vermoeidheid in het linker been; dit ging spoedig over, waarna zij volkomen normaal was. 5 Juli kwam zij weer op de polikliniek + 7 mnd. zwanger, met verzoek vroeggeboorte op te wekken. Status: kind in stuitligging. Patiënte loopt goed. Sterke lendenlordose en sterke bekkenhelling. De uitwendige bekkenmaten: 23.5, 24.5, 1T.5, 8 en 77.5 wijken niet veel van de vroegere af. Alleen de dist. tuberum is 13 cM., tegen 9 cM. vroeger. Het gelukt niet dien afstand doordruk tegen de trochanterstreek te verkleinen. De schaamboog is zeer wijd. Op de plaats, waar het schaambeen werd doorgezaagd, voelt men aan den buitenkant een gleuf. Aan den binnenkant zijn aan weerszijden van de plaats, waar het been is doorgezaagd, sterke beenwoekeringen te voelen, die minstens % cM. inde bekkenholte uitsteken. Daar tusschen die beenwoekeringen een gleuf van enkele millimeters bestaat, mogen wij veilig aannemen, dat de bekkenring iets verwijd is; het daarin gelegen voordeel wordt echter te niet gedaan door de exostosen. Tusschen de vroegere zaagvlakten is niet de minste bewegelijkheid te bespeuren, noch bij passieve bewegingen der beenen, noch bij opheffen der beenen of bij loopen. Conj. diag. 8.5 C. Y. 7.2 cM. (Bylicky). Op grond van dit onderzoek, dat dus leerde, dat er geen blijvende verwijding van den hekkeningang ■was, wel daarentegen een belangrijke blijvende en gefixeerde verwijding van den uitgang, meende ik het verzoek van patiënte weer p.a. p. op te wekken, niet te kunnen inwilligen, doch te moeten adviseeren weer te wachten, tot de haring spontaan zou beginnen en dan naar omstandigheden te handelen. Aldus geschiedde. 8 Sept. 11 u. n.m. wordt patiënte in partu opgenomen. Het hoofd puilt sterk uit. Te 2 uur worden bij volkomen ontsluiting de vliezen gebroken, waarna het hoofd zich in voorste wandbeenligging met dwarsverloopenden pijlnaad en op gelijke hoogte staande fontanellen op den ingang plaatst. Ondanks zeer krachtige weëen blijft het hoofd op den ingang bewegelijk staan en vertoont de vroegere zaagvlakte links van de symphysis niet de minste neiging uiteen te wijken. Daarom wordt te 4 uur overgegaan tot hebosteotomie, waarvoor nu de rechter zijde gekozen wordt, ofschoon de blaas rechts ligt. Ha doorzagen van het schaambeen treedt een sterke veneuze bloeding op. Daarom wordt van het oorspronkelijk plan, de haring spontaan te laten verloopen, afgezien, doch de tang aangelegd en het hoofd zonder moeite inde bekkenholte getrokken. Yervolgens werd de tang afgenomen, om haar opnieuw volgens Lange aan te leggen. Dit werd echter bemoeilijkt door het sterk vooruitspringende proraontorium; daarom werd er geëxprimeerd. De expressie had

176