Do heer M end els vestigt de aandacht op eenige praeparaten van erosies die zich in zijne verzameling bevinden, en waarbij het kleincellig infiltrant, dat Prof. Yan dor Hoeven als het criterium van den strijd dor weefsels beschouwt, wordt gemist. In die praeparaten ziet men de basaallaag van het plaveiselepithelium geleidelijk in cilinder-epithelium overgaan, zonder dat er sprake is van kleincellig infiltrant. De heer Yan der Hoeven beziet de praeparaten en wijst den lieer Men d els er op, dat leukocyten-infiltraten wel degelijk er in te vinden zijn, liggende onder het oppervlakteepitheel. Het cylindrischc oppervlakte-epitheel is door ontsteking veranderd, en lijkt daardoor meerlagig. Inde erosie van den heer M end els is een werkelijke ontsteking. De heer Stratz geeft de volgende korte beschouwing over den groei van het embryo en zijn proporties.

Het hoofd bereikt zijne in verhouding grootste afmeting op het eind van de tweede maand, waar het '/a van de geheele lichaamslengte bedraagt. Inde vijfde maand is het '/3, aan het eind der graviditeit ’/s van de geheele lichaamslengte. De verschuivingen inde overige proporties van het lichaam, veroorzaakt door den in verhouding tot het hoofd sterkeren groei van het lichaam blijken uit de tabel en de teekening.

187