maar permeabel: de salpingitis was dus teruggegaan, ofschoon het ovarium vanuit de tuba moet zijn geïnfecteerd. De reconvalescentie is glad verloopen en het infiltrant geleidelijk verdwenen. Inden etter werden bij mikroskopisch onderzoek enkele streptococcen gevonden. Spreker vertoont het vergroote ovarium en maakt daarbij de opmerking, dat men aan het versche praeparaat-duidelijk kon zien, dat de abscessen zich inde follikels ontwikkeld hebben. Mejuffrouw van Tussenbroek vraagt, of het praeparaat ook mikroskopisch onderzocht is. Zij begrijpt niet, hoe men zonder mikroskopisch onderzoek kan beslissen, of de abscessen zich inde Graaf’sche follikels bevinden. Prof. Kou wer onderschrijft dit. Hij heeft nooit gehoord van een dergelijk etterig ontstekingsproces inde ovaria, dat tot de Graaf’sche follikels zou zijn beperkt, en deze tot vrij groote holten zou hebben uitgezet. De heer Ribbius zegt, dat het mikroskopisch onderzoek nog niet verricht is, maar dat het nog verricht wórden kan. Hij meent dat dergelijke follikelabscessen wèl zijn beschreven. De heer Stratz meent, dat de oöphoritis beschouwd moet worden als een proces, dat perifolliculair begint. De heer Ho 11 em a n demonstreert een monstrum , met totale ectopie van de ingewanden en waarvan het onderste deel van den romp oogenschijnlijk 180° is gedraaid, daar de teenen naar de rugzjjde wijzen. Bij nauwkeurige beschouwing blijkt dit veroorzaakt te zijn alleen door de groote spina bifida, waarbij steeds een eigenaardige torsie van de onderste extremiteiten voorkomt. Prof. Treub vertoont, ten bewijze dat de afwijking een typische is, een dergelijk praeparaat uit zijn collectie en deelt mede dat hij, een dag of tien geleden, een volkomen daarmee overeenstemmend geval tijdelijk, ter demonstratie, uit de stad gekregen heeft. Hierop wordt de vergadering gesloten. Vergadering van Zondag 12 Maart 1 905. Voorzitter: Prof. Kouwee. Secretaresse: Dr. Catharine van Tussenbroek. Na ’t openen der vergadering wordt Dr. J. L. Goeman s, arts, te Dordrecht tot lid der Ned. Gyn. Vereeniging aangenomen. Hierop krijgt Dr. van de Velde het woord voor zijn aangekondigde voordracht over gist in het vrouwelijk genitaal-kanaal.

129