Preparaat. Kogelrond myoom, drie vuisten groot, inden voorwand, reikend tot de mucosa. Het laat zich gemakkelijk uitschillen. Ovaria atrophisch. Geneest zonder stoornis. 23. (140—1902). 58 j., VI-p. Sedert 51e jaar menopause. De vrouw had nooit eenig bezwaar en bespeurde vier maanden geleden , dat de buik dikker werd. Zij kreeg nu en dan buikpijn, den laatsten tijd toenemend. Algemeene toestand best. Er is een oneffen tumor, die tot den navel reikt, weinig bewegelijk is, diepe fluctuatie vertoont en met den uterus innig saraenhangt. Deze vondst en de anamnese der 58 jarige vrouw doen de diagnose stellen op malignen tumor vaneen of van beide ovaria. Laparotomie. Exstirpatie van den myomateusen uterus. Preparaat. Fjbromyoom met groote lymphspleten, inden achterwand der baarmoeder, tot aan de atrophische mucosa uteri reikend. Geen maligniteit. Ovaria geschrompeld. Genezing gestoord door lichte draadettering. 24. (P. 335). 48 j. Yirgo. Menses altijd profuus, de laatste twee jaren zeer profuus, om de 4 weken, niet langer dan 4 dagen. Pat. is inde laatste l'/2 jaar zeer zwak geworden, en is zeer bloedarm. Zij heeft nooit pijn, wel herhaalden aandrang tot urineeren. Er is een uit vele knobbels bestaand fibromyoma uteri, dat tot aan den navel reikt. Daar haar toestand op het oogenblik geen operatie schijnt te gedoogen, wordt zij in het Andreas-gesticht opgenomen ter verpleging. Hier neem ik ook zelf een buitengewoon hevige menstruatie waar, die vier dagen duurt, en niet door eenige afscheiding, van welken aard ook, wordt gevolgd. Inden tijd van vier weken wordt de vrouw in ’t geheel niet sterker, zoodat tot operatie moet worden overgegaan. Laparotomie. Exstirpatie van den uterus. Ongestoorde genezing. Preparaat. Manshoofdgroote tumor, uit tal van subsereuse en intramurale fibromen bestaande. In het cavum uteri vijf polypen van verschillende grootte, de grootste als een kleine stuiter. Ovaria groot. Dat deze polypen zich door geen enkel kenmerkend symptoom hebben verraden, is zeer opmerkelijk. 25. (P. 336). 50 j. Yirgo. Heeft tot voor vijf maanden, toen de menopause intrad, altijd volkomen normaal gemenstrueerd. Sedert vier jaren is de buik al dikker en dikker geworden, en dikwijls pijnlijk. Drie weken geleden had zij koorts en veel buikpijn, toen verloor zij ook weder bloed. Er bestaat een conglomeraat van subsereuse myomen , dat tot aan den ribbenboog reikt. De noodzakelijk geoordeelde operatie wordt uitgesteld , omdat patiënte bronchitis beeft. Bij opname in het Diaconessenhuis is deze nog niet geheel

250