De placenta weegt 365 gr.; levert 308 mgr.; verliest bij 110° 39 mgr. = 12,66%. Gegloeid: 92,1 mgr. = 34,24°/00. Het niet geheel zuivere overschot weegt bij 110°: 90 mgr. Dit was dus paralactaat, en wel 0,11% van de placenta. YI. 16 Feb. H. de Y. 29-jarige Y para. Heeft in graviditeit oedeem gehad. 14 Febr. partus. Drie uren daarna bewusteloos, geen oonvulsies. 15 Febr. 17 aanvallen, coma. In urine cylinders, 3°/00 eiwit. 1 cM3. digaleen, 3 gr. arayleenhydraat. In puerperium een psychose. Genezen. Urine van 14 en 15 Febr. 160 cM3., daarna van 17 Febr., waarin B°/00 eiwit, van 19 en 22 Febr. bevatten alle kristallen. Alles bijeengevoegd wordt driemaal met dierlijke kool gereinigd; geeft Hop kin s -j-, Yan de kristallen weegt een zuiver deel: 186,4 mgr. Yerliest 8,2 mgr. = 4,4%. Gegloeid 61,6 mgr. = 34,57%, dus waarschijnlijk melkzuur (zie pag 33). De rest weegt bij 110° 300,7 mgr. Hiervan geeft 130,3 mgr. gegloeid: 67,1 mgr. = 51,49°/0. De rest is dus geen paralactaat. YII. 1 Mei Patiënte der Kweekschool voor Vroedvrouwen te Rotterdam. 18-jarige I para. Plat rhachitisch bekken. Yoor drie dagen was inde urine geen eiwit; 22 uren lang zeer sterke weeën; dan Iste aanval; 10 mgr. morphine. Daarna nog 2 aanvallen; forceps; kind goed. Dan nog 2 aanvallen. Spoedig weer compos mentis. 614 cM3. urine post partum; levert, met kool gereinigd, bij 110° gedroogd: 54,5 mgr. kristallen. Hopk. -(- misschien paralactaat. 10 cM3. hloed van de -moeder, bij 110°; 62,7 mgr. Hopk. —, geen paralactaat aangetoond. 22 cM3. bloed van het kind, bij 110°: 53,8 mgr. Hopk. +, misschien paralactaat. 615 gr. placenta levert 540,1 mgr. kristallen. Verliezen 94,4 mgr. = 12,85°/0. Gegloeid; 155,7 mgr. = 33,08°/0. Als rest nog: bij 110°: 188,5 mgr. Dus: paralactaat. YIII. 24 Mei. Pat. der Kweekschool voor Vroedvrouwen te Amsterdam. I para, 18 Mei geen eiwit in urine. Partus 19 Mei. Bij volkomen ontsluiting Iste aanval, 20 mgr. morphine. Bij het door-

37