geveuden rand, zoodat de hand er door kan, waarna hij met de gebalde vuist verder tot 8 cM. wordt opgerekt. Vervolgens uithaling van het kind, dat bijkomt, doch na 12 uren sterft (gewicht 2 K.G.). Aan de binnenvlakte van de cervix is een scheurtje in het slijmvlies, doordringend tot inden spierwand; de baarmoedermond zelf is gaaf. Wegens de sterke anaemie prophylactische tamponnade. De eerste dagen is het kraambed reeds ernstig gestoord; den vijfden dag treden er koude rillingen op en ontwikkelt zich in het linker parametrium een infiltrant. Van daar uit ontstaat pyaemie, waaraan patiënte den 33sten dag post partum sterft. Bij de obductie wordt in het linker parametrium, naast verschillende vast gethromboseerde vaten, één veretterde thrombus gevonden. No. 75. 1909. No. 198, X para, 37 jaar. Plac. praevia lateralis; a terme. Algemeene toestand goed, geen bloeding van beteekenis, temperatuur normaal. Den volgenden dag lichte temperatuurverhooging met wat stinkende afscheiding. Dan ontwikkelt zich tympania uteri; het kind sterft, Intusschen zijn er contracties opgetreden, die zonder bloeding de cervix zoo ver verwijd hebben, dat de hand kan passeeren. Met de vuist wordt nu de ontsluiting tot 8 cM. vergroot, en keering en uithaling van het 3.800 K.G. zware kind gedaan. Daarbij ontstaat links een vrij diepe, niet bloedende cervixscheur. De placenta wordt volgens Credé verwijderd, de uterus gespoeld. Wegens atonische nabloeding moet worden getamponneerd. De eerste dagen lichte temperatuurverhooging met sterk stinkende lochia. Den 44en dag treedt een koude rilling op; daarna ontwikkelt zich een linkszijdige parametritis met thrombose der bekkenaderen, die pyaemie veroorzaken, waaraan patiënte den 22sten dag post partum overlijdt. Geen obductie. Een verband tusscheu de cervixscheur en de parametritis en thrombophlebitis is hier niet te ontkennen, temeer, daar ook de placenta links zat. No. 107. 1910. No. 241, XIII para, 36 jaar. Placenta praevia lateralis. Bij opneming met bloeding is de algemeene toestand goed. Een week later • een hevige bloeding; daarom wordt door den plaatsvervangenden geneesheer een metreurynter ingébracht en nadat deze is uitgedreven, keering en uithaling gedaan. Het asphyctische kind komt bij, sterft echter na 5 uur, na voorafgegane temperatuursverhooging tot 39.8. De placenta wordt met moeite van het o. u. s. losgemaakt. Intusschen heeft patiënte zooveel bloed verloren, dat zij collabeert. Den volgenden dag reeds temperatuursverhooging met stinkende lochia. In het rechter parametrium vormt zich een Ned. Tijdschr. v. Verlosk. en Gyn. XXIV, 2

17