Metzlar 1 gevall. (temp. ;> 38° O maal). Kijh of f 5 „ „ „ 3 „ ? maal op meer dan één dag). de Snoo 11 „ „ „ 4+ 5„ ?). Tre ub 1 „ * 0 „ ) De patiënte van van der Hoeven stierf aan bronchopneumonische haarden, pleuritis, enz., dus vrij zeker aan sepsis, die van Kouwet aan peritonitis, die van de Snoo ineen hystero-epileptisch toeval, zonder infectie-verschijnselen. Alle drie gevallen kwamen ter obductie. 37 gevallen waren klassieke keizersneden (Driessen 2, Yander Hoeven 5, Kouwer 12, Metzlar 1, Kijhoff 5, de Snoo 11, Treubl). Yander Hoeven verrichtte 3 maal een transperitoneale operatie in het onderste uterus-segment, Kouwer 1 maal een extraperitoneale corpus-operatie (na vasthechten van den uterus aan het peritoneum parietale), de Snoo 1 maal een Porro-operatie. De volgende infectie-verschijnselen werden waargenomen: Kouwer (13 gevallen) 2 maal draadettering. de Snoo (11 „ 1 „ 1 „ absces tusschen uterus en buikwand. 1 „ lichte peritonitis. 1 „ openbarsten der buikwond. Yan der Hoeven maakte gebruik, voor de uterushechting, van zijde of catgut of van beide te gelijk, de anderen allen van zijde. ƒ. Gebroken vliezen, ook buiten de kliniek onderzocht, 14 gevallen. Sterfgevallen aan infectie: 1 (N ij h o ff). v.d. Hoeven 3 gevallen (temp. j> 38 3 maal, op meer dan één dag). Kouwer 3 „ »2„„„ „„ „ NlJhoff 3 » de Sno° 3 * * , 2 +?„ ? „ „ „ „ Treub 2 , , , 2 „ I+2 ? „ , „ 11 operaties waren klassieke keizersneden (van der Hoeven 1, Kouwer 3, Nijhoff 2, de Snoo 3, Treub 2). v.d. Hoeven opereerde 1 maal subperitoneaal volgens Latzko, 1 maal transperitoneaal in het onderste uterussegment, Nijhof f, 1 maal volgens Sellheim 11, waarvoor beiden van catgut gebruik maakten, terwijl de andere operateurs de uteruswond met zijde sloten. Aan infectie-verschijnselen beleefden Nij ho f f (3 gevallen) 1 maal draadettering en Treub (2 „ ) 1

219