der bloeding. Voor een zoo jong ei schijnen mij de afmetingen der ei-insertie, de basis der mola, te groot. Wat de anatomische verhouding aangaat, is ook dit ei zeker

Schematische overlangsche doorsnede der tuba van geval IV. Lu. Tuhalumen. Mo. Mola. Op. = Omslagsplooi van de mucosa op de mola. P = scheur inden tubawand op de insertieplaats van het ei.

gedeeltelijk intramusculair geïnsereerd geweest. De eigenaardige verhouding van de met epithelium bedekte kraag, de capsularis, wijst er echter op, dat hot ei vrij sterk in hot lumen heeft uitgepuild. Het is daarom niet onwaarschijnlijk ook met betrekking tot de plaats van de basis van het coagulum, dat het ei zich oorspronkelijk ineen plooi heeft geïnseererd, maar daarna al spoedig de musculatuur bereikte. Met deze opvatting is ook

het beloop dezer zwangerschap in overeenstemming. Door den aanzienlijken groei naar den kant van bet lumen is de capsularis spoedig verwoest geworden; er ontstond een abortus incompletus. Die bloedingen herhaalden zich; maar eerst 4 dagen later ontstond er eene secundaire ruptuur, omdat het bloed niet voldoende door het ostium abdominale kon afvloeien. Nu barstte de tubawand zelf en wel zooals te verwachten was, op de zwakste plaats, die der ei-insertie.

Geval V. Haematosalpinx dextra e graviditate tubaria. Abortus tubarius. C. v. L., (Gr. K. 1904, N°. 48), beviel voor de eerste maal op baar 18° jaar. Op haar 26° jaar trouwde zij, maakte in 6 jaartijd 7 zwangerschappen door, waarvan alleen de 3° en 7° a tenue normaal eindigden, terwijl de andere resp. na 4’/2) 7, 4'/2,3 en 2 maanden ontijdig eindigden. De menses waren steeds normaal, de abortus brachten daarin geene verandering. Yan half November 1903 tot 1 Maart 1904 amenorrhoe. Daarna geringe bloeding uit de genitalia, die 11 Maart erger werd, nadat zij ’s nachts hevige pijn inden buik had gekregen. 17 Maart komt zij inde kliniek. In het cavum Douglasii bevindt zich eene pijnlijke massa, die

153

Fig. 4. Mo.