De vrouw bloedt voortdurend een weinig, is echter goed. Er wordt keering op den voet verricht en het kind uitgehaald, waarbij het ostium om het hoofd snoert, dat tenslotte met een schok erdoor getrokken wordt. Het kind is dood. De vrouw maakt het verder goed. Het is duidelijk, dat hier te snel geëxtraheerd is; gelukkig was het kind klein (gew. 2000 gr.) en is er geen cervixscheur ontstaan, hetgeen echter met het oog op den schok, waarmede het hoofd door het halskanaal gegaan is, meer aan geluk dan aan wijsheid moet worden toegeschreven. Er werd dus zeven maal keering en uithaling, vier maal alleen uithaling aan den voet verricht. De keering werd zes maal wegens dwarsligging, één maal bij hoofdligging uitgevoerd. Hoewel deze bewerking bij de eerste zes gevallen noodig was wegens de abnormale ligging der vrucht, werd het tijdstip, waarop men haar verrichtte, bepaald door het voortduren der bloeding, evenals dit ook bij de overige vijf gevallen geschiedde. In alle gevallen, behalve één, werd de uithaling langzaam uitgevoerd, toch ontstond er éénmaal niettegenstaande de langzame, zonder kracht uitgevoerde uithaling een doodelijke cervixscheur. d. Aphalen tan een voet, korteben op rangeren tijd na het BREKEN DER VLIEZEN. Hiertoe behooren 23 gevallen (2,3, 11, 16, 19, 20, 21, 23, 27, 28, 33, 34, 39, 41, 45, 57, 85, 90, 91, 96, 97, 98, 100). j moederlijke sterfte 0. ° | kinderlijke sterfte 17 (waarvan 4 reeds dood vóór de behandeling, n°. 20, 34, 45, 57. 2 reeds stervend, H°. 21, 27.1 praematuur na 4 weken gestorven n°. 39. 1 anencephalus n°. 90). 2. De 42-jarige Y para, wier vorige haringen normaal afgeloopen zijn, verloor in deze zwangerschap éénmaal bloed vijf weken ante terminum, daarna voor den tweeden keer bij het begin der haring. De bloeding was toen van dien aard, dat de vrouw anaemisch werd. Ha vervoer naar de kliniek werd gevonden een ontsluiting van 7 cM., het ostium gedeeltelijk door de placenta bedekt, het kind in dwarsligging, de harttonen langzaam. Geen bloeding van beteekenis meer. Een uur later werd, bij ongeveer volkomen ontsluiting, de vochtblaas gebroken en keering en uithaling verricht. Het voldragen kind was asphyctisch, kwam bij. De placenta volgde spontaan dadelijk na de geboorte van het kind. De vrouw maakte het verder goed, De keering is hier klaarblijkelijk verricht niet tot stelping van

223