de harttonen waren goed. Hart, longen en nieren der vrouw vertoonden geen afwijkingen. Het bekken was licht vernauwd inde rechte afmeting. 24 Sept. loopt ’s middags het vruchtwater af, er blijkt nog geen ontsluiting te zijn. 25 Sept. 9 u. v.m. is het ost. int. voor 2 vingers doorgankelijk, het cervicaalkanaal is ± 3 c.M. lang. Men komt op het hoofd met den onderzoekenden vinger, de vochthlaas ontbreekt. De prolaps heeft zich teruggetrokken. ’s Namiddags 8 uur beginnen de weeën. De assistent vindt 2 uren later een voortdurend geoontraheerden uterus, waardoor uitwendig geen diagnose is te stellen. De ontsluiting is bijna volkomen. Op den ingang voelt hij een scapula, een okselholte, welke naar rechts gesloten is, de wervelkolom ligt meer naar achteren. Een uur later wordt in narcose overgegaan tot versie en extractie. Eenigen tijd te voren was reeds een geringe hoeveelheid bloed uit de vagina gekomen, welke bloeding gedurende de keering toeneemt, zoodat vermoed wordt, dat een gedeelte der placenta heeft losgelaten. De versie en extractie kosten geen moeite, de armen geven eenige moeilijkheden doordat de voorste inden nek ligt. Nadat deze tot achterste is gemaakt, wordt hij gemakkelijk afgehaald, waarna het hoofd zonder krachtsinspanning wordt geboren. Het kind, dat 3700 gr. weegt, is echter reeds gestorven. Spoedig daarna begint de vrouw vrij hevig te vloeien. Na tevergeefs den handgreep van Cre dé te hebben toegepast, wordt de placenta manueel verwijderd. Hierbij krijgt de assistent den indruk, dat de uterus uit twee hoornen bestaat, waarvan de linker goed gecontraheerd is en de placenta bevat, de rechter slap en gevuld is met veel coagula. Na verwijdering der placenta is de uterus door den buikwand als een harde bolvormige tumor te voelen en komt geen bloed meer te voorschijn. Na subcutane infusie van 2 L. NaCl. opl. en inspuiten van kamfer en seoale is de pols goed te voelen, de vrouw warm. 5 uur later wordt de pols weer slechter, niettegenstaande geene uitwendige bloeding meer heeft plaats gehad en de uterus goed gecontraheerd is. De vrouw begint te braken en succombeert 2 uren later. Bij de obductie bleek het rechter parametrium geheel opgevuld te zijn door bloed, dat zelfs reikte tot de nierloge. Op één plaats was de wand van dit haematoom gebarsten, waardoor zich + 1 L. bloed inde vrije buikholte had ontlast. De oorzaak dezer bloeding was gelegen ineen verscheuring van den rechter cervixkant tot enkele cm. boven den contractiering doorloopend. De diagnose is hier dus niet gesteld. Tijdens de haring ontbrak

327