met een etterholte wel te voorzien. Daarom werd ook vaneen nieuwe darmhechting afgezien, zoolang alle suppuratie niet tot stilstand was gekomen. Dit maakte echter een zeer langdurige nabehandeling onvermijdelijk. Over den oorsprong der suppuratie zijn wij niet wijzer geworden. Tuberculose acht ik waarschijnlijk maar alles behalve bewezen. 10. (P. 297). Yirgo, 34 jaar. Sedert tien jaren pijn inden onderbuik en pjjnljjke menstruatie; deze is geregeld, duurt 2 dagen. In April ’99 kon ik aan de adnexa nog geen veranderingen van beteekenis vinden; in ’t najaar maanden lang amenorrhoe, veel pijn. Begin 1900 menstruatie behoorlijk; in Maart worden twee tumoren ontdekt, de eene waarschijnlijk een subsereus myoorn, de andere een ovariaalcyste. Laparotomie: twee overal vergroeide ovariaalcysten ter grootte vaneen sinaasappel worden geëxtirpeerd. Uit den uterus worden tevens twee kleine subsereuse myomen verwijderd, ter grootte van een erwt. De cysten zijn uniloculair, maar vertoonen nog resten van tusschenscbotten en vrij veel ovariaalweefsel. De inboud is dikvloeibaar, chocoladekleurig, niet colloid. Geneest glad. Later veel last van congesties, overigens goed. 11. (P. 298). Yirgo, 25 j. Menses goed. Sedert een half jaar lichte dysurie. Zij raadpleegde haar dokter, omdat uit de vulva „een gezwel uitpuilde”. Dit is de sterk oedemateuse, ulcereerende portio vaginalis, die 3 c.M. buiten de vulva uitsteekt. Het lange collum gaat over inden uterus, die naar rechts en voren gedrongen is dooreen vasten tumor, die het kleine bekken opvult en daarboven nog uitsteekt ter grootte vaneen half kinderhoofd. Geen ovaria voelbaar. Uterus een weinig bewegelijk vóór den tumor. Diagnose: ovariaaltumor of myoom. Laparotomie. Cyste van linker ovarium, zoodanig bekneld in bet bekken, dat zij daaruit slechts met groote moeite te voorschijn kan worden getrokken. Dit verklaart den indruk vaneen vasten tumor. Rechter ovarium gezond, wordt achtergelaten. Inboud der uniloculaire cyste: brei, serum en haren. Het kost moeite na het herstellen der horizontale positie de intestina omlaag te brengen. Daardoor wordt niet alle lucht uit de buikholte verdreven; op het oogenblik dat de buiknaad voltooid is, ziet men tijdens een kraakbeweging, lucht uit de buikholte zich snel voortbewegen onder de huid, tot op bet onderste gedeelte van den thorax. Genezing door draadettering gestoord : hoogste temperatuur 37.°8. Daarvoor moet het emphyseem wel aansprakelijk worden gesteld.

185