graviditeit. Er werd daar op liet caput een krabbeltje gevonden, dat vermoeden wekte op abortus criminalis. In aansluiting aan de gevallen van adenomyoom door Dr. de Josselin de Jong meegedeeld, vermeldt spreker eendoor hem geopereerd geval waar bij een patiënte 2 colloid-cysten werden verwijderd. Eender ovariaal-cysten vertoonde een verdikking dicht bij den steel die uit adenomyoom-weefsel bleek te bestaan. De patiënt was bovendien behept met tuberculose. Dr. Ausems deelt hierop mede: 1. Een geval van uterus-inversie. Patiënte is een 26-jarige 11-para, wat anaemisch, zwak en tenger gebouwd. De eerste bevalling verliep spontaan 24 October ’OS; het tweede kind werd verwacht half Februari. De weeën begonnen 5 Februari ’snam. 1 uur, werden om */a 4 sterkeri terwijl om '/2 5 een kind van ongeveer 3 K.Gr. geboren werd. Ongeveer vijftien minuten na de baring perste patiënte bij een nawee krachtig mee en constateerde de medicus, dat een uterusinversie was tot stand gekomen. De placenta werd van den omgestulpten uterus afgepeld en na repositie inde vagina reïnversie beproefd. Deze gelukte voorloopig niet, weshalve de vagina werd getamponneerd en de patiënte, die veel bloed had verloren, door middel van kamfer en physiologische zout-oplossing weer wat bijgebracht. Een paar uur later ter plaatse gekomen gelukte mij de reïnversie niet, toen ik den fundus uteri trachtte terug te dringen, doch zeer gemakkelijk toen beproefd werd het weekere cervicaalgedeelte in te stulpen. Uterus en vagina werden getarnponneerd en patiënte genas na een weinig gestoord kraambed. 2. Een geval van uterus-ruptuur. Patiënte was een robuste, groote boerenvrouw van 40 jaar die elf kinderen en twee miskramen had gehad. Haar bekken was plat vernauwd 5 de C. diagonalis was hoogstens 10. Van de kinderen waren zeven spontaan, vier kunstmatig geboren. Den 3en Februari begonnen de weeën en de medicus vond ’s avonds 10 uur een ontsluiting van 5 cM., het hoofd rechts van den bekkeningang en krachtige weeën, terwijl twee uur te voren het vruchtwater was afgeloopen. Bij een ontsluiting van 8 cM. wordt, drie uur later, een poging tot versie gedaan, welke mislukt. Wel echter gelukt het door gecombineerde handgrepen het hoofd inden bekkeningang te brengen. Ondanks krachtige weeën was het hoofd den volgenden ochtend te 6 uur den ingang nog niet gepasseerd en werd besloten met de tang de baring te beëindigen. Plotseling echter hielden de weeën op, nadat patiënte pijn kreeg

311