sterk, zoodat het nakomende hoofd weerstand ondervindt inde wond, die moet worden vergroot, om het hoofd te laten passeeren. Het kind leeft en wordt, na afklemmen en doorknippen der navelstreng, aan een assistent gegeven. De uterus is bij de extractie buiten de buikholte gekomen, de cervix wordt dooreen assistent omvat. De placenta wordt losgemaakt, enkele stukken der eivliezen, die afbreken. worden manueel verwijderd, de binnenvlakte der baarmoeder wordt uitgewischt. Ook hierna blijft de bloeding matig. Sluiting van de uteruswond door 6 diepe en eenige seroso-sereuse hechtingen met zijde, als inde vorige gevallen. De uterus wordt gemasseerd, daardoor worden eenige coagula per vaginam uitgedreven, daarna contraheert de uterus zich krachtig. (Te voren had de vrouw twee subcutane injecties van ergotine ontvangen.) De uteruswond wordt met jodoform bestrooid, inde buikholte teruggebracht en met omentum bedekt. Sluiting van de buikwond door twee doorloopende catguthechtingen voor peritoneum en fascia. De huidwond wordt gesloten dooreen half dozijn krammen, en eenige zijden hechtingen, daar de revolver slecht werkte. Het kind (meisje) was 50 centimeter lang en 3140 gram zwaar en ontwikkelde zich aan de moederborst goed, zoodat het bij het ontslag van moeder en kind 3460 gram woog (26 dagen na de geboorte). Het kraambed nam wat de temperatuur betreft, een eigenaardigen loop. De eerste acht dagen was de avondtemperatuur steeds iets te hoog, terwijl de pols krachtig en weinig frequent was, de darmperistaltiek reeds spoedig na de operatie normaal werd en normaal bleef, de buik ongevoelig was, de tong zaiver en de patiënt zich monter en opgewekt gevoelde. Den 9en dag stijgt de temperatuur plotseling tot boven 40°, den 10en dag tot 39.9, om daarna snol te dalen en normaal te blijven. Ook gedurende dezen tijd was de pols slechts weinig versneld (hoogstens tot 100), de tong zuiver, de buik ongevoelig, de algemeene toestand uitstekend en was nergens (hart, longen, nieren), eenige afwijking te constateeren. Uit de vagina was voortdurend een niet meer dan gewone, niet stinkende lochiaalsecretie. Den 10™ dag werden de krammen en draden verwijderd. De huidwond is volmaakt goed genezen, nergens is inden omtrek eenige infiltratie te voelen. Den 26en dag wordt de vrouw met het kind gezond ontslagen. De baarmoeder is bijna niet meer vergroot en goed bewegelijk. De bekkeumateii zijn;

157