qu’il ait avec lui son forceps, il faut même que dans tous les cas il I’ait pret a servir”; de moeite is toch gering, men weet nooit, voor welk geval men zal komen te staan, directe hulp kan noodig zijn en met het halen gaat soms te veel kostbare tijd verloren. Dit alles, op geschikte manier ingewikkeld en ingepakt, berg ik in mijn fietstasch, mijn forceps menigmaal op de manier, zooals Prof. Treuh ons dat vroeger leerde, n.l. de lepels elk aan één zijde van de borstkas met het handvatsel inden vestzak en het blad tusschen de armopening van het vest. Ter plaatse aangekomen, trek ik mijn jas uit, stroop de mouwen op en doe steeds uitwendig onderzoek. Onderhand staan een paar kommen lauw water reeds klaar, liefst nog een emmer en een kom (eene eigenaardigheid van vele buitenmenschen is, dat zij zich om te reinigen met een minimale hoeveelheid water behelpen, alsof dat water stukken van menschen kostte, terwijl ze het toch zoo maar voor het scheppen hebben). In één daarvan los ik de sublimaat op, inde andere wasch ik mijne handen duchtig huishoudelijk schoon, spoel inde sublimaatoplossing na, en exploreer steeds met de natte hand. Met mijn forceps of ander instrument ga ik als volgt te werk: ik vraag een emmer, liefst melkemmer of emmertje, waarin melk gehaald wordt (die wordt tenminste eens of meermalen per dag gebroeid d.i. met kokend water behandeld) met een paar Liter water, doe daarin ± 20 gram lysol en roer om. Nu neem ik mijn forceps inde linkerhand boven den emmer, inde rechter een ketel kokend water, en laat dat kokende water, van zekere hoogte over het instrument uitvloeien, tegelijk wordt dan de lysoloplossing lauw, de forceps daarin gedompeld, en zoo uit die oplossing, natuurlijk nat, aangelegd. Al is deze methode, volgens het tegenwoordig standpunt, niet volmaakt, men mag toch van ons zeker niet eischen, dat we min of meer vernuftig uitgedachte, maar toch altijd moeilijk te transporteeren sterilisatoren voor de forceps overal met ons meeslepen en ik meen ook op grond van mijne resultaten mij hierin voldoende gewapend te hebben, om te waken tegen infectie der kraamvrouw. De witte jas gebruik ik nog niet. Niet zoozeer omdat ik me laat influenceeren door het argument vaneen mijner bakers, die vond dat zoo’n witte jas beter paste ineen slachterij dan aan het lijf van den dokter bij een kraamvrouw; maar ook alweer om deze reden dat wij zoo’n ding, buiten, op afstanden moeielijk overal mee kunnen dragen, tenminste steriel, zooals dan toch de eisch is; en eerlijk gezegd, is dat aureool van die steriele jas bij mij wel eenigszins verbleekt, sedert ik, eenige jaren geleden reeds, een te hulp

196