefsel ontstaan, die de patiënte het leven kostte. Spreker geeft dit geval als bijdrage tot de casuïstiek van de B o nnai r e-operatie. Het is voor hem geen reden om de methode te verlaten, die over ’t geheel voortreffelijke resultaten geeft. De heer Semmelink vraagt; of er in dit geval ook nog over operatie gedacht is, om de bloeding door onderbinding meester te worden. Inde Leidsche kliniek is een soortgelijk geval op deze wijze gered. De heer Treub zegt, dat er geen indicatie voor opereeren bestond. Ineen geval als dit had de onderbinding dor uterina niets gebaat wegens de ruime communicatie van uterina en spermatica. Dr. Stratz vraagt, of de keering bij staande vliezen is gebeurd, en of het kind leefde? Het antwoord op de laatste vraag luidt bevestigend. De keering is verricht na doorboring van de placenta. De heer Stratz zegt, dat hem de meer actieve therapie, die nu in ’t belang van de kinderen wordt aangeradcn, toch niet onbe-

223