Anomalieën van de navelstreng. a. Prolapsus kwam 6 maal voor, alléén bij multiparae, n.l. 2 maal bij hoofd-., 2 maal bij bekken- en 2 maal bij dwarsligging der vrucht. b. Omstrengeling van kindsdeelen. I°. Om den hals; 24 X bij p.p. en 74 X bij m. p. 2 . „ „ voet. 1X „ „ „ 1X „ „ c. Te korte streng 5 X bij p.p. en 1 X bij m. p. d. 1 maal was de streng ter zijde van de placenta ingeplant en e. 1 „ „ „ „ 4 cM. dik en bevatte 6 bloedvaten, (2 slagaderen en 4 aderen). Anomalieën van het levend geboren kind. I°. ïe weinig levenskracht: a. Door vroeggeboorte bij m. p. 6 maal, b. „ te minne ontwikkeling bij p.p. 2 maal en 13 maal bij m. p. c. „ ziekelijkheid der moeder: 1 maal bij m. p. 2°. Te sterke ontwikkeling: vooral een te groot hoofd bij 2p. p. en bij 6 m. p. 3°. Asphyxie: a. Door halsomstrengeliug 8 maal bij m. p. b. Na forcipale hulp 6 maal bij p.p. en 2 maal bij m. p. c. Na keering 4 maal bij m. p. d. Door te vroeg breken der vochtblaas en daardoor te langen duur van het uitdrijvingstijdperk 2 maal bij m. p. 4°. Ziekten. a. 1 bij m. p. phlebitis. h. 1 „ „ stuipen. c. 1 „ „ spasmus glottid. s°. Overtollige deelen. a. Lipoma aan de kin 1 bij m. p. b. Aan elke hand 2 pinken 1 „ „ c. 2 tanden bovenkaak 1 „ y> v 6°. Onvolkomen gevormde deelen. a. Te kleine penis 1 „ h. Enkelvoudige hazenlip 1 „ c. Dubbele hazenlip met dubbel gespleten gehemelte 1 5) i’ d. Pes equinus ] e. Spina bifida 2

6