pelvicum te fixeeren en eveneens het zoo maar achter te laten; het werd gereseceerd. Grlad verloop, pijnen onmiddellijk verdwenen. 12 Maart 1906 spontane partus, levend meisje. Mikroskopisch bleek het gelijkmatig vergroote ovarium sereuse infiltratie van het stroma, eenige haemorrhagieën en haarden van kleincellige infiltratie te bevatten. 4. (Tijdschrift v. Verloskunde 17 jrg. 298) 36 j. 111 para. Dislocatie v.h. ovarium naar voren, gecompliceerd met Haematopyosalpinx en Periophoritis, binnen talrijke peritonitische adhaesies. Laparotoinie; koortsvrij verloop. Mikrosk.: ovarium gelijkmatig vergroot, oedemateuse infiltratie.

Haemorrhagieën. 5. (Tijdschrift voor Glyn. on Yerlosk. 18 jrg. 237 en 264, 40 j. Multipara).

De diagnose werd gesteld op Myoma uteri subserosum gecompliceerd door circumscripte peritonitis ; bij de operatie bleek een overal door adhaesies gefixeerd, naar voren gedisloceerd ovarium te bestaan, dat een veretterde cyste (folliculair of van corpus luteum afkomstig?) en een haematoom bevatte, liet stroma, mikroskopisch onderzocht, vertoonde oedeem, hypertrophisch bind-

weefsel, klcincellige infiltratie en haemorrhagieën. Yan deze vijf gevallen kon ik slechts inde eerste twee niet gecompliceerde gevallen de diagnose met zekerheid stellen, in het derde en vierde was zij dubia, in het vijfde geheel verkeerd. Operatief moest voor de liggingsafwjjking als zoodanig slechts in het derde geval worden ingegrepen, in het vierde en vijfde voor bijkomende complicaties van het peritoneum. Met de mijne zijn het dus slechts 10 gevallen, waarin een dislocatie van het ovarium naar voren is vermeld, waartegen de dislocatie naar achteren, de descensus ovariorum, sc. prolapsus volgens Amerikaansche auteurs, tal van waarnemingen en operatieve maatregelen heeft te vermelden. Graan wijde anatomie raadplegen, zoo is primo de normale liy-

295

I. Exeavatio yesicoutcrina (Cavum Retzii). 11. Exeavatio aguratoria. 111. Exeavatio hypogastriea. IV. Exeavatio rectouterina (Cavum Douglauii).