Welke plaats neemt ons geval in deze rij van zeldzaamheden in ? De eerste vraag is dan wel: Is de uterustuherculose hier eene primaire? Het antwoord daarop is niet met zekerheid te geven. Al is op het oogenblik hij de patiënte in geen enkel orgaan iets vaneen floride of een latent tuberculeus proces te vinden of te vermoeden, zoo is dit geen afdoend bewijs, dat er niet ergens een tuberculeuse haard ineen lymphklier of elders is of geweest is. Als men weet hoe moeilijk het is zelfs bij een sectie de primaire haaid vaneen tuberculeus proces aan te toonen en hoe licht in een long of ineen lymphklier kleine genezen haardjes van ouden datum over het hoofd worden gezien, dan behoeft het geen betoog, dat dit bij liet levende individu eene onmogelijkheid wordt. Nu is onze patiënte, blijkens haar anamnese, in haar jeugd jaren lang in eene omgeving geweest, waar zij gemakkelijk een tuberculeuse infectie kon opdoen. Haar jongere zuster, en 2 van haar 4 stiefbroeders en zusters zijn aan tuberculosis pulmonum gestorven. Wel heeft zij op 26-jarigen leeftijd het ouderlijk huis verlaten, dus vóór die stiefzuster en broeder aan tuberculose overleden, maar haar stiefmoeder was toen al longlijdende en de kinderen van deze sukkelden toen al zeer met de borst. Neemt men eene primaire infectie in dien tijd aan, (b.v. langs aërogenen weg) van de longen en secundair van de bronchiale lympklieren en neemt men daarbij aan, dat dit procesingekapseld is en dan onschadelijk gemaakt is, maar dat, later van hier uit eenige tuberkelbacillen langs haematogenen weg den uterus geïnfecteerd hebben, dan moet men ook aannemen, dat tuberkelbacillen op die wijze ineen lymphklier opgeborgen, ± 40 jaar lang een sluimerend bestaan kunnen leiden om dan virulent te worden en op een of andere wijze inde bloedbaan geraakt, een ander orgaan kunnen infecteereu. Yolgens Behring, die de meeste tuberculeuse infecties terugvoert tot de eerste kinderjaren, zou men dezen gang van zaken mogelijk kunnen achten. Waarschijnlijk is zij niet. Een andere vraag is: kan hier aan de tuberculosis uteri een tuberculose der tubae voorafgegaan zijn? Zoodat b.v. een tuberculose vaneen mesenteriale lymphklier het primaire, een tuberculose der tubae het secundaire en via deze laatste de tuberculosis uteri het tertiaire is? Daar inde tubae wel de resten vaneen vroegeie salpingitis gevonden zijn, maar van tuberculose niets is gevonden, zou men in dat geval moeten aannemen, dat de salpinx-tuberculose geheel genezen is, dat de fimbriae en het lumen zelfs bewaard gebleven zijn, dat de epitheliën behoorlijk het lumen oppervlak weer bekleed hebben, maar dat de tuberculose van het endo-

102