dura werd nu weer gesloten en nu per laparotomiam het buisje opgezocht, na klieving van het peritoneum. Een moertje werd nu op het buisje geschroefd om ook aan deze zijde fixatie te verkrijgen. Het buisje mondt nu inde retroperitoneale ruimte. De wond in het peritoneum wordt weer gesloten. Men zou de vraag kunnen stellen: loopt het vocht nu niet te hard weg? Spreker heeft het door hem geopereerde kind met het hoofd naar beneden gelegd. Daar de drukking van het intraspinale vocht niet hoog is, zal er zoo waarschijnlijk wel niet te veel wegloopen.. Heden, dus 1 dag post operationem maakt het kind het goed, de fontanel is -weinig ingezonken. Cushing heeft 12 maal de operatie verricht en ook succes gehad in enkele gevallen. De Heer T jee n k Willink deelt mede, dat hij in het Binnengasthuis Prof. Rotgans heeft geassisteerd bij twee gevallen van encephalocele, waarvan de eene met uitnemend succes werd geopereerd. Op de plaats der kleine fontanel was een schedelhiaat van de grootte vaneen gulden. Hier zat een worstvormige tumor gefixeerd van 15 cM. lengte, 3 cM. breedte, 4 cM. hoogte. Dit gezwel kon geheel worden verwijderd, en bleek daarbij uit verschillende cysten te zijn opgebouwd. Nu, na 2 jaar praat en loopt het kind, wiens woud per primam genas, als had het nooit iets gescheeld, het hoofd is normaal, het hiaat bombeert niet, geen hydrocephalus. [Demonstratie van phothographieën]. Bij het andere patiëntje was tengevolge vaneen decubitusplek op de meningocele-zak een meningitis ontstaan, zooals bleek uit het microscopisch onderzoek van het vocht door punctie van den zak bij de operatie verkregen, waarin talrijke polynucleaire lencocyten werden aangetroffen, terwijl het eiwitgehalte ruim 2°/00 bedroeg. Dit kind succombeerde na het operatief ingrijpen. Dr. de Josselin de Jong verrichtte onlangs voor de Rijksverzekeringsbank een sectie en vond chronischen hydrocephalus met ontstekingsverschijnselen van het ependym en de laag daar vlak onder. Bij een tweede geval van het Ziekenhuis vond hij hetzelfde. Gaarne zou hij willen weten, of iets dergelijks ook hier het geval is en of ontsteking, voorzoover Dr. Driessen weet, geregeld bij chron. hydrocephalus gevonden wordt. Dr. Driessen merkt op dat, zooals ook uit de mededeeling van Dr. Tjeenk Willink blijkt, meningocele betere kans geeft op goede resultaten door operatieve behandeling, dan encephalocele. Aan Dr. de Josselin de Jong antwoordt hij, dat ook door hem bij de sectie van het kindje met encephalocele lateralis ontste-

59