gen een keer of 5 per dag gedurende 2 uur bovengenoemde hoeveelheid. Hoe het komt, weet men eigenlijk niet, maar een feit is het, dat de kinderen meer drinken en het voedsel beter verteren. Gelukt het ons niet, zelfs met zuurstof en gavage de kleintjes in goeden doen te houden, dan geven wij het alle 2 uur I—3 druppels cognac op wat suikerwater, en vaak ziet men onder het gebruik daarvan de cyanose verminderen. Reeds uit deze algemeene beschouwingen wordt het duidelijk, hoeveel zorgen de kleintjes vereischen en hierdoor is tevens de tweede oorzaak gegeven, waarom zij niet op zalen tegelijk met andere patiënten verpleegd kunnen worden. Uit de voorgaande tabellen ziet men de resultaten inde kliniek aldus behaald. Nu wil ik nog even de vraag behandelen of couveusekinderen gebaad mogen worden. Een vasten regel kan men ook hiervoor, evenals steeds inde geneeskunde, niet geven. In ’t algemeen mogen kleintjes ouder de 1600 gram bijna nooit of slechts met de grootste voorzorgen worden gebaad. Het is niet alleen de afkoeling, die hierbij in het spel is, maar meermalen treedt in het bad door slechte hartswerking cyanose op, zoodat het eo ipso duidelijk is, dat kinderen, die van nature aan die kwaal lijden, slechts voorzichtig mogen gewasschen worden. Grootere couveusekinderen baadt men inden regel wel en maakt voor hen het badwater op 32°—34° C. Behalve de daling van het sterftecijfer door de afgezonderde verpleging hebben wij daarmede ook nog een ander gunstig resultaat bereikt. Terwijl eerst de wekelijksche toename in gewicht 52—100 gram bedroeg, is nu dit cijfer gestegen, zoodat thans het minst snel groeiend kind gemiddeld nog 93 gram inde week aankomt, het vlugste 138 gram, terwijl in gelijke verhouding het aantal verpleegdagen gedaald is. Kromme n°. I geeft evenals n°. II een duidelijk voorbeeld van den gunstigen invloed der overplaatsing. Door de zusters moet steeds nauwkeurig worden opgeteekend hoeveel „streepjes” het kind drinkt, en daar 1 streepje ongeveer 15 gram is, weten wij altijd welke hoeveelheid voedsel de kinderen krijgen. Pasgeborenen, die niet zuigen kunnen, worden elk uur met de bovenbeschreven gavage gevoed en krijgen dan 10 gram zoo mogelijk gekolfde moedermelk en anders kunstvoeding 1 :8. Stevige kinderen, dat zijn op de couveusezaal zulke, die boven 1500 gram wegen, nemende eerste dagen per keer slechts 1 streepje per maaltijd en hebben dan zeker een half uur noodig om die hoeveelheid naar binnen te werken. Al doende leeren zij en brengen het

304