Stadium V. De achterste amnionplooi, versterkt door indringend mesoblastweefsel is in grootte toegenomeng tevens valt een begin van de voorste amnionplooi waar te nemen. In het bereik van de placenta groeien trophoblast en mesoblast even sterk. Stadium VI. Het amnion heeft zich bij x gesloten, en is door een dubbele mesoblastlaag van het trophoblast gescheiden. Het amnion vormt nu een gesloten zak boven den rug van het embryo. Een spieetvormig uitsteeksel verlengt zich samen met een weinig ontwikkelde, compacte allantois inden liechtsteel. Deze bestaat, afgescheiden daarvan, alleen uit mesoblast. De dooierzak is sterk in omvang afgenomen; eveneens zijne communicatie met de buikholte van het embryo. De plaeentairconus is sterk gegroeid. Stadium VU. Het embryo is aan alle kanten door amnion omgeven. Aan den navel gaat het amnion als uitwendig omhulsel op den buiksteel over, die nu, behalve het mesoblast met zijn bloedvaten, de rudimentaire allantois en den sterk gesohrompelden dooierzak bevat. De placenta is sterk vergroot. In tegenstelling met Erinaceus heeft Tarsius een gladde trophoblastschil met een vroegtijdig ontwikkeldenprimairen plaeentairconus. Het amnion ontstaat secundair door latere aaneensluiting van eene voorste en achterste plooi. Het mesoblast ontstaat vrij spoedig en vertoont een sterken groei. De allantois, die bij den egel het tot stand komen van de secundaire placentatie veroorzaakt, blijft rudimentair bij Tarsius. De raesoblastische buiksteel echter, die bij den egel weinig of niet van belang is, behoudt bij Tarsius zijn belangrijke rol van den beginne af, en wordt gelijkmatig verder geditferentiëerd. Dit verschil laat zich gemakkelijk zien inde stadia 111 van beide

dieren. Bij den egel bestaat de aanleg van den liechtsteel inden vorm vaneen extra-embryonale mesoblastwoekering. Deze ondergaat echter onmiddellijk een splijting in twee bladen, waarvan het een om het amnion, het andere om den dooierzak heengroeit. Bij Tarsius (III) echter

vormt de caudale extra-embryonale mesoblastwoekering een soliede compacte massa, die van den beginne af eene communicatie blijft

7

Fig. 2.

Eerste aanleg van den hechtsteel (Hs) bij Tarsius (Hubreoht).