vrouwen, die overleden, niet alle kinderen zijn te gronde gegaan; 7 kinderen zijn inleven gebleven, waaronder een na sectio caesarea post mortem *). Uit kind woog bij de geboorte 1925 gram en is nu, na 9 jaren, een flinke knaap. Ook de gevreesde larynx-tuberculose bepaalt dus niet het doodvonnis der zwangere. Dit geldt ook voor allerlei verwikkelingen van verloskundigen aard; onder de herstelde vrouwen vinden wij er, die door hydramnion of tweeling-zwangerschap, door hardnekkig braken, door nephritis, loslating der placenta vóór de haring, bloeding na de geboorte van het kind, kraambed-infectie (parametritis, phlegmasia alba dolens), of langdurig zoogen nog bijzonder bedreigd schenen! Door onze vragenlijsten hebben wij verder nog een poging gedaan, om te vernemen, of en in welke gevallen, nl. bij welken vorm der tuberculose, niet zoozeer van de zwangerschap als wel van de haring of het kraambed gevaar waste duchten. Ook inde ons verstrekte beschrijvingen ontmoeten wij vele vrouwen, die de zwangerschap zonder merkbare schade hebben verdragen, maar in het kraambed snel, dikwijls aan acute miliaire tuberculose, te gronde gaan. Men wil dit verschijnsel hieruit verklaren, dat inde placenta, als ineen zeef, tallooze tuberkelbacillen worden opgehoopt, die nu bij het loslaten der placenta vrij komen en inde geopende baarmoedervaten binnen dringen. Tot steun van deze, a priori niet geheel verwerpelijke opvatting, schijnt het bacteriologisch onderzoek der placenta van aan tuberculose gestorven vrouwen te kunnen dienen. Sommige onderzoekers zijn er in geslaagd inde groote meerderheid der gevallen tuberkelbacillen aan te toonen in dergelijke placenta’s, hetzij aan de buitenvlakte der chorionvlokken, hetzij in die vlokken, of inde decidua. Is het een boos toeval, dat dit aan een onzer 2) niet is gelukt bij een drietal placenta’s van zwaar tuberculeuze vrouwen? Zoowel het bacteriologisch onderzoek als de enting bij marmotten leverde een negatieve uitkomst. Deze tegenstrijdige vondst staat niet alleen. Men raag er uit afleiden, dat men nog niet het recht heeft, de uitzaaiing van bacillen uit de placenta te beschouwen als een algemeen, een stellig gevaar, dat de tuberculeuze barende bedreigt. Wij hebben niet kunnen vinden, welke vormen der tuberculose in het bijzonder het kraambed bedreigen; wel is ons gebleken, dat toch slechts ineen betrekkelijk zeer klein gedeelte der gevallen na een ') Dr. J. Jorissen, Nederl. Tijdsein1, v. Greneesk. 1904, 1, blz. 750. 2) Utreolitsche Vrouwenkliniek.

98