ergste, wat daarvan komen kan, is een secundaire stoornis inde nier, die men dan nog altijd kan exstirpeeren. Hij begrijpt niet, dat een verstandig mensch op de gedachte kan komen, den ureter eenvoudig af te binden, behalve misschien in het geval, dat de ureter doorgesneden wordt vlak bij de nier. Wat de chloorzinktherapie bij carcinoom uteri betreft, heeft hij niet zulke gunstige resultaten te boeken als Dr. Mendes de Leon. Toch heeft hij de methode niet verlaten, en heeft haar nog onlangs bij twee inoperabele carcinomen, die voor de chloorzinkbehandeling geschikt schenen, toegepast. Het waren vrij harde carcinomen, waarbij weinig weefsel kon worden weggekrabd. Een zijner oud-assistenten heeft de methode toegepast bij een familie-lid, welke aan adenooarcinoma uteri leed, en wegens een vitium cordis niet kon worden geopereerd. Het succes was bevredigend; spreker zelf heeft ook betrekkelijk gunstige resultaten bereikt, doch dezen zijn slechts tijdelijk geweest; een geval van blijvende genezing, zooals indertijd door Dr. Mendes de Leon vertoond is, heeft hij nog niet waargenomen. Wat de radiotherapie betreft, is spreker nog niet overtuigd, dat deze haar roem zal handhaven. Tot zoolang acht hij zich niet gerechtigd groote sommen aan te vragen voor radium, dat misschien later als onbruikbaar weder ter zijde moet worden gelegd. Dr. Mendes de Leon komt nog even terug op de behandeling van den doorgesneden ureter. Uit de discussie, waarop hij straks doelde, bleek, dat enkele gynaecologen van meening waren, dat men in ieder geval den ureter kon afbinden; anderen wilden daartoe alléén overgaan, als de ureter hoog was doorgesneden, zoodat men te kiezen had tusschen de nierexstirpatie of het dichtbinden van den ureter. Dr. Driessen deelt nog mede, dat hij de chloorzinkbehandeling heeft toegepast bij een 50-jarige patiënte met corpus-carcinoom, die een vethart had. De uterus werd grootendeels necrotisoh uitgestooten; de patiënte bleef een jaar lang goed en kreeg toen recidief. Het heeft hem getroffen, dat de patiënten op de chloorzinkpasta reageeren met hooge temperaturen (meestal boven 38°, soms tot 39,5°) en met enorme pijnlijkheid. Hij vraagt in dit opzicht de ervaring van Dr. Men des de Leon. Deze antwoordt, dat hij nooit zoo sterke reactie heeft gezien, noch wat de temperatuur, noch wat de pijnlijkheid betreft. Hij vraagt, of het verschil wellicht daarin zijn grond kan hebben, dat hij een tampon met glycerine inbrengt, waardoor cauterisatie van de vaginaalwanden wordt voorkomen, terwijl inde kliniek van Prof. Treub de tampon droog wordt ingebracht.

296