Inden eizak werd toen een groot massief lichaam gevoeld, waarnaast een bijzonder klein voetje. Dit werd afgehaald en nu gemakkelijk een gemacereerd kindje (jongen) van 2.470 K.G. geëxtraheerd. Weder ingaande, ontmoette ik weder dat plompe lichaam, waaraan ik sterk misvormde, ongewoon dikke beenen, kon herkennen, vastzittende aan een dik stuk romp zonder hoofd. De diagnose acephalus stond dus vast. Boven het monstrum echter voelde ik nog een vlieszak, zoodat nog een derde vrucht aanwezig moest zijn. Die zak werd gebroken, een voetje gepakt en het kindje geëxtraheerd. Dit leefde, woog 2.000 K.Gr. en maakt het tot heden goed. Toen kwam de dikke acephalus aan de beurt. Bij de ontwikkeling daarvan werd ik echter belemmerd door de placenta, die, doordat de uterus reeds sterk samengevallen was, den bekkeningang versperde. Daarom werd nu de placenta, voor zoover zij nog niet los was, los gemaakt en met de vliezen verwijderd; daarbij verscheurde noodzakelijkerwijze de verbinding van het monstrum met de secundinae. Na de verwijdering van de placenta heb ik de sterk oedemateuse beenen, zonder er aan te trekken, uit vrees ze te beschadigen, inden bekkeningang geleid, waarna het mij gelukte, door krachtige expressie op den conischen romp de vrucht te doen geboren worden. Deze wordt, nog gaaf, door spreker vertoond. De beenen zijn zeer sterk oederaateus, zoodat de teenen aanhangseltjes van de voeten gelijken, die beide in sterken valgusstand staan. Een navelstrengbreuk, die nagenoeg alle darmen bevat, is gebarsten. Lever en milt zijn van buiten af niet zichtbaar. Boven de navelstrengbreuk, daarvan gescheiden door de smalle weefselstrook, ligt het ectopische hart. Het hoofd zoowel als de bovenste ledematen ontbreken. Door de zeer sterk oedemateuse huid heen zijn de ribben niet te voelen. Nadere bijzonderheden zullen dooreen radiogram en obductie worden vastgesteld. Yan belang is nu de nageboorte, die vertoond wordt. Er is één gave placenta, met 2 choria, dus tweeëiig. Aan den eizak van het levende kind is niets bijzonders te zien dan een insertio velamentosa op het tusschenschot. Ook inden anderen eizak is slechts één navelstreng te zien, eveneens inde vliezen ingeplant, maar van die insertieplaats af’ loopen inde vliezen 2 vaten, een dunne arterie met een vena, overeen lengte van ± 30 cM., om dan omgeven te worden dooreen geringe hoeveelheid gelei van Warton, een heel kort navelstrengetje vormend, dat van de navelstrengbreuk is afgescheurd. Inde vliezen loopt bovendien nog een dikke vena, samenhangend met de navelstreng van het normale kind, die niet inde richting van den acephalus loopt, maar waarvan niet met

61