De heer Yermey vraagt naar het verloop der graviditeit bij myomen als niet ingegrepen wordt. Hij herinnert zich uiteen vroegere periode, toen hij dikwijls gravidae onderzocht, dat de combinatie zwangerschap en myoom lang niet zeldzaam is, en dat de partus dikwijls glad van stapel liep. Als gevolg van myomectomieën heeft hij daarentegen vergroeiingen van de naadlijn met het peritoneum parietale gezien en fixatie van den uterus, waardoor bij graviditeit abortus ontstond. De heer Stratz meent, dat myomectomieën vooral in aanmerking komen; 1. bij jonge vrouwen; 2. bij subserèuse tumoren; 3. bij groote, enkelvoudige myomen. Hij heeft zes gevallen na enucleatie ongeveer 10 jaar in ’t oog gehouden. Twee zijn later bevallen: zij hebben samen 5 kinderen gehad. Drie zijn gerecidiveerd, zoodat later nog bij eene tot myomohysterectomie moest worden overgegaan. Wat de ergotine-behandeling betreft, stelt hij aan Prof. Treub de vraag, waarom deze juist bij myomen de ergotine subcutaan wil hebben toegediend, en na den partus per os. De heer Treub antwoordt, dat hij den indruk heeft gekregen, dat hij na een partus meer effect krijgt met een versch infuus dan met een injectie. Yoor een langdurige behandeling geeft hij het liever subcutaan. Hij laat het onder de buikhuid inspuiten en heeft daar zooveel nadeel niet van gezien, maar wil het ook wel eens inde bilstreek probeeren. Yoor de behandeling der myomen heeft hij een vast systeem. Geeft de tumor geen last, dan laat hij hem zitten, en spreekt er de patiënte niet van. Stoornis van den kant der urinewegen is indicatie tot opereeren. Is er een paar maal retentie urinae geweest, dan is er mettertijd cystitis te wachten, en dat moet worden voorkomen. Bloedingen zijn een indicatie om iets te doen. Is het myoom week, dan gaat hij tot ergotine injecties over. Hij laat dan 6 weken spuiten, 6 weken pauseeren, 6 weken spuiten, weer 6 weken pauze en dan nog eens 6 weken spuiten. Zijn indruk is, dat hij 10°/o der myoomlijderessen op deze wijze voor operatie bewaart. Het apostoliseeren heeft hij opgegeven. Met de indicatie, door den heer Mendes de Leon genoemd, is hij het eens: bij myomectomieën tijdens de graviditeit heeft hij geen dooden gehad. Wat de heer Semmelink over hartdegeneratie gezegd heeft, dat komt een enkele maal wel voor. Hij heeft het éénmaal gezien. Daarom is hij het niet geheel met Koawer eens, dat de grootte van het myoom voor de indicatie geen gewicht

262