een slapende dan vaneen bewustelooze of door uitputting flauwgevallene. Zij was volkomen anaesthotisch, zoodat het doorsnijden van het hoofd zonder eenige reactie harerzijds gebeurde, ofschoon toch een flinke scheur op de pijnlijkheid van den doortocht van het kinderhoofd door het stugge perineum wees. Bij het hechten van deze scheur, ;ï//, uur na haar ontstaan, opent zij voor het eerst de oogen weer, geeft echter geen teekenen van pijngewaarwording en is niet tot spreken te krijgen. Den volgenden dag weet zij, dat zij bevallen is, de plaats, waar dit gebeurde, evenals hetgeen haar vóór de bevalling inde kliniek is wedervaren. Men zou dus geneigd zijn aan te nemen, dat er geen amnesie bestaat. Hierbij dient echter in aanmerking genomen te worden, dat zij, door haar verblijf van vier weken op de kraamzaal, van al haar vriendinnen, welke eerder bevallen waren, heeft kunnen vernemen, waar de partus plaats hebben; bovendien heeft zij waarschijnlijk meermalen de verloskamer gereinigd. Bij het beoordeelen van haar kennis, dat zij reeds bevallen was, moet in aanmerking genomen worden, dat zij, vóór het stellen van deze vraag, haar kind reeds eenige malen bij zich gehad had. Yan een zekere verwondering, welke zij toonde bij het eerste aanschouwen van haar kind, welke ons in dit opzicht op het spoor zou kunnen brengen, heb ik van de verpleegsters niets kunnen te weten komen. Yragen omtrent het aantal en de namen der personen, welke haar bij de verlossing ter zijde hadden gestaan, gingen haar intellect te boven. Op de vraag, of zij ook pijn had gehad, zei zij: „natuurlijk” maar zij kon niet nader aangeven, of dit vóór of tijdens de geboorte van het kind was geweest. Het kraambed verliep ongestoord, ook psychisch vertoonde zij geen bijzondere afwijkingen. Bij het doorlezen van deze geschiedenissen treft het ieder, dat de laatste vrouw zich geheel anders dan de vijf vorige tijdens de haring gedraagt. Terwijl allen verward en opgewonden, somtijds aggressief zijn, ligt deze vrouw kalm met gesloten oogen te bed, zonder zich te verroeren of een geluid te uiten. Reeds bij een vorige beschrijving *) van dit geval heb ik erop gewezen, dat we hier te doen hebben met epilepsie, op grond van de aanvallen van duizeligheid, gevolgd door sufheid, slaap en hoofdpijn bij een imbeciel individu, wier degeneratie blijkt uit de zucht tot vagabondeeren en het langdurig nagelbijten zelfs van de teenen. •) Ned. Tijdschrift voor Verloskunde en Gynaecologie 1909 p. 257.

60